Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914 (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914
Afbeelding van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914Toon afbeelding van titelpagina van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.97 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie
poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914

(1982)–Raymond Vervliet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

-94- Lode Baekelmans: ‘Verlaten Standaarden’

Tout est vieux, surtout les jeunes gens! ernest hello.

Een verlaten standaard verdedigen is de daad van een betrouwend en e[d]elmoedig mensch, en weinigen zijn nu nog bereid een misprezen en ongewaardeerde zaak te dienen. Geen geestdrift meer in de gemoederen, geen wilskracht, geen opoffering in dezen tijd dat men geest en ziel wil niveleeren, alles wil herleiden tot middelmaat.

Deze eenvormigheid, deze o[n]verschilligheid, deze supreme minachting voor al wat buiten het alledaagsch-deftige valt, drukt niet enkel op de bijzondere toestanden van Vlaanderen maar op het geheele geslacht in Europa.

Het is als een moedeloos schouderophalen, een waartoe zou het dienen van lamme straatwijsheid die deze generatie kwelt. Geen belangstelling, mits alles en allen zoo oud zijn! Laat ons rustig en burgerlijk doorleven, wat keuvelen aan den haard of in de herberg, nu zelfs de fiets en het venusdierken ons beginnen te vervelen. Met eene vage armbeweging veroordeelen wij de politiek en de sociologie, men wantrouwt de kunst en de literatuur als een nadeelige hartstocht, en de wetenschap, ja de wetenschap is heel schoon, maar wij zijn leken, 't Is of heel ons denken en handelen éen ontkenning zijn, éene ontkenning van het leven, de arbeid en de vreugd.

De oude garde, ook aangetast door deze sluipende kwaal, aarzelt en kijkt verstomd naar hare opvolgers waarvan zij niet begrijpt, noch de onuitlegbare droefgeestigheid, noch hunne vadsigheid.

Een blik over ons land! Wat van de oude Vlaamsche beweging rest, is als een hoopje verspreide elementen zonder leiding, zonder eenheid, zonder flinke en geliefkoosde leiders. Reeds vóór tien jaar viel dit vast te stellen, en 't werd dan ook gedaan door Vermeylen in zijne ‘Kritiek der Vlaamsche beweging’ Maar verkeerd zou het heeten te denken dat Vermeylen het oude huis geslecht heeft, hij was veeleer de historieschrijver die bij de ruïnen de oorzaak van 't verval tracht op te sporen. Zijn schrijven was heel en al negatief, afbrekend terwijl er moest gebouwd worden. Geen onzer gazetiers, die later zijne kritiek inriepen, heeft er op gewezen dat het uit een zuiver anarchistisch oogpunt was bezien, wijl men behoefte had aan eene nieuwe algemeene aanduiding van den weg die de flaminganten moesten volgen om ons volk zijne plaats te doen innemen naast de vreemden. Ik zeg hier flaminganten, en ik doel hier op degenen van goeden wil die uit hun eigen ras een zelfstandig leven begeeren, dat gedurig wrijving moet hebben met andere rassen en volkeren. De flamingant die om taalrechten strijdt en in optochten figureert behoort nu wel tot het verleden, want wat men nog als grieven kan ophalen verdwijnt natuurlijkerwijze bij toenemende ontwikkeling der eenlingen die het bewustzijn van ons volk zullen uitmaken. Doch hier stuiten wij weer op de hinderpalen die lauwheid en onvergeeflijke luiheid voor ons oprichten, eene achteloosheid die zwaar weegt op ons land, dat burgerlijk is bovenal.

Een man, bijgestaan door studenten, door wat jonge gemoederen heeft den strijd aangegaan voor eene Vlaamsche Hoogeschool. Deze man ook was het die de Vlaam-

[pagina 364]
[p. 364]

sche, wetenschappelijke Congressen bijeenriep, de ziel was van de heerlijke beweging om voor ons volk te behouden, de geslachten van geleerden die ontegenzeggelijk door hun werk wat meer zullen bijbrengen om onze taal buiten ons land ‘prestige’ bij te zetten, en bovenal om duizenden van ons ras mogelijk te maken rechtstreeks aan deze bron te putten. Die man was de Hoogleeraar Mac Leod.

Dat is een verlaten standaard waarvoor wij belangstelling vragen bij het groote publiek, belangstelling en steun.

Maar in dit keerpunt der Vlaamsche beweging zijn er twee factoren, en de tweede, mijns dunkens, de gewichtigste: de kunst, en wel voornamelijk de literatuur.

Heel wat menschen die dat als innige overtuiging bezitten, werken in stilte, schrijven h[u]nne boeken. Maar niemand die daarvan gewaag[t] in de dag- en weekbladen, wier rol juist daarin bestaan kan de menschen in te lichten, maar goed in te lichten. Zij zwijgen. Een boek verschijnt en niemand die spreekt. Intusschen laaft het publiek zijn dorst aan ellendige mengelwerken, de afval van den vreemde en overeet zich aan ongare tooneelkost van onze zoutelooze premieschrijvers. Dat is weer een verlaten standaard, waaronder wij medewerkers van dit blad geschaard staan.

Om hier gedurig, week voor, week na, de aandacht te kunnen vestigen op noodzakelijke veranderingen die er in de Vlaamsche toestanden moeten verwekt worden, om het goede zaad der geestdrift te kunnen zaaien, om verlaten standaarden te verdedigen, daarom was het mij een vreugd toen door het flink initiatief van onzen bestuurder dit weekschrift gesticht werd.

Naast het beelden van droom en leven in ons werk, in onze boeken, zal nu elkeen, allen die een persoonlijkheid zijn, wilskracht bezitten om een doel na te streven, en vooral allen die middelmatigheid en ellendig geploeter haten, zich vereenigen aan de dagelijksche taak, om oprecht aan het volk te zeggen: dat meenen wij goed, dat oordeelen wij slecht. In zoo'n vrije tribuun, in zoo'n algemeen weekschrift zoo als er voorzeker een ontbrak in Vlaanderen, is een eclectisch samenbrengen van krachten mogelijk, die gezamentlijk een letterkundig leven moeten scheppen daar waar alles schijndood is.

Dit is nu een te wapen tot al de gulle zielen bekwaam om zich te groepeeren tot één machtig verbond tegen makke rust en onmondig gesoezel.

Wie, wie vecht er voor verlaten standaarden?

 

a.Het Weekschrift voor Vlaanderen.
b.Geen ondertitel.
c.Antwerpen.
d.Drukker: Reynaert, Pelikaanstraat 106, Antwerpen.
e.‘Verlaten Standaarden.’
f.1e jg., nr 1, 29 maart 1902, p. 1.
g.lode baekelmans* (77).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Het Belfort

  • over De Boomgaard

  • over Dietsche Warande

  • over Dietsche Warande en Belfort

  • over La Jeune Belgique

  • over Ontwaking

  • over Het Pennoen

  • over Van Nu en Straks

  • over Vlaamsche Arbeid

  • over De Vlaamsche School

  • over De Vlaamse Gids

  • over De Vlaamsche Vlagge

  • over Vlaanderen


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Lode Baekelmans