Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het tekort (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het tekort
Afbeelding van Het tekortToon afbeelding van titelpagina van Het tekort

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.63 MB)

Scans (5.71 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het tekort

(1988)–Hans Vervoort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 52]
[p. 52]

7

De vergadering van het managementteam werd door Max geleid en hij nam ons in rap tempo door de planning en het lijstje met bottlenecks.

Dit was zijn element, hij had alle onderzoeken en hun organisatorische problemen in zijn hoofd en verraste de teamleiders geregeld met feitjes die zij zelf niet kenden. ‘Denk erom Dirk, dat volgende week Olga op cursus is. En Willem, de rekening van Ropam staat nog open, zou je Van Nimwegen nog eens willen bellen, voorzichtig?’

Om vijf uur ging de ijskast open en kwamen de blikjes bier op tafel, en raakten de tongen los.

‘Heb je al gehoord dat het Telegraaf-onderzoek niet doorgaat?’ vroeg Dirk met een blik op mij, ‘dat zal je plezier doen.’

Vroeger was hij mijn vaste opponent, lang, dun en gretig. Onze discussies duurden vaak net zo lang tot we elkaar overtuigd hadden en dus toch weer tegenovergestelde standpunten innamen. De anderen werden er kierewiet van. We waren nu allebei duidelijk wat kalmer geworden, maar Dirk vertelde nog eens met smaak hoe we tien jaar geleden in discussie waren geweest over een offerte aan De Telegraaf. Voor het eerst was een ideologische discussie ontstaan, waar we ook niet weinig trots op waren. In een aanval van linkse bevlogenheid vond ik toen dat we niet mee mochten doen aan het helpen vergroten van de lezerskring van dit misse blad. Dirk vond

[pagina 53]
[p. 53]

dat je geen opdrachten mocht weigeren op grond van persoonlijke antipathie. Er was toch persvrijheid, het blad viel binnen de grenzen van de wet en als marktonderzoekbureau was je in zekere zin een publieke gelegenheid.

De volgende dag was hij om en ik door hem overtuigd. We vonden een compromis: we zouden wel de offerte uitbrengen, maar er 50 procent bovenop leggen, zodat we het onderzoek in elk geval niet zouden krijgen.

‘En wat was het resultaat?’ vroeg Max, die het verhaal intussen toch meermalen gehoord moest hebben.

‘We kregen het inderdaad niet, het onderzoek ging naar het nipo.’ Dirk was aan de pointe toe en serveerde die met verve. ‘Maar toen ik voorzichtig informeerde wat de reden was, bleek dat we ons niet uit de markt geprijsd hadden. Integendeel, we waren veel te goedkoop. Dat wekte geen vertrouwen in de kwaliteit!’

De anekdote verwekte nog steeds hilariteit, en ik herinnerde me dat we ons destijds hadden afgevraagd of misschien ook andere bureaus er een schepje bovenop gedaan hadden en dat ons schepje misschien het kleinst was geweest.

‘Dat zal ons tegenwoordig niet meer overkomen,’ zei Max, ‘onze prijzen zijn eerder te hoog dan te laag. We moeten daar toch maar eens een aparte vergadering aan wijden, met Robin erbij.’

‘Waar is Robin eigenlijk?’ vroeg Dirk.

‘O, die is bezig met een uitzending over euthanasie bij ouderdomskwalen. Het schijnt dat 63 procent van de Nederlanders daar vóór is, mits het anderen betreft. De rest kiest voor het scherper afstellen van de voetgangersstoplichten.’

‘Ha, ha.’

‘Ik vind dat Robin zich te weinig met het bedrijf bemoeit,’ zei Dirk in de stilte die viel, ‘we zien hem bijna

[pagina 54]
[p. 54]

niet meer. In de praktijk doet Max het management, en dat is prima, maar waarom maken we dat dan niet officieel?’

Er viel een diplomatieke stilte. Niemand reageerde, er werden sigaretten opgestoken en nieuwe blikjes bier geopend.

‘Hij zorgt voor een hoop publiciteit voor jullie, voor ons,’ zei ik, ‘dat is toch ook een hoop waard?’

Ik kon me voorstellen dat ze jaloers waren op de bekendheid die Robin langzamerhand had en die drie keer per week versterkt werd door de ontbijt-tv. Ooit had ik Max zien optreden als vervanger van Robin bij een quizschnabbel en ik zou nooit de blik in zijn ogen vergeten toen de presentator hem vroeg of hij het leuk vond, het werken bij het bureau van Robin van Leiden.

‘Daar gáát het eigenlijk niet om,’ zei Dirk, ‘hij zorgt nog wel voor contacten en dat levert werk op, maar hij trekt de kar niet meer, en doet allerlei beloften die nergens vast liggen. Neem nou dat Intercom-project...’

‘Ik vind dat we daar Hans niet in moeten mengen,’ zei Max en de waarschuwende klank kon niemand ontgaan, ‘het lijkt me een onderwerp om te bespreken als Robin erbij is. Ik zal zorgen dat hij er de volgende keer is.’

Dat eindigde de bijeenkomst en na wat shoptalk was het drietal senior-projectleiders snel vertrokken.

We zaten in de grote directieruimte die Max en Robin met mij deelden en toen ik bleef zitten accepteerde hij de onvermijdelijkheid van een verder gesprek.

‘Wat een vreemd slot van het borreltje,’ begon ik voorzichtig, ‘er broeit kennelijk iets.’

‘Tja,’ zei hij.

De boekhouder kwam binnen met het boekwerk van te tekenen cheques en Max kroop haastig achter de bescherming van zijn als altijd smetteloos lege jumbobu-

[pagina 55]
[p. 55]

reau. Ik keek toe hoe hij het afhandelde, een paar kleine maar scherpe kanttekeningen plaatste, en hij zag dat ik keek en kreeg meteen iets Napoleontisch. Vermoedelijk ergerde ons dat allebei.

‘Kom, laten we een pilsje gaan drinken,’ zei ik, ‘als je het aandurft.’

Zo'n uitdaging kon iemand van zijn type niet laten lopen, ook al wist hij bij voorbaat dat hij het tegen mij zou afleggen. Even later zaten we in een stil hoekje van het buurtcafé.

In het drankgebruik was Max meer een sprinter dan een marathonloper. Gulzig sloeg hij de inhoud van het glas naar binnen en zat dan ongeduldig te wachten tot ik klaar was voor een refill, want hij wist dat hij moest zorgen niet meer te drinken dan ik. Maar zijn natuurlijke hoge tempo, in het zakendoen een prae, was zijn zwakte in het café en na twee uur wissewasjes begon zijn tong wat te dubbelen.

Het leek me tijd om de cruciale vraag te stellen: ‘Waarom wil je niet dat er in mijn bijzijn over Robin gepraat wordt? Wat is er eigenlijk aan de hand?’

‘Geen goeie zaak,’ zei hij, ‘praten alsseman er niet bij is. Robin heeft z'n inzinkingen. Salgemeen bekend. Nies bezonders.’

‘Maar waarom heeft hij nu een inzinking? Ik heb laatst een dag met hem opgetrokken en hij was nog behoorlijk tierig.’

‘Speed,’ zei Max.

‘Nee, ik reed, hij moest zijn lezing voorbereiden.’

Hij keek me aan en lachte. ‘Speed! Pilletjes, coke.’

‘O.’ Ik was geïmponeerd, in Tilburg had je dat niet. Zo zo, was dat Robins nieuwe kick. Het kon erger.

‘Dat is toch niet zo'n probleem?’

‘Wie zegt dat het een probleem is?’

Hij trok zich even op uit zijn aankomende dronkenschap.

[pagina 56]
[p. 56]

‘Het is alleen soms lastig,’ zei hij, ‘kijk maar hoe jij weer binnengekomen bent. Niemand wist ergens van, had Robin even geregeld. Ja, Hans heeft huwelijksproblemen, hij moet een paar maanden weg daar. En voor we het weten hebben we een panel waar we dik geld aan kwijt zijn.’

Ik voelde me op mijn pik getrapt.

‘Maar het geeft toch omzet? En als je mij even mijn gang laat gaan levert het ook winst op.’

‘Dat is het punt niet. Werk genoeg, maar we hadden het geld nodig voor andere investeringen. Telefonisch onderzoek, internationale samenwerking. Geeft Robin ineens alle contanten uit aan dat panel! Zonder enig overleg.’

‘God, sorry, dat heb ik me niet gerealiseerd. Maar had je het dan niet tegen kunnen houden?’

‘En tussen jou en Robin komen? Weet je wel hoe sentimenteel hij over je doet? In de afgelopen jaren ging er geen maand voorbij of hij haalde herinneringen op aan vroeger, toen jullie nog samen optrokken. Ober, een dubbele whisky voor mij.’

Ik was nogal verrast.

‘We hadden met z'n drieën een goed team kunnen maken, maar op de een of andere manier ben ik er net te laat bij gekomen. Jij schreef de mooie rapporten, Robin sleepte de klanten aan, en ik hoorde er eigenlijk niet bij. En nu run ik het hele zaakje en op de een of andere manier hoor ik er nog steeds niet bij.’

Zo had ik het nooit gezien, het minderwaardigheidscomplex zit in een klein hoekje.

Max had intussen al een tweede dubbele whisky naar binnen gewerkt. Drank maakte hem menselijk en zwak, maar zijn ego zorgde ervoor dat het maar kort duurde. Ik had nog nooit iemand zo snel over de grens van oeverloze dronkenschap zien gaan.

[pagina 57]
[p. 57]

‘Mij nog een wubbele whisky,’ hoorde ik hem zeggen, en toen ik verbaasd naar hem keek blikte een wezenloos grijnzend hoofd terug.

‘Wa hoef nie wa niet wil? Hah?’ Hij keek me vol betekenis aan. Ergens in dat vindingrijke brein brandde nog een klein lampje en als zijn voorhoofd een lichtkrant was had er nog best een mededeling kunnen verschijnen. Maar voor het gebruik van de stembanden was de batterij te zwak geworden.

‘De taxi staat voor, meneer Van Zanten,’ kwam de barman melden, en gehoorzaam stond Max op, gaf me een halve armzwaai als groet en bewoog zich met grote concentratie stap voor stap naar de buitendeur.

‘Standaardprocedure,’ zei de barman op mijn verbaasde blik, ‘bij de derde whisky bestel ik een taxi, dat heeft hij zo afgesproken. Ik wou dat ik meer klanten had die zo verstandig waren.’

Verstandig was het wel, maar treurig ook. Het zakenleven vreet levens, die graag gegeven worden in ruil voor wat macht om te beslissen, een plaatsje in de vip-box, een flitsend zakenreisje.

Max gaf alles wat hij had, maar de kans leek me klein dat Robin hem ooit naast zich zou velen. Ik herinnerde me hoe graag Robin drie jaar geleden mijn aandelen in het bedrijf overnam voor een vriendenprijsje, en de euforie waarin hij belandde toen ik mijn handtekening gezet had: ‘Wat een raar gevoel, Hans, nu is het bedrijf helemaal van mij. Helemaal van mij, godverju.’

Het gaf me een vreemd gevoel hem zo blij te zien. Voor mij was het bedrijf nooit bezit geweest, want het bestond uit mensen en die bezit je niet. Maar Robin had altijd al die neiging gehad om mensen te zien als hulpstukken voor wat hij wilde bereiken. Hij kon heel sentimenteel over ze worden, zoals men sentimenteel kan zijn over trouw personeel. Maar verder ging het niet.

[pagina 58]
[p. 58]

Bij een laatste pilsje dacht ik aan wat Max gezegd had over Robin en mij. Iedereen nam maar voetstoots aan dat wij bevriend waren, maar het begrip vriendschap was mij in de loop van de jaren ontglipt. Op school had je vrienden, daar trok je de hele dag mee op en discussieerde je mee over het Leven.

En later, in het werk, waren er soms collega's waar je het goed mee kon vinden. Zo was ook mijn contact met Robin geweest. Samen vonden we het marktonderzoek uit en toen het bureau waar we werkten failliet ging begonnen we samen een eigen bureau en leerden elkaar al discussiërend de handgrepen van het zakendoen.

Ik zag hem nog voor me zoals hij toen was, een dunne blonde jongeman, vol energie en praat, en een goed talent om de klanten te laten uitleggen wat hun probleem was. En ik zat erbij en zorgde voor een bijpassende vragenlijst en schreef bij de onderzoekcijfers het rapport dat Robin vervolgens met flair als de leidraad voor het Marktgebeuren tot diep in de eenentwintigste eeuw presenteerde.

Maar vriendschap? In de jaren in Tilburg had ik eigenlijk nooit meer aan hem gedacht. En hij had mij vermoedelijk alleen gemist als partner in het werk, en de kans gegrepen om me via Bunninck weer in te huren. ‘Hans heeft huwelijksproblemen.’ Hij had er geen enkele keer naar gevraagd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken