Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914 (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914
Afbeelding van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914Toon afbeelding van titelpagina van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.97 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie
poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914

(1982)–Raymond Vervliet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

-104- Johan Schmidt: ‘Symboliek.’

Mijn eerste woorden in Ontwaking, zullen symboliek betreffen - en wel naar aanleiding van 'n onderhoud, waarbij eenigen verzekerden, dat 't volk naar symboliek hunkert.

Hiertegen protesteer ik.

Eerstens, omdat zij zich vergissen - tweedens, omdat de verzekering onvoorzichtig - néén, gevaarlijk is.

Wat verstaat men onder symboliek?

Zinnebeeldig.

Dus niet voor ieder begrijplik.

Ik zeg dùs - wijl 't bevatten van zinnebeeldige voorstellingen, zeker niet direct onder ieders bereik ligt. Vele lezers of toeschouwers van symbolieke werken zijn vaak te eenvoudig, te natuurlijk, om symboliek te kunnen begrijpen. En niemand zal volhouden, dat symboliek beslist natuurlijk-eenvoudig is.

't Vermogen, om van genoemde pennevruchten te kunnen genieten - zetelt eer in 't verstand - dan in 't gevoel. De ontleding van 'n symboliek drama b.v., begint met beteekenisuiteenzetting en niet bij zielsontrafeling. Beiden, gevoel- en geestes-superioriteit vereenigt de symbolist in zijn werk - 't fond is logica - vergt 't meest van ons denken.

Wil men van 'n symboliek drama ten volle genieten, moet men werkelik eenigszins onderlegd zijn.

Onderlegd beteekent - beschikken over meer kunstmaatig-aangekweekte kennis, dan de natuur in vele opzichten eischt.

Nu beweren sommigen, dat 't vólk bij voorkeur symboliek wil. Dit is gehéél overeenigbaar met zijne opvoeding - met 't geen het leerde.

Kort en duidelijk, hoop 'k 't gevààr te omschrijven - dat in de geopperde veronderstelling schuilt.

Gevààr doordat ze ongetwijfeld tot verkeerde en ongewenschte uitkomsten zou leiden, in hoofdzaak daar men ènkel beweert - zonder de personen die de bewering geldt, te raadplegen - zelfs 'r mee bekend te zijn.

[pagina 400]
[p. 400]


illustratie

[pagina 401]
[p. 401]

Wat toch is - wil 't volk.

't Volk is eenvoudig en juist om die eenvoud 't méést waar.

Wat wil 't volk?

Duidelijkheid in elk opzicht:

Wat tracht men 'r door schijnbare verheffing- en erkenning- dito algemeene menschenliefde, van te maken?

'n Halfwas-zwak-zichzelf-lijkende massa - die door 't aantal - in al haar zwakte, sterk genoeg is - de oude maatschappij te stutten, den schijn van vooruitgang bevorderend.

Ik herhaal, 't volk is 't meest wààr, hoewel velen, 't daarom dòm gelooven. Mààr 't is geen domheid, die hun afkeerig maakt van ingewikkelde vraagstukken, van verfijnde hulpmiddelen, om zich 'n oogenblik zijne afdwaling te herinneren - 't is 'n groote mate van ongekunstelde oprechtheid. Helaas ook bij hen, wint z.g. ontwikkeling reeds veld.

Toch is 't eenvoudig genoeg gebleven, om niet te kunnen genieten, van niet direct ware situaties en menschen, zooals in symbolieke stukken de aandacht vragen.

De bedoeling van 't werk is bovendien moeielijk voor hen te begrijpen, want men dient verwerkend geléérd te hebben, alvorens 'n meening uit te kunnen spreken, die maar al te vaak dadelijk weerlegd wordt. Omdat het volk niet leerde, is symboliek voor hem onbegrijpelijk.

Vele symbolisten, duiden o.a. op de hoogste menschelijke plicht, zonder ook maar éven duidelik te gewagen van de oorzaken, die de absolute plichtsbetrachting onmogelijk maken, van de eigenlijke kiemen van hun drama, die ons van 't mooist levensdoel verwijderd houden. De symbolist, tracht in ons 'n ideaal te verlevendigen, - onze kortzichtigheid en afwijkingen op te sporen en kiest gewoonlijk tot vertolkers 'n klasse van menschen, die rechtstreeks tegenover het volk staat.

Daarenboven teekent hij scènes, waarbij het volk zich niet bepalen kan. 't Volksleven wijkt geheel af, van 't leven der menschen, die het voor zich ziet uitleven, 't Gebeuren is 't vreemd. Het voelt niets voor die wezens. - 't Twijfelt aan de waarheid van hun bestaan, bespót ze....

Hoe wilde men nu o.m. de drang naar symboliek bij 't volk, bewijzen?

Door zich op 't drukke bezoek te beroepen, dat de z.g. draken te beurt valt?

Vooreerst is in 'n draak niets zinnebeeldigs, en aan duidelijkheid laat hij ook niets te wenschen over. 't Geheel is bespottelijk onnatuurlijk - zoodat, als de bewering gegrond was, n.1. dat de draak als maatstaf dienen kon, symboliek bezijden de waarheid is. Dit moet 'k tegenspreken, 't Is alleen onduidelijk.

En, zult u vragen, hoe de bespottelijke onnatuur der draken met de eenvoud des volks te rijmen?

Het gaat niet naar den schouwburg om zich te ontwikkelen, doch om zich te vermaken, 't vraagt niet meer naar den inhoud, dan naar den titel. Jà 't laatste alleen spoort dikwijls tot heengaan aan, als die maar sprekend is.

Voor 't volk, is 't schouwburgbezoek eene ontspanning, en géén studie.

Dààrom verlangt het geen symboliek, waarbij 't op denken aankomt, mààr grofbegrijpelijke stukken. Eerst waren 't de draken ('r was niets anders), vervolgens de modèrne draken, tot eindelijk de realistische drama's de aandacht trokken. En naarmate het afkeerig werd en wordt van dwang - naarmate het doordringt, naarmate het zijn exploitatie bewust wordt, zal 't zich van de vaderlandsche- en gravelike draken afwenden om in duidelijke realiteit behagen te scheppen.

Er zijn 'r ook die zeggen, dat 't volk de kerk gekozen heeft, om uiting te geven aan zijn verlangen naar symboliek.

Dit is 'n kolossale vergissing.

[pagina 402]
[p. 402]

Niet 't volk gaat daar zoeken naar wanstaltige, bovenaardsche beschikkingen, en mystische wonderen, - néén 't wordt het, van af de wieg opgedrongen.

Hoe méér 't zich zal onttrekken aan kerkeliken invoeld, hoe beter bewezen kan worden, dat symboliek niet door hèn wordt verlàngd.

Wat is nu 't gevààr dat dreigt van den kant der symbolieke kunst?

Gorki zegt ongeveer:

De eerlike vraagt zich af, vanwaar 't vuur komt, waarnaar 't gaat, de schurk laat hem peinzen en warmt zich.

Dit is 't gevaar.

De eerliken concentreeren hunne aandacht op niet duidelijke, niet begrijpelijke, wankelbare idealen, de schurken maken van 't eeuwige staren, 't intense verlangen der eenvoudigen misbruik en distilleeren uit 't ijle, voor alle uitleggingen vatbare, 'n voor hen blijvende bron van inkomsten, ten koste der verdwaalde eenvoudigen.

Zoo is 't begonnen.

Zoo is 't nòg!

Zoo zal 't blijven, als we niet de decadentie der symbolieke kunstuiting aantoonen, en het gevaar - dat 'r onvermijdelik uit ontstaat.

Nu rééds zijn 'r enkelen die, ter goeder trouw, gelooven opnieuw mystiek en symboliek onder 't volk te moeten brengen, en dàt, wijl 't zich 'r aan onttrekken gaat, volhoudend dat het 't noodig heeft. - Alsof 't volk, in al zijn mooien eenvoud, van de ge degenereerde ontwikkelingswaanzinnigen, leeren kàn. Alsof die bijna alle studie, ten koste van zijn eenvoud en verguizing is. Alsof niet op den dag, dat ook 't volk door den schijn verblind, studie eischt, blijken zal, dat 90% van alle wijs- en geleerdheid - ijdelheid is - gemis aan plichtsgevoel en leugen.

Néén, niet 't volk snakt uit eigen roeping, naar voldoening in omsluierde, hoogere geheimenissen. Het wordt 't ingepompt, zoodoende van 't werkelijke leven afgeleid, wat zijn kracht verslapt, z'n denken verwart, en door zijn éénvoud, vertrouwen in geestelike herders doet stellen, daar het tàst, tast en blijft tasten, zonder natuurlijk ooit houvast te krijgen, waardoor het 't gewillige werktuig in handen der bevoorrechten is geworden.

Daaraan zullen de éérste natuurvereerders nimmer gedacht hebben, evenmin als de symbolisten 'r aan denken - die zelf óók 't gevolg der mystiek zijn - 'n anderen geloofsvorm aan te bieden, maar 't zal als van alles wat niet duidelijk genoeg is, om door elkeen begrepen te worden, tot 'n geheimzinnig, valsch verklaard levensdoel vervormen, dat door mystische beneveling, de betrachting van waarachtige plicht verijdelt, en door onnadenkendheid tot gedrochtelik bijgeloof, en miskenning van al 't individueele vergroeit, ten voordeele van menschen, die voor 'n gedeelte even onschuldig zijn, als de slachtoffers, doch intu[s]schen levensmooiheid-bestaansvoorwaarden ontfutselen aan de eenvoudigsten.

Nog eens: dit is 't gevaar waarvoor gewaakt móét worden. - 't Gevaar dat reeds van hen uitgaat, die niet door de mystische, symbolistische ringmuur konden breken... en die zeker - als we ons niet met alle kracht verzetten - de eenvoudige massa - meê zullen sleuren...

Wat de kunstminnaars betreft, laten zij zich niet wijs maken dat - door natuu[r]lijk te zijn - de kunst ten gronde gaat.

Kunst is niet, wat zij er onder verstaan.

De hoogste kunstuiting is wààr zijn, is in beelden de leugens der eeuwen bewijzen. Al 't schijnbaarverhevene, decadentie, waarvan 't gedegeneerdste gedeelte der menschheid de schuld draagt, dat door 't zelfde deel geproduceerd wordt en genoten.

 

Monnikendam - Juli - 04.

[pagina 403]
[p. 403]
a.Ontwaking.
b.Maandschrift voor sociològie, kunsten en wetenschap.
c.Antwerpen.
d.Drukker: J.B. Madou-Cop, Antwerpen.
e.‘Symboliek.’
f.4e jg., 1904, pp. 216-222.
g.johan schmidt = Johannes Ignatius Nicolaas Schmidt (Amsterdam 1878-Den Haag 1951). Acteur en auteur van een aantal toneelstukken en verscheidene handleidingen over voordracht- en toneelspelkunst. Schreef ook enkele realistische novellen die zich afspelen in de toneelwereld en in de Amsterdamse achterbuurten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Het Belfort

  • over De Boomgaard

  • over Dietsche Warande

  • over Dietsche Warande en Belfort

  • over La Jeune Belgique

  • over Ontwaking

  • over Het Pennoen

  • over Van Nu en Straks

  • over Vlaamsche Arbeid

  • over De Vlaamsche School

  • over De Vlaamse Gids

  • over De Vlaamsche Vlagge

  • over Vlaanderen