Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het tekort (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het tekort
Afbeelding van Het tekortToon afbeelding van titelpagina van Het tekort

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.63 MB)

Scans (5.71 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het tekort

(1988)–Hans Vervoort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 90]
[p. 90]

12

‘Volgens mij is die man een ramp voor het bedrijf,’ zei ik, ‘wat zijn ogen zien vernielen zijn handen. Waarom wordt hij eigenlijk gehandhaafd?’

's Ochtends had ik de zoveelste aanvaring met Jaap van Minden gehad, er was weer eens een vraag weggevallen uit een onderzoek, en het gemak waarmee hij vanachter zijn kekke snorretje die nonchalance bagatelliseerde bracht me tot de rand van razernij.

In de planningvergadering, later op de dag, bracht ik het onderwerp maar eens naar voren. En terwijl anders altijd iedereen een mening had over wie er ook rondliep in het bedrijf, volgde nu een verrassende stilte.

‘Hij is inderdaad niet zo'n succes,’ zei lange Dirk ten slotte, ‘ik geef Hans wel gelijk.’

‘Maar waarom wordt er dan niets aan gedaan?’ vroeg ik.

Tot mijn verbazing zag ik alle blikken even op Robin gericht, terwijl toch Max de vergadering voorzat. Maar Robin bladerde in wat paperassen en scheen de aandacht niet op te merken.

‘Ik stel voor dat Robin en ik dat punt met Hans afhandelen,’ zei Max, en de opluchting van de anderen was voelbaar. Binnen een minuut hadden ze hun dossiers gepakt en waren ze vertrokken. En een uur later stonden Robin en ik uit te waaien op de pier van IJmuiden.

‘Dit is een goede plek om tot gedachten te komen,’ zei hij.

[pagina 91]
[p. 91]

Links en rechts graaiden de golven naar onze voeten, en bij deze windkracht waaide elke gedachte onmiddellijk uit mijn hoofd.

Ik vond het een nogal dwaze exercitie. Waarom naar IJmuiden om te horen wat er aan de hand was met Jaap van Minden?

Robin stond de zuurstof in te ademen alsof het een zeldzaam parfum was, en ik kreeg een vaag vermoeden van het soort impulsen waar mensen van zijn type aan verslaafd raakten. Zin in toneel? Een heen-en-weertje naar Londen. Lekker eten? Even op en neer naar Brussel. Opgebrand? De Bahama's. Of zo iets, de locaties had ik ongetwijfeld fout.

‘Ik moet toch weer eens naar Londen,’ zei Robin terwijl hij zijn hand door zijn haar haalde, ‘daar is een kapper die wonderen doet met kalende koppen zoals ik heb.’

‘Hoezo?’ vroeg ik, zonder het te willen.

‘Nou, je bent geneigd om het haar dat je nog hebt zo lang mogelijk te laten groeien en over je schedel te kammen. Bij een beetje wind klapt zo'n overkapping dan om en sta je ineens voor gek. Maar hij heeft een techniek waarbij hij dat juist niet doet en precies dat haar laat staan dat visueel het beste werkt. Hij knipt alle Engelse tv-baldies. Archibald heet hij toevallig ook. Snap je? Archibald!’

Ik glimlachte beleefd.

‘Maar dat is niet jouw probleem,’ zei hij met een jaloerse blik op mijn haar.

‘Kan je me nou eindelijk vertellen wat er aan de hand is?’ vroeg ik.

Een windstoot liet ons even wankelen en vanzelf wandelden we weer naar het vasteland.

‘Weet je wat het probleem is?’ hoorde ik hem zeggen. ‘Ik heb een keer een onderzoek gepresenteerd dat niet

[pagina 92]
[p. 92]

gehouden is. Stom, stom.’

O shit, o ellende, o sukkel. Mijn hersens begonnen meteen driftig te werken.

‘Wat voor onderzoek was dat, zijn er besluiten op genomen?’

‘Ach welnee, zo'n onderzoek was het helemaal niet. Het ging om een opiniepeilinkje voor de ontbijtshow, hoeveel procent van de Nederlanders was voor invoering van de doodstraf als het ging om roofmoord.’

‘Twintig procent,’ herinnerde ik me.

‘Vierentwintig,’ corrigeerde hij en liep met stevige tred naar een vistent.

Even later zat ik met een plastic bakje dode vis in mijn hand, de garnering bestond uit een plasje ranzige olie. Even een visje eten in IJmuiden zou ook wel betekenis hebben in jet-setverband.

Robin schranste zich door zijn portie heen en begon meteen daarna aan de mijne. Ik keek naar hem en bewonderde zijn vermogen om te genieten en alles van zich af te zetten. Dat was natuurlijk ook zijn zwakte.

‘Als je even tijd hebt, kun je me dan uitleggen wat er mis gegaan is bij dat onderzoek?’

‘Ja, sorry, dit mag niet koud worden.’

De grijze velletjes vissehuid legde hij eerst opzij, maar at ze daarna toch op, als slotdelicatesse. Het was me nooit eerder opgevallen dat hij een prominente adamsappel had, die bij het slikken steeds even door zijn strakke boord naar beneden verdween.

‘Vies hè,’ zei hij toen hij onze vliesdunne servetjes gebruikt had om zijn vingers en mond mee af te vegen, ‘maar er gaat toch niks boven lekker ordinair eten. Wat zit je nou toch afkeurend te kijken, kerel.’ Hij grijnsde de glimlach waar de ontbijtshow op draaide.

‘Sorry, ik zit te wachten op je uitleg.’

Maar hij kwam er pas toe toen we terugreden naar

[pagina 93]
[p. 93]

Amsterdam, twee uur verspild.

‘Ik had de vragen gemaakt. Jaap van Minden zou ze in de avondomnibus opnemen, maar de kluns vergat het. Ik rij de volgende ochtend langs kantoor, geen cijfers. Jaap uit bed gebeld, zegt-ie “o, ik dacht dat het voor morgen was”! Om zeven uur 's ochtends, en een uur later begint de uitzending. Wat doe je dan in je wanhoop?’

‘Maar die uitzendingen worden toch 's middags opgenomen?’

‘Die dag juist niet, het zou live zijn. Daar was ik ook wat nerveus van en nou ja, de avond tevoren hadden Marjolein en ik ruzie gehad vanwege een flirtpartijtje, nou ja, je kent me. Ik was dus maar weer de hort op gegaan, weinig geslapen, een pilletje voor de pep en bingo, als een gek de fout in.’

Ik dacht na. Het was stom wat hij gedaan had, maar was het ook erg?

‘Heb je de televisie laten betalen voor dat onderzoekje?’

‘Eh, nee, dat doen we nooit voor een paar vraagjes. Die lopen gewoon mee, en het is goede publiciteit voor ons.’

‘Goddank. Dan heb je in elk geval geen betalende opdrachtgever belazerd.’

‘En weet je wat het mooiste is? Een dag later heb ik de vragen alsnog laten meelopen, en ik zat er maar een paar procent naast!’

Wat was hij toch een bofkont. Het viel allemaal wel mee, al was het nog erg genoeg. Kwaad had Robin niet aangericht met zijn verzonnen cijfers, maar als het ooit uitkwam kon hij wel inpakken. Het vak was gebaseerd op vertrouwen, en ik zag de argwanende gezichten al voor me van toekomstige opdrachtgevers: zijn deze cijfers uit ingevingen ontstaan of hebben jullie echt de enquêtes gehouden?

[pagina 94]
[p. 94]

Ik had een wantrouwige klant wel eens voorgerekend dat het veel duurder was om een onderzoek te verzinnen, dan het maar gewoon te houden, want ook alle uitsplitsingen moesten kloppen en dat vergt veel duur denkwerk.

Wat Robin gedaan had was alleen in dit speciale geval mogelijk geweest, een paar vragen, geen uitsplitsingen, geen klant. Maar leg dat maar eens uit aan je opdrachtgevers. Marcom zou het niet overleven.

‘Wat vind jij ervan?’ zei Robin en raakte even mijn schouder aan.

‘Knap stom. Onverantwoordelijk. Klunzig. Maar goddank heb je er niemand mee benadeeld. En zolang het geheim blijft is er weinig aan de hand. Wie weet ervan?’

‘Alleen Max. Een paar anderen, Dirk bij voorbeeld, vermoeden wel dat er iets aan de hand is, maar ze weten niet wat.’

Ik was even de draad kwijt.

‘Maar wat is dan het probleem?’

Hij gaf gas om even een rood licht mee te pakken, en remde aan de overkant om een oud vrouwtje galant het zebrapad op te wenken. Paniekerig weigerde ze, het voetgangerslicht was nog niet op groen gesprongen en hoofdschuddend reed hij verder.

‘Het probleem is Jaap van Minden natuurlijk, heeft Max je dat niet verteld?’

‘Nee, Max heeft mij niets verteld.’

‘Wat een keurige kerel is dat toch. Zo worden ze niet meer gemaakt. Wat vind jij van hem?’

‘Kun je me nu eindelijk eens vertellen waar het over gaat, zonder steeds op zijsporen te raken?’

Hij parkeerde de auto, we waren al weer bij Marcom beland en legde zijn hand op mijn schouder. Onwillekeurig trok ik me terug, geen liefhebber van kleffe lichaamstaal.

[pagina 95]
[p. 95]

‘Sorry,’ reageerde hij meteen, ‘dat is de tv-tic. Ik zal het je vertellen. Lul die ik ben, schreef ik Jaap die ochtend een briefje dat hij ontslagen was omdat hij dat onderzoek niet gedaan had. De maat was vol, ik had het wel gehad met die luie donder. En toen ik 's middags terugkwam had hij al met Max gesproken. Hij vond het maar raar dat hij ontslagen werd vanwege een onderzoek dat niet gedaan was, maar toch diezelfde dag op de tv was gepresenteerd.’

‘Handgeschreven briefje natuurlijk?’

‘Sorry.’

‘Ach jezus.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken