Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Met stijgende verbazing (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van Met stijgende verbazing
Afbeelding van Met stijgende verbazingToon afbeelding van titelpagina van Met stijgende verbazing

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.65 MB)

Scans (0.31 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Met stijgende verbazing

(1980)–Hans Vervoort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 106]
[p. 106]

16

Zeer tegen mijn zin kreeg hij vrij op de avond van de viering van het vijftienjarig bestaan van Marcom. ‘Ik moet er toch een kéér mee beginnen,’ zei hij, ‘ik beloof je dat ik na een uurtje naar huis ga.’

Hij draaide al een paar weken halve dagen mee, ging 's middags terug naar de kliniek. Het was steeds goed gegaan, hij was zelfs een paar keer met klanten het café in geweest, zonder iets anders dan fris te drinken.

Maar een hele feestavond?

‘Joh, ik slik toch elke dag die refusal?’ zei hij, ‘ik kan niet eens drinken, nou ja, een glaasje of twee hooguit, want anders krijg je een aanval van ziekte, dat is verschrikkelijk.’ Ik twijfelde, hij had me te vaak verteld over de trucs die er waren om de pil niet te slikken. Maar het viel niet tegen te houden, ook de directrice van de kliniek vond dat Bert de vuurproef nu maar eens moest doorstaan. Alle paperassen waren weggeborgen en onder leiding van Ruud was de kantoortuin omgetoverd tot lampionnentuin. In allerlei hoekjes was gehuurd tuinmeubilair neergezet. Hapjes werden voortdurend rondgebracht en de belichting varieerde. In het midden troffen we Ruud en Theo.

‘Hoe gaat het?’ vroegen ze tweestemmig en wij antwoordden tweestemmig ‘Goed, en met jullie?’

Ik stapte door en liet Bert aan hen over. Te midden van het geboomte vond ik een bierbar, en onder een palm zag ik Jenny op een tweepersoonsschommelbank zitten met de besnorde jonge projectleider Govers.

Ze had een dunne groene jurk aan, zonder bh en met smalle schouderbandjes en hij was middenin zijn avances. Ik bedwong de neiging erbij te gaan staan en zijn babbel te bederven. Ik stak een hand naar haar op en ging staan kijken bij het wild dansen op oorverdovende levende muziek. Nog steeds verbaasde ik me over de uitbreiding die het bedrijf had ondergaan in de afgelopen jaren. Ik had net een nieuw flesje tamelijk lauw bier gehaald toen Theo me op de schouder tikte. ‘Kom je even mee?’

Ik liep achter hem aan naar de directiekamer, de enige ruimte die onaangetast was door de versieringsdrang. Binnen zaten Bert en Ruud en probeerden een fles rode wijn te openen met een briefopener.

‘Hier,’ zei Theo en stak hun een kurketrekker toe die hij op zak had.

‘Zeg, jullie gaan nu toch geen vergadering houden?’

[pagina 107]
[p. 107]

vroeg ik en keek bezorgd naar de fles. Het geluid van de muziek drong hier zacht door.

‘Heel kort,’ zei Theo. We wachtten tot Ruud de fles geopend had en drie glazen inschonk. Bert ledigde een blik frisdrank in zijn glas, zag ik met opluchting.

Ze keken elkaar aan, en tenslotte nam Bert het woord.

‘Hans, we willen de gelegenheid aangrijpen om jou te bedanken voor wat je de afgelopen maanden voor Marcom gedaan hebt, en natuurlijk speciaal het opvangen van mijn eh hopelijk tijdelijke inzinking. Op je gezondheid!’ Allemachtig wat aardig, we stonden allemaal rechtop, klonken plechtig, hieven het glas en namen een dronk.

De stilte werd verbroken door Theo.

‘Om het feest te verhogen, willen we je graag een plaats in de directie aanbieden,’ zei hij, ‘dat kunnen we dan zo meteen meedelen. Zoals wij het zien zouden jij en Bert een tweeëenheid kunnen vormen. Kijk, we hebben Bert aangeboden dat hij een jaar de gelegenheid krijgt om weer op peil te komen. Hij krijgt vijftig procent uitbetaald en als we hem nodig hebben kunnen we een beroep op hem doen voor wat schrijfwerk of klantencontact. Maar dat houden we minimaal. Bert zegt dat hij daar wel voor voelt, mits jij in de directie komt. Hij is er dan zeker van dat zijn klanten aan hun trekken komen en later kunnen jullie met z'n tweeën de taken verdelen, als Bert weer helemaal terug is. Wat vind je ervan?’

Drie zakenhoofden keken vrolijk naar me, volstrekt zeker dat ik met graagte zou toehappen. Het voorstel overviel me niet, Ruud had er al eens op gezinspeeld en in de kantoorroddel was mijn promotie al beklonken.

‘Ik wil er even met Bert over praten, als dat mag. Een paar minuten.’

We spraken af dat ik hen zou roepen als we klaar waren en ik bleef met Bert achter.

‘Wat is dit nu weer?’ vroeg ik.

‘Joh, ik heb al een paar gesprekken met ze gehad en het is mijn voorstel. Daar staan ze trouwens helemaal achter hoor, je hebt bij Theo een heel goede image, bij Ruud natuurlijk al lang. Kijk, het zal lang duren voordat ik weer in orde ben, en misschien ga ik wel helemaal de mist weer in. En het zijn prima jongens hoor, maar als ik ze hun gang laat gaan pakken ze mijn klanten, dat zal ze met de helft lukken en de rest vertrekt. En als ik dan terugkom kan ik opnieuw beginnen. Daarom wil ik graag dat jij mijn klanten overneemt, zoals je het nu al doet, maar dan in een directierol. Dat is toch wel het minste dat je verdient.’

[pagina 108]
[p. 108]

‘En als je dan terugkomt?’

‘Dan gaan we samen verder, net als vroeger.’

‘Tot ons pensioen,’ zei ik.

‘Tot ons pensioen,’ herhaalde hij.

Zijn glas frisdrank was leeg, hij keerde het blikje om maar er kwam niets meer uit. Hij nam de fles wijn, schonk zich zelf een bodempje in en gooide het in zijn keelgat voordat ik kon reageren.

Ik keek naar mijn oudere, stuk geraakte pleegbroer en merkte ineens dat ik een besluit genomen had waarvan ik de consequenties in de verste verte niet kon overzien, zonder dat me dat hinderde.

‘Het spijt me, Bert,’ zei ik, ‘ik doe niet mee. Ik wil jouw plek niet bewaken, ik wil nou eens mijn eigen spoor volgen.’

‘Maar je verdient het, het is jouw plek.’

‘Nee sorry, ik doe niet mee.’

Ik gaf hem geen tijd om verder tegen te sputteren, haalde Theo en Ruud terug en vertelde dat ik tot nader order beschikbaar was als projectleider, maar niet voor andere functies. Ik liet hen gedrieën achter om het verder uit te dokteren en haalde diep adem. Er begonnen zich rijke perspectieven te openen. Waarom zou ik eigenlijk niet eens wat anders gaan doen?

Een halve baan nemen en wat gaan studeren. Zangles nemen, eindelijk. Eens gaan werken aan de verhaaltjes die ik twintig jaar geleden opschreef en al zo lang in een mapje meeverhuisde. Indonesisch leren en terugkeren naar het land van herkomst. Eindelijk eens lekker gaan leven. Ik zou die vlek ook weleens weg kunnen laten halen. Géén bezoeken meer aan moeder, de weg lag duidelijk voor me open: de totale vrijmaking. Waarom zou ik eigenlijk niet emigreren, lekker een tijd in een fabriek in Canada werken, een stukje land kopen en met blote handen een nieuw bestaan opbouwen?

Ik liep naar de plek waar Jenny nog steeds met Govers zat. Hij was nauwelijks gevorderd en in de stemming waarin ik verkeerde kon ik ook geen consideratie met hem hebben.

‘Zullen we dansen?’ vroeg ik. Ze stond snel op en nam haar tasje mee, Govers kon het wel vergeten. Hij zond me een dodelijke blik toe en ik haalde verontschuldigend mijn schouders op, zonder echt medelijden, want hij had meer jaren voor zich dan ik al achter me had.

‘Hoor eens,’ zei ik tegen Jenny, ‘ik kan bijna niet dansen. Maar er schijnt hier ergens rustige muziek te zijn.’

In de koffieruimte werd romantische muziek per bandje hoorbaar gemaakt. Jenny legde haar tasje aan de kant

[pagina 109]
[p. 109]

en we voegden ons bij de drie andere paren. Prima muziek, waarbij je dicht opeengeklemd van het ene been op het andere kon wiegen. Ik legde mijn handen op haar rug, voelde haar buik tegen de mijne en stak mijn neus in haar blonde haar.

Het was een country and western-plaat, met een lange-uithalen-zangeres. Ze legde haar armen om mijn hals en door al het haar heen vond ik haar frisse mond. Alles zou nu goed komen, daar viel niet aan te twijfelen. Zo dadelijk zouden we weggaan en vanzelf bevredigend neuken en dagenlang doorbrengen met praten en ontdekken hoe we op elkaar leken. Ik voelde me twintig en verliefd. Dat mij dit nog kon overkomen, op deze leeftijd.

‘Zullen we weggaan?’ vroeg ik en merkte aan de beweging van haar hoofd dat ze knikte.

We stopten met dansen en gingen hand in hand naar de uitgang.

Maar er was iets onrustigs gaande.

Bij de deur van de directieruimte stonden Ruud en Theo nerveus te praten.

Toen ze me zagen kwam Ruud met lange passen naar me toe. ‘Zeg er is ineens iets met Bert.’

‘Wacht even, ik kom zo,’ zei ik tegen Jenny en ging de directiekamer binnen.

Daar zat Bert naar adem te happen. Ik keek automatisch naar de fles wijn, maar die was nog halfvol.

‘Ik wilde de GGD bellen, maar hij zegt dat het niet nodig is,’ zei Theo.

Bert knikte ontkennend. ‘Zo over,’ zei hij, ‘psy, psy, psychosomatisch.’

Zijn handen kropen nerveus heen en weer over zijn buik. Ik greep er één en keek bedroefd naar zijn paniek. Hij stonk naar cognac, hij moest een fles op zak gehad hebben, of hier al direct na aankomst gepikt hebben.

‘Rustig maar,’ zei ik, ‘ik blijf bij je.’

‘Pil rechterzak,’ hijgde hij.

Er zat een klein glazen potje met gele pillen in zijn linkerzak, het opschrift was niet goed leesbaar. Ik gaf hem een pil, haalde uit zijn binnenzak een heupfles cognac, leeg.

Na een halfuur was hij zover dat hij kon staan. Ruud en Theo waren op mijn dringende uitnodiging gaan feesten, Jenny had ik in hun warme aandacht aanbevolen.

We liepen wat stram naar de uitgang, en ik zag haar snel naar ons toelopen.

‘Liefje,’ zei ik, ‘sorry, maar dit is een noodgeval. Ik moet nu Bert helpen.’

[pagina 110]
[p. 110]

‘Zal ik jullie naar huis rijden?’

‘Nee, hoeft niet hoor, ik rij zelf wel.’

Waarom zei ik dat nou? Maar ik had het al gezegd en we waren al de deur uit voordat ik me kon bedenken. Ik reed hem naar huis, bracht hem naar bed, waakte tot hij sliep. Hij was stomdronken, moest al veel gedronken hebben voordat we naar het feest gingen, een wonder dat ik het niet gemerkt had. Hij was een alcoholist, met alle leugen en zelfbedrog die daarbij horen. Toen hij sliep trok ik mijn jas aan, ging op het balkon staan en keek van grote hoogte naar de gele lichten van de snelweg, een paar kilometer verderop. Ik dacht aan Bert.

Toen Hanneke en Jimmy dood waren regelde hij alles, de crematie, de advertenties ‘door een noodlottig ongeval’, de verkoop van het huis, zelfs de onderhandelingen met het wantrouwige boertje Diederiks over de huur van het zomerhuisje dat ik anderhalf jaar bewoonde.

Hoe los je een morele schuld af? Had ik al vooruitbetaald of had hij van mij nog wat te goed? Konden we nog maar eens helemaal opnieuw beginnen, tweeëndertig jaar terug en het debet en credit precies bijhouden. Misschien zou ik dan het moment kunnen uitrekenen waarop ik me van hem los kon maken, zonder schuldgevoel.

Er hing een halve maan boven mijn hoofd en ik hoorde mijn moeder, mijn echte moeder, weer zeggen dat de maan boven alle mensen scheen en dat mijn vader het zou horen als ik voor hem zong. En ik hoorde haar heldere stem weer zingen en me zelf met hoge kinderstem meezingen: maantje tuurt, maantje gluurt, al door de vensterruiten.

En zoals altijd als ik aan heel vroeger dacht, kwamen zachte tranen naar boven.

 

Einde


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken