Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het tekort (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het tekort
Afbeelding van Het tekortToon afbeelding van titelpagina van Het tekort

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.63 MB)

Scans (5.71 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het tekort

(1988)–Hans Vervoort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 39]
[p. 39]

5

De volgende dag vond ik de afdeling waar het panel beheerd werd. Drie vrouwen die tabellen bewerkten en een jonge man die de krant las.

Een slecht voorteken, je bent met z'n allen bezig, of je leest met z'n allen de krant, een middenweg is er eigenlijk niet als je het werk eerlijk verdeelt.

Ik herkende hem als de projectleider die een paar maanden geleden al het materiaal opgehaald had in Tilburg. Hij bleef zitten toen we elkaar de hand schudden en maakte geen aanstalten om zijn medewerksters aan mij voor te stellen. Jaap van Minden was dit en misschien viel hij in de praktijk mee.

‘Ach, de nieuwe baas,’ zei hij, ‘ik dacht dat je gisteren al zou komen.’

‘Heeft Max dan niet doorgegeven dat ik met Robin op pad was?’

‘Dat zou kunnen. Misschien ligt er een notitie.’

Hij bladerde wat in de papierstapel op zijn bureau, maar een van de vrouwen zei over haar schouder: ‘Er is over gebeld, ik heb het je doorgegeven, Jaap.’

Loyaliteit wekte hij kennelijk niet op.

Hij keek even naar haar rug en haalde zijn schouders op. ‘Maybe.’

‘Maar goed, nu ben ik er en ik ben benieuwd hoe het gaat. Heb je tijd om mij een beetje in te werken?’

Eindelijk stond hij op en stelde me met tegenzin voor

[pagina 40]
[p. 40]

aan zijn assistenten. Hij leek me ongeveer dertig, was klein, al licht kalend maar met lefsnorretje en hij vertelde me al meteen dat hij een weinig hoge pet op had van de oppervlakkige vraagstellingen die de vaste klanten van het panel gebruikten.

‘Tja, dat zal mijn invloed zijn,’ erkende ik grif, ‘ik hou niet van dat hocus-pocusgedoe. De Sigaar Als Fallisch Symbool. Stel nu dat Heineken een meneer was, hoe stelt u zich die heer dan voor? Als Calvé en Duyvis vechten om een been, welk merk loopt er dan volgens u mee heen?’

Daar gaf hij terecht geen antwoord op, en in de met kasten en bureaus volgepropte ruimte zochten we een lege tafel en twee stoelen.

‘Je moet het me maar niet kwalijk nemen, Jaap,’ zei ik twee uur later, ‘maar ik heb het gevoel dat jullie het nog niet echt allemaal onder controle hebben.’

Marcom deed niet aan aparte kamers en ik zei het zo zacht mogelijk, maar kon zien dat de drie vrouwen intensief meeluisterden.

‘Misschien was het al niet zo'n goed panel toen we het kregen,’ zei hij, ‘nou ja, krégen. Er is door Robin nogal wat voor betaald, begreep ik in het or-overleg.’

‘or?’

‘Ondernemingsraad. Die hebben we sinds jouw vertrek en ik ben er voorzitter van. Dat kost nogal wat tijd.’

Dat ‘sinds jouw vertrek’ beviel me niet, want ik had jarenlang gepleit voor medezeggenschap. Dat het ook dit type eigenwijze luiaards zou kunnen aantrekken, had ik nooit bedacht, maar leek achteraf bekeken wel logisch.

‘Maar hebben jullie dan geen vervangingsregeling? Zo'n panel vergt voortdurende aandacht en als jij zelf geen tijd hebt, moet iemand anders er tijd voor maken. Er liggen nu al zes projecten te wachten op rapportering, dat kan toch niet?’

[pagina 41]
[p. 41]

Hij haalde zijn schouders op, het gebaar dat ik het meest haatte.

‘Sturen jullie nog wel verjaarskaarten naar de panelleden?’

‘Verjaarskaarten? Annegien, sturen wij verjaarskaarten?’

In de verte zag ik de doos staan, nog net zo ingepakt als ik hem twee maanden geleden afgegeven had, en ik ergerde me aan de hilariteit die onder het viertal ontstond bij het openen.

In een panel van drieduizend huishoudens waren per dag zo'n vijfentwintig personen jarig, en de dag tevoren zonden we een felicitatiekaart, met een handgeplakte postzegel en een handgeschreven gelukwens. Het kostte tien minuten per dag en het werd zeer op prijs gesteld.

Ik lachte zo goed mogelijk mee met het kwartet, maar het zat me niet lekker. Alle bezigheden zijn dwaas, maar als ze een functie hebben in de algehele onzin, zijn ze toch weer nuttig.

‘En doen jullie wel eens iets met de notities van Stapel?’

Ditmaal raakte ik een snaar.

‘Stapel,’ zei Jaap, ‘dat is die man die elke week een lijstje stuurde met kritiek op de vragenlijsten, en suggesties voor de verwerking. Stapel werden we van die man.’ Hij lachte uitnodigend na die voor de hand liggende grap.

‘Hebben jullie nooit mijn overdrachtsnotitie gehad? Dat is een gepensioneerde marktonderzoeker, die bij toeval in het panel terechtkwam. Hij vind het leuk om gratis wat adviezen te geven. Heb je ooit gelezen wat hij schreef?’

‘Nou nee.’

‘Jammer. Want het is vaak heel zinnig.’

‘Hij is uit het panel gezet,’ bood Annegien als informatie aan.

[pagina 42]
[p. 42]

‘Ja, God,’ zei Jaap, ‘wist ik veel.’ Voor het eerst maakte hij de indruk zich wat schuldig te voelen over zijn onverschilligheid.

Als zuchten tot hyperventilatie leidde, zou deze man in zijn carrière een hoop slachtoffers maken.

De moed ontbrak me bijna om het nog aan de orde te stellen, maar er was toch wel enige haast bij.

‘Nog één ding,’ zei ik, ‘gisteren waren Robin en ik bij Van Maurik en die had een klacht over een onderzoekje. Het ging over vleeswaren en daar kwam steeds het merk Unix in voor.’

‘Joeniks,’ zei Jaap corrigerend.

Bij de herinnering aan de lachaanval van Robin, de vorige dag, begon er weer wat hilariteit in mij los te borrelen. Joeniks? Bij pikniks joe niks? Wat was dit toch voor een krankzinnig gedoe?

‘Hoezo joeniks? Is dat een nieuw merk, of zo?’

‘Nou, dat zou ik niet weten. Je schrijft het unix, maar je spreekt het uit joeniks.’

Uit het vrouwengroepje op de achtergrond steeg enig verstikt geproest op, en Jaap keek wat wantrouwig achterom.

‘Er klopt iets niet, Jaap. Volgens Van Maurik ging het om Unox, dat is een bekend merk vleeswaren.’

‘Vleeswaren, daar houd ik me als vegetariër niet zo mee bezig.’

‘Maar als je er je boterham mee verdient moet je toch wel de merken kennen.’

Het zweet brak me uit, zou de lul nu echt het onderzoek over een niet bestaand merk hebben gehouden? De cijfers over de merkbekendheid en gebruikspenetratie hadden er normaal uitgezien in het rapportje dat Van Maurik ons had voorgelegd. Na een kwartier zoeken bleek gelukkig dat in de vragenlijst het merk goed vermeld was, maar dat iemand de computer de instructie

[pagina 43]
[p. 43]

had gegeven om overal in de tabellen Unox te vervangen door Unix.

Een van de dames? Of de lul zelf, in een aanval van verstrooidheid?

‘Een zetfoutje,’ zei Jaap van Minden, ‘corrigeren we meteen.’

‘Nou, als ik jou was zou ik het maar snel in orde maken en even met Van Maurik bellen.’

Ik nam de helft mee van de tabellenrapporten waar een tekst bij moest en ging op zoek naar een eigen werkplek.

Max was als altijd aanwezig in de directieruimte en hij bleek daar ook een bureau voor mij te hebben laten plaatsen.

‘Ik heb net kennis gemaakt met Jaap van Minden,’ zei ik, nog puffend van kwaadheid, ‘en het is dat ik hier tijdelijk ben, maar anders zou ik onmiddellijk gaan zoeken naar een manier om van hem af te komen. Hebben jullie je slechtste man op dat panel gezet, of is het allemáál van dat brandhout?’

Max aarzelde zichtbaar of hij me iets zou vertellen, maar volstond met: ‘Ach, hij heeft ook zijn sterke kanten’, en ging haastig op pad voor een dringende boodschap.

‘O ja,’ zei hij nog voor hij de deur uit ging, ‘je weet toch dat we vanavond het vijftienjarig jubileum vieren?’

Never a dull moment. Nou ja, elke afleiding was welkom in het vrijgezellenbestaan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken