Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geluk is voor de dommen (2003)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geluk is voor de dommen
Afbeelding van Geluk is voor de dommenToon afbeelding van titelpagina van Geluk is voor de dommen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.89 MB)

Scans (0.62 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geluk is voor de dommen

(2003)–Hans Vervoort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 89]
[p. 89]

Ik herinner mij (2) - In den vreemde

Nee, dan vroeger. Je zag wedstrijden van Nederlandse ploegen pas op de televisie als bij de Zuiderburen de stadions uitverkocht waren en ze dus geen schade leden door de uitzending. En soms ging het ook dan nog niet door. Dan was er slinks nieuwe reclame aangebracht langs het veld. En dat mocht natuurlijk niet.

Door die zeldzaamheid was elke wedstrijd er toen nog één om te onthouden. Je plande je vakanties er zo goed mogelijk om heen, thuis zijn bij EK-, WK- of Europacupwedstrijden was belangrijk. Toen voetbal echt doorbrak op de televisie, in de jaren tachtig, werden we wat nonchalanter.

In 1986 maakte ik een planningsfout, en boekte een vakantie op Kreta in de periode waarin de wereldkampioenschappen in Mexico plaats zouden vinden. Alleen vanaf de kwart finales zou ik de wedstrijden thuis kunnen zien. Na een eerste godverdegodver stelde ik mezelf gerust: Nederland was in de voorronde uitgeschakeld, dus echt van levensbelang was het toernooi natuurlijk niet. En die Grieken zouden toch wel minstens zoveel wedstrijden uitzenden als de Nederlandse tv?

Op het laatste moment nam ik voor alle zekerheid nog een portable zwart-wittv-toestelletje mee het vliegtuig in. Goed idee, want in ons Spartaanse appartementje stond alleen een stoffig radiootje. Slecht idee, want de kamerantenne leverde alleen maar ruis met geluid op. Maar geen nood, het bijbehorende hotel had een barretje met een tv.

Elke nacht keek ik vanaf een uur of twee met wat Ieren en een enkele Griek de wedstrijd van de dag af: het tijdverschil tussen Mexico en Griekenland was zes uur. We keken in het donker naar het hel oplichtende beeld,

[pagina 90]
[p. 90]

want in Griekenland zag men tv nog als een klein uitgevallen bioscoopscherm, waarbij je geen ander licht aan moest hebben. Alleen bij de bar was een spaarlampje. Het gaf iets onwerkelijks aan de bijeenkomst, zoals bij het kijken naar vuurwerk op een donkere zomernacht, met onzichtbare ‘oh’ en ‘ah’ zuchtende mensen om je heen. De Ieren hadden geen reden voor andere geluiden dan diepe zuchten en toen hun team na de eerste ronde uitgeschakeld was, zag ik ze niet meer. De Grieken hadden al na enkele dagen gekozen voor een fatsoenlijke nachtrust. Ik zat dus alleen voor het scherm. In de verte stond de barman te knikkebollen bij zijn spaarlampje. Hij was duidelijk niet geïnteresseerd in voetbal, maar moest opblijven omdat het hotel reclame had gemaakt met langere openingstijden vanwege het WK. Zonder mijn aanwezigheid zou hij de bar direct dicht gooien. Met extra consumpties en dikke fooien probeerde ik het opblijven voor hem rendabel te maken, maar tegen de achtste finales haakte ook ik af: de morele druk werd te groot en behalve Argentinië met Maradonna had geen van de teams me erg kunnen bekoren. Over een paar dagen zouden we terug in Nederland zijn, keurig op tijd voor de kwartfinales.

Maar het bloed kroop, en in het appartementje zette ik 's nachts toch even het portable tv'tje aan. Veel ruis, maar het geluid was goed en ook zonder kennis van het Grieks kon je wel horen wanneer er een doelpunt gescoord werd en door wie. Rusland speelde tegen de Belgen, die een taai team hadden met zwoegende middenvelders, zwoegende verdedigers en de blonde reus Ceulemans als eveneens zwoegende middenvoor. In de verdediging Patrick Vervoort, geen familie. Ze waren onverwacht ver gekomen in het toernooi maar zouden nu ongetwijfeld door Rusland uitgeschakeld

[pagina 91]
[p. 91]

worden. Ik zat te lezen en luisterde met een half oor naar de Griekse commentator, die mijn naamgenoot aanduidde als Wèrwort. Wèrwort was zo te horen veel aan de bal, ook al zo'n zwoeger, en België was dus kennelijk in de verdediging. Business as usual. Rusland scoorde, maar België kwam terug, Rusland scoorde weer en België kwam weer terug. Een verlenging volgde en voordat ik het wist zat ik gespannen te kijken.

Nooit gedacht dat je zo een wedstrijd kon volgen: de spelers als iets donkerder ruisfiguurtjes bewegend over de grijze ruis van het veld. De bal was niet te zien, de spelers waren niet van elkaar te onderscheiden. Maar ze bewogen en ik kon zien of het een beweging was in de richting van het Belgische doel of juist de andere kant op. De commentator noemde de spelers die aan de bal waren en aan zijn stemvolume kon ik horen of we in de buurt van een schot op doel kwamen. In een kwartier leerde ik voetbal-Grieks en maakte de overwinning van de Belgen van dichtbij mee: 4-3. Drie doelpunten in de verlenging! Misschien was het op een goede tv of op de tribunes een matige wedstrijd, maar ik heb zelden zo genoten als toen, vastgekleefd aan mijn schermpje met hollende ruisfiguurtjes. Het was voor mij het hoogtepunt van dat WK.

Maar soms zijn de handicaps te groot. In de herfst van 1974 reisde ik met gezin en een vriend drie maanden lang door Indonesië. Ajax was al op zijn retour, Cruijff weg, Neeskens weg. Maar het speelde toch Europees voetbal, en om dat te kunnen volgen hadden we een wereldontvanger bij ons. Een bakbeest van een apparaat dat voor die tijd heel wat mans was. Maar wilde je de Wereldomroep op de korte golf ontvangen dan moest je op de antenne een krokodillenbekklemmetje zetten en daaraan een antennesnoer van minstens tien meter

[pagina 92]
[p. 92]

vastmaken dat je bij voorkeur nog over een boom moest gooien.

Weleens een dun lichtgewichtsnoer over een boom gegooid?

Het duurt enige tijd voordat je op het idee komt een steen aan het uiteinde te binden en daarna is enige behendigheid in het ontwijken van vallend gesteente toch wel nodig. Maar met wat lichte verwondingen hadden we het tijdig voor elkaar. De Wereldomroep zou de wedstrijd Ajax tegen Stoke City uitzenden. Geen wereldmatch, maar ook de eerste ronde van de UEFA- cup was belangrijk. We rekenden de tijd terug en vonden de zendfrequentie. Ik had er alle vertrouwen in dat het zou lukken, want uit mijn jeugd in Indonesië herinnerde ik me dat er al in de jaren vijftig een goede verbinding met Nederland mogelijk was. Negen heit de klok, met Jan de Cler hoorden we vaak. Ook Oranjevoetbal alsof je erbij was: Nederland-België met Jan Klaassens en Rinus Terlouw, de stugge verdedigers. Nederland verloor van alles en iedereen in die tijd en in de radioverslagen leerde je dus alleen verdedigers kennen, Lenstra en Wilkes kwamen te weinig aan de bal.

Een van die helden brak zijn been, je hoorde het bot op de radio knappen. En toen in februari 1953 half Nederland onder water liep en op school het gerucht ging dat er niet genoeg moederland meer was om naar terug te keren, toen konden we wekelijks in het verre Indonesië de geldinzamelingsactie van quizmaster Johan Bodegraven - ‘Beurzen open, dijken dicht’ - glashelder volgen. Als dat allemaal in 1953 kon, zou een goede verbinding ruim twintig jaar later een fluitje van een cent zijn. Maar het viel knap tegen. We kregen contact, en hoorden Dick van Rijn in rateltempo de wedstrijd verslaan. Hij deed zijn stinkende best, maar

[pagina 93]
[p. 93]

toch zagen we de wedstrijd niet voor ons. Dicks stem zwol aan en stierf weg zoals je dat verwacht bij een spannende match. Maar het geluidsvolume had niets te maken met de aanvalsgolven op het veld. Dicks stem kwam en ging met het uitdijen of inkrimpen van het heelal, volgens de atmosferische wetten van de kortegolf. En dan ben je als luisteraar snel het spoor bijster. Oké, kan gebeuren, dachten we. De wedstrijd is niet te volgen, geef ons dan maar gewoon de stand. En dáárin faalde Dick van Rijn zaliger. Niemand had hem ooit verteld dat Wereldomroep-luisteraars met voortdurende storingen te maken hebben en dat je voor zo'n omroep dus continu de stand moet herhalen.

 

‘Godverdegodver, Dick. Geef de stand nou eens, lul.’ Het hielp niet. We misten de doelpunten, we misten de tussenstanden, we hoorden geen eindstand. Dick deed ons verslag van het heen en weer gedraaf tussen de scores. Pas terug in Holland, maanden later, begrepen we dat we een historische wedstrijd gemist hadden. De laatste wedstrijd van Piet Keizer, die na door Hans Kraaij gewisseld te zijn, direct stopte met voetbal en pas 26 jaar later weer 1 (één) bal raakte, in de Arena bij de benefietwedstrijd voor Dick van Dijks weduwe. Ergens in het heelal moet nog een groot deel van het verslag van Dick van Rijn rondzwerven, want ons heeft het nooit bereikt.

 

Maar de techniek kan soms ook enorm meevallen, merkte ik in 1994. Kinderen eindelijk volwassen, partner en ik in de decembermaand weg naar Barbados in het Caraïbisch gebied. Een Bounty-eiland. Onwaarschijnlijk duur, maar vooruit: één keer in je leven.

[pagina 94]
[p. 94]

We lopen in het begin van de middag richting strand en komen langs een belendend appartement, waarvan de voordeur op een kier staat. Ik hoor het geluid van voetbal en van een Engelse verslaggever en ik hoor hem de naam Maldini noemen. Ik denk: Maldini? Maldini? Dat kan alleen Milaan zijn en dat speelt inderdaad thuis tegen Ajax. Maar het is net twee uur in de middag, dat kan niet. Alhoewel, het tijdsverschil is zes uur. Het zal toch niet waar zijn?

We hollen terug naar ons eigen hok, zetten de tv aan en het blijkt dat Barbados een sportnet heeft dat Ajax live wil zien spelen tegen Milaan. En Ajax wint natuurlijk, het wint moeiteloos met 0-2, het verliest dat seizoen geen enkele keer en haalt de Europacup. Precies twee weken later komen we terug in Holland, praten met niemand, spoelen thuis de videoband terug en kijken met een vertraging van 4 uur naar Ajax-AEK Athene. Want dat heb ik twee weken eerder met een bang hart op onze video zo ingesteld. Met maar ruimte voor een wedstrijd op de band kies ik natuurlijk voor de thuiswedstrijd tegen Athene: meer kans op een overwinning. Er zal wel weer iets misgaan met de opname, is dan mijn pessimistische verwachting. Maar het lukt ditmaal, ach, wat een wonder van de techniek! En Ajax wint met 2-0.

Een halfjaar later zitten mijn vrouw en ik op het gras bij de Leidsekade. Het is mooi weer, het is feest, Ajax heeft de cup, en het team vaart de grachten door. We zwaaien en zien Louis van Gaal naar ons kijken. Hij zwaait terug en knikt ons genadiglijk toe. Hij weet dat we op Barbados gekeken hebben, Louis houdt dat soort zaken bij.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken