Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het tekort (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het tekort
Afbeelding van Het tekortToon afbeelding van titelpagina van Het tekort

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.63 MB)

Scans (5.71 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het tekort

(1988)–Hans Vervoort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 109]
[p. 109]

15

Jaap was niet helemaal op zijn gemak, kon ik zien in de paar keer dat de camera een overzicht gaf van de aanwezigen. Hij zat wat eenzaam terzijde achter een tafeltje, bladerend in paperassen.

De vervangende presentator was een mopshondje, uit op oergezellig contact met het publiek. ‘Robin van Leiden is ons vandaag ontvallen,’ meldde hij monter, ‘maar we gaan het toch maar hebben over ouderdom. Brengt ouderdom eenzaamheid?, dat is de vraag van de dag en we hebben vandaag een hele meute, o wat zeg ik nou, een heel goede selectie van ouderen die hun bejaard zijn op verschillende manieren beleven. Meneer Landré, om met u te beginnen, maar u bent nog niet oud hè? De duvel is oud, hoor ik u altijd op de radio zeggen.’

‘Meneer De Leeuw, ik zeg altijd maar je bent zo oud als je je voelt.’

‘En zo is het. Zijn er hier nog meer die er zo over denken. Of juist niet? U bij voorbeeld?’

‘Nou, eh...’ Jaap wist hier niet zo goed raad mee, maar de mopshond danste al weer weg met de microfoon die hij maar heel kort aan de aanwezigen wilde afstaan.

‘Op straat voel ik mij oud,’ slaagde een dame erin mee te delen, maar hij was al weer verder: ‘En u?’

‘Nee hoor,’ zei een kleine dikke man.

‘Zo ziet u maar. Meningen verschillen en zoals gebruikelijk heeft bureau Marco, sorry Marcom daarover

[pagina 110]
[p. 110]

wat vragen losgelaten op het Nederlandse publiek. En aan dit tafeltje zit de heer Van Minden, die het ons allemaal uit de doeken zal doen. Hij werkt bij het bureau van Robin van Leiden. En hoe bevalt dat u?’

O, dat beviel Jaap uitstekend, meldde hij in de verkeerde camera, het was zijn levenslange ambitie om vast te leggen wat de meningen van mensen waren. Als historisch socioloog van origine was het hem altijd opgevallen dat men in het duister tastte over wat mensen in het verleden eigenlijk vonden van wat er op dat moment gebeurde. De Franse Revolutie bij voorbeeld, werd die gedragen door het volk of hadden we alleen maar achteraf die indruk? Wie weet wist een groot deel van het volk toen niets af van wat er gebeurde. Er waren immers niet de moderne communicatiemiddelen zoals wij die kenden. Het gerucht speelde een belangrijke rol bij voorbeeld en uiteraard...

‘Ja, ja, en als ik u even onderbreken mag, wat is nu het gerucht over de eenzaamheid van bejaarden?’ vroeg de mopshond.

‘Eh, dat kan ik wel laten zien aan de hand van wat cijfers.’

Hij gaf een competent overzicht van de resultaten van het onderzoek en even begon ik eraan te twijfelen of hij inderdaad zo slecht was als ik dacht. Presenteren kon hij in elk geval wel.

‘En wat vindt u van deze enquête,’ vroeg de presentator aan de vrouw die hij al eerder had gehad. Ze greep de microfoon vast die hij voor haar hield.

‘De stoplichten staan voor ouderen wat te krap afgesteld,’ antwoordde zij, ‘hoe vaak overkomt het mij niet dat ik bezig ben over te steken en dan wordt het halverwege rood. Reken maar niet dat het verkeer op mij wacht, dat schiet links en rechts langs je heen, je staat doodsangsten uit. En elk jaar wordt het erger. Is dat de

[pagina 111]
[p. 111]

manier om te bezuinigen op de aow? Heeft meneer hier uitgezocht hoeveel bejaarden er in het verkeer aangereden worden? En daaraan doodgaan? Het is een georganiseerde moordpartij!’

 

Een paar uur later arriveerde Jaap als een pauw zo trots op het werk. Helaas hadden maar weinigen het programma gezien, zodat hij een wat ontmoedigde indruk maakte toen ik hem aansprak.

‘Jaap, heb je even tijd voor mij?’

‘Als het gaat over dat Rotanco-rapport, ik ben bezig geweest met de ontbijtshow, ik had echt geen tijd.’

‘Nee, het gaat juist over die ontbijtshow.’

‘Je gaf een mooie presentatie,’ zei ik vijf minuten later toen we met een vers kopje koffie in de kleine spreekkamer zaten, ‘jammer dat het onderzoek niet gebeurd is.’

Hij lachte. ‘Hoezo niet gebeurd? Ik heb zelf de opdracht doorgegeven en vanmorgen de tabellen opgehaald.’

‘Vreemd. Robin vroeg me om te checken of alles goed gegaan was, want er schijnen wel eerder problemen met je geweest te zijn. Maar ik kon niets vinden van het onderzoek, en bij de telefonische unit wisten ze ook van niets.’

‘Belachelijk. Wacht, ik pak even de tabellen.’

Hij kon best snel zijn als hij wilde, en was in een minuut weer terug met de drie tabelletjes waar het onderzoek uit bestond. Triomfantelijk legde hij ze één voor één op het tafeltje.

‘Kijk. De drie grootste problemen van de ouderdom. Of men bejaarde ouders in huis wil hebben. De meest bewonderde bejaarde. Voilà.’

‘Verdraaid,’ zei ik, ‘het ziet ernaar uit dat je gelijk hebt.’

‘Hm,’ zei hij, ‘ik neem daar toch geen genoegen mee.

[pagina 112]
[p. 112]

Ik heb er mijn buik van vol om steeds door jou gekoeioneerd te worden. Ik wil dit met de directie bespreken, want zo gaat het niet langer.’

Lef had hij wel, jammer dat dat het enige sympathieke aan hem was.

‘Ik kan je geen ongelijk geven,’ zei ik en nam de tabellen nog eens ter hand. ‘Vreemd, dat er op deze tabellen geen projectnummer staat en ook geen unitcode. Het lijkt wel alsof ze op een gewone pc gemaakt zijn.’

Hij haalde zijn schouders op, dronk de laatste slok koffie en maakte aanstalten om te vertrekken. ‘Ik heb geen idee,’ zei hij. ‘Het zal me een zorg zijn hoe de telefonische unit z'n tabellen maakt.’

‘Misschien zou je je daar toch eens in moeten verdiepen. Zó doen ze het in elk geval niet. En moet je eens kijken naar deze leeftijdsuitsplitsing. Tel die groepen op en dan zijn er ineens 501 ondervraagden. Terwijl de steekproef vijfhonderd was. Dat kán natuurlijk helemaal niet in het systeem.’

‘Laat mij eens kijken.’ Hij bestudeerde de tabellen, keek en keek nog eens en ik zag dat hij geschrokken was.

‘Eerlijk gezegd lijkt het er toch wel op alsof er iets raars aan de hand is met dit onderzoek,’ zei ik. ‘Misschien heb je wel vergeten het te laten houden en heb je vanochtend deze tabelletjes op je pc zitten verzinnen. Je krijgt natuurlijk alle kans om je gelijk te bewijzen. Over een uur verwacht ik je reactie.’

Blazend van woede stond hij op en vertrok, wapperend met de tabellen. Ik begon me door de stapel marktonderzoekbladen te werken die ter lering en vermaak in de spreekkamer bewaard werden. Leuk vak, jammer dat je al doende nooit tijd had er wat bij te leren.

Al na een half uur was Jaap terug, rode vlekken in zijn gezicht. ‘Niemand weet van dat onderzoek, het lijkt wel alsof het verdomme niet gebeurd is!’

[pagina 113]
[p. 113]

‘Dat probeerde ik je al de hele tijd duidelijk te maken.’

Hij ging zitten, kwaad en meer ontredderd dan ik verwacht had.

‘Wat is er toch aan de hand?’ vroeg hij, ‘dit kan helemaal niet.’

Nu even doorbijten, had ik het in me om hem erin te luizen? Het moest maar.

‘Doe je best eens, Jaap. Deze situatie moet je bekend voorkomen.’

Hij dacht na.

‘Godverdomme, heeft het met Robin te maken? Die oude zaak?’

Ik knikte en hij lachte ongelovig.

‘Hebben jullie echt deze hele toestand opgezet?’

‘Nou voel je zelf eens wat je hem een half jaar geleden hebt aangedaan.’

‘Ik heb hem niets gedaan. Hij heeft zelf die cijfers uit zijn duim gezogen.’

‘Dat was stom van hem. En fout. Maar als jij je werk gedaan had, dan had hij die rare stunt niet uitgehaald. Toch?’

Hij schudde zijn hoofd.

‘Je zal me toch wel niet geloven, want Max geloofde het ook niet. Maar ik heb van Robin helemaal geen opdracht gehad voor dat onderzoek. Hij dacht dat hij het gedaan had, maar het was helemaal niet zo.’

Ik keek naar hem en hij keek strak terug. Hij kon gelijk hebben, maar ik geloofde hem niet. Daarvoor had hij al te veel steken laten vallen. En ik moest me nu ook niet van mijn apropos laten brengen.

‘Hoe dan ook,’ zei ik, ‘laten we proberen twee leien schoon te vegen. Die van jou en die van Robin. Jij geeft mij dat briefje dat je van Robin hebt en in ruil geef ik jou een bewijs dat je dat bejaardenonderzoek wél gehouden hebt.’

[pagina 114]
[p. 114]

‘Het is wél gehouden? Goddank.’

‘Nee, dat zeg ik niet. Ik zeg alleen dat ik je een bewijs kan geven dat jou ontlast.’

‘Maar wat staat daar dan in?’

‘Als ik je dat vertel heb ik niets meer om mee te onderhandelen.’

Dat begreep hij, maar hij was ook slim genoeg om te begrijpen dat ik hem een kat in de zak zou kunnen verkopen.

Het duurde een half uur voordat we elkaar afdoende uitgelegd hadden dat we bij gelijk oversteken allebei een risico liepen, tenslotte kon hij mij ook elk willekeurig velletje overhandigen.

‘Boeven moeten elkaar vertrouwen, er zit niets anders op,’ zei ik uiteindelijk, maar dat viel in verkeerde aarde.

‘Hoezo boef, ik heb niets gedaan dat niet deugde.’

Toch haalde hij daarna het briefje uit zijn portefeuille en ik overhandigde hem een stapeltje computervellen.

Snel keek ik of het wel Robins notitie was, en in zijn kriebelhandschrift las ik inderdaad ‘onderzoek niet verricht... laatste druppel... ontslag op staande voet’.

Jaap bladerde al even haastig de tabellen door die ik hem had gegeven.

‘Wat is dit?’ vroeg hij. ‘Het zijn dezelfde tabellen als die ik al had. Heb je me verdomme zitten belazeren?’

‘Kijk nou even. Er staat een projectnummer boven. En de naam van het team dat het onderzoek deed.’

‘Verzekeringsunit. Je hebt het door Dirk zijn club laten doen! Jezus, wat heb ik me laten bedriegen.’

‘Ik dacht wel dat je niet verder zou kijken dan je neus lang was.’

Hij stond op. Zijn dunnende haar was in de war geraakt, hij zag er moe en klein uit, en hij trilde van kwaadheid.

Zelf voelde ik me ook leeg na de confrontatie, be-

[pagina 115]
[p. 115]

schaamd, treurig. Er is niet aan te ontkomen dat je je in zo'n situatie vereenzelvigt met de ander, en ik deelde zijn machteloze woede, hij was verneukt.

‘Ik zal maar snel een andere baan gaan zoeken,’ zei hij, ‘wat me hier overkomen is gaat echt te ver. Of ontsla je me ook meteen nu ik dat beschermende briefje kwijt ben? Dat moet dan via de rechter, ik waarschuw maar.’

Ik schudde nee.

‘Dan mag ik nog niet eens mopperen vermoedelijk. Wat een menselijk bedrijf is dit toch.’

Hij vertrok, en ik kon hem niet kwalijk nemen dat hij de deur hard achter zich dichtsloeg.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken