Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Heden mosselen, morgen gij (1973)

Informatie terzijde

Titelpagina van Heden mosselen, morgen gij
Afbeelding van Heden mosselen, morgen gijToon afbeelding van titelpagina van Heden mosselen, morgen gij

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.53 MB)

Scans (4.32 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Heden mosselen, morgen gij

(1973)–Hans Vervoort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 3]
[p. 3]

Boekhouder

Later hoorde ik het volgende: hij kwam een keer het kantoor binnen met een groot vel postzegels in de hand. Hij zei luid en verbaasd: ‘Ik vind hier tweehonderd gulden aan postzegels op straat. En er is op gelópen...’

‘O’, zei iemand nonchalant, ‘dat is naar buiten gewaaid. Legt u het daar maar neer.’

Hij liep de trap op zoals altijd, licht hijgend en met een kleine pauze per 3 treden, want hij was ruim 60 en een zware hartpatiënt en had nog maar een onbekend korte tijd te leven. Een jaar later zat hij schuldbewust tegenover ons.

‘Maar meneer Bakker’, zei ik, ‘hoe kon u dat nou doen? Dertigduizend gulden!’

Geheel zoals het hoorde legde hij het hoofd in de handen en bewoog zijn bovenlichaam gepijnigd heen en weer. Hij was stomdronken en elk moment kon er een adertje knappen waardoor hij levenloos in elkaar zou zakken. Hij had een rood opgeblazen hoofd en zijn vrouw leed aan nierstenen en de hele boekhouding was een grote puinhoop met een gat er in.

‘Er zit één prettige kant aan’, zei Harry, ‘de winst was toch hoger dan we dachten. Jammer dat alleen meneer Bakker ervan geprofiteerd heeft.’ We lachten zwart, 3 jonge direkteuren op een rijtje, en keken naar hem en dachten: vuile smeerlap, dertigduizend gulden, ONZE DERTIGDUIZEND GULDEN, lul, ellendeling, zak.

‘Weet je wat ik net zit te bedenken’, zei Peter, ‘de belasting betaalt de helft, want anders hadden we er vennootschapsbelasting over moeten betalen.’ Dat luchtte op, maar toch, vijftienduizend gulden was ook een smak geld. Wat heeft u ermee gedaan, meneer Bakker?’ vroeg ik.

‘Hij heeft er rondjes voor gegeven’, antwoordde Peter walgend.

‘Lotto’, zei Bakker tussen zijn handen.

‘En hij heeft in de Duitse Lotto gespeeld’, zei Peter.

‘Auto’, mompelde Bakker.

‘En hij heeft er een auto voor gekocht’, zei Peter.

‘Wat voor auto?’ vroegen Harry en ik tegelijk. Bakker keek op, hij keek ons open aan met zijn zwemmerige blauwe ogen.

‘Een BMW-tje, heren’, zei hij, ‘maar heren, ik wil alles terugverdienen. Ik kan gratis voor u werken, ik kan leven van de invaliditeit en dan werk ik gratis voor u.’

‘Waarom heeft u er in godsnaam niet iets leuks mee gedaan?’ vroeg ik, ‘waarom de lotto?’

‘Wat brengt die auto op?’ vroeg Harry.

‘Ik wou het geld terugwinnen meneer’, zei Bakker tegen mij, ‘als u eens wist wat een angst ik uitgestaan heb.’

‘Ja, dat begrijp ik’, zei ik. Hij had het nog zo dom gedaan ook,

[pagina 4]
[p. 4]

het was niet eens een kwestie van fraude, maar gewoon regelmatig een greep in de kas doen zonder iets te boeken. Bij elke willekeurige controle zou hij tegen de lamp gevlogen zijn en hij had nog bof gehad dat de accountant wat later dan gebruikelijk was met zijn controle.

‘Ik heb al geïnformeerd’, zei Peter, ‘zo'n vierduizend gulden krijgen we wel voor die auto.’

Elfduizend gulden schade dus, toch nog een fors bedrag, je kunt er een aardige reis om de wereld voor maken. We dachten lang en diep na.

‘Meneer Bakker heeft nog zelfmoord willen plegen’, zei Peter, ‘hij reed aan de linkerkant van de weg.’ Bakker knikte en we keken met tegenzin naar hem. Vieze enge ouwe man, op sterven na dood en dan nog een paar medeweggebruikers in gevaar brengen ook.

Het liep tegen zes uur, alle lichten waren aan en het kantoor was leeggelopen. ‘Ik wil even overleggen’, zei ik. We lieten Bakker zitten en gingen naar een zijkamer.

‘Moet je horen’, zei ik, ‘ik zit net te bedenken, hé. Als we een goede boekhouding hadden gehad, dan zou Bakker het niet alleen afgekund hebben. Dan hadden we er nog iemand bij moeten nemen. Reken eens uit wat je dat gekost zou hebben.’ We keken elkaar opgelucht aan. Nul gulden verlies, mogelijk zelfs enige winst. Lacherig gingen we terug, maar Bakkers aanblik trok ons direct weer in de juiste stemming.

‘Die auto moeten we wel hebben’, zei Harry meteen kordaat, ‘waar staat hij?’

‘Voor de deur’, zei Bakker, ‘maar heren, ik wil het graag terugverdienen.’

‘Maar meneer Bakker nou toch’, zei ik, ‘u moet toch begrijpen dat we u niet kunnen handhaven als boekhouder. Elke basis voor vertrouwen ontbreekt nu toch? We kunnen u toch niet meer vertrouwen?’ Met waterige ogen keek hij ons hulpeloos aan. ‘Meneer Bakker’, zei ik, ‘we nemen gewoon ons verlies. Dit is een goede les voor ons geweest. Een dure les helaas. Maar we kunnen u echt niet terug nemen als boekhouder.’

‘We zullen geen vervolging instellen’, zei Harry, ‘maar ik wil wel graag het sleuteltje en de papieren van uw auto.’

Met zijn allen gingen we naar beneden om naar de auto te kijken. Licht hijgend gaf hij ons de papieren en het sleuteltje. ‘Nou’, zei Harry, ‘dan moeten we nu maar afscheid nemen. Meneer Bakker, sterkte.’

We gaven hem allemaal een hand. Hij keerde zich al om voor het wegsukkelen, toen hem een gedachte inviel.

‘Heren’, zei hij. Hij stond te zwaaien op zijn benen in de avondzon. Er kon nog steeds elk moment een ader knappen.

‘Ik heb helemaal geen geld meer, zou ik misschien vijfentwintig

[pagina 5]
[p. 5]

gulden kunnen lenen?’

We zwegen en keken hem aan. Toen greep Harry zijn portemonnaie, haalde er een briefje van vijfentwintig uit en gaf het hem. Hij bedankte uitvoerig, keerde zich om en liep weg. We keken hem na en zolang als we hem konden zien ging hij geen café binnen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken