Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het blank heelal (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het blank heelal
Afbeelding van Het blank heelalToon afbeelding van titelpagina van Het blank heelal

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.44 MB)

Scans (3.33 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het blank heelal

(1908)–Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 70]
[p. 70]

II

 
Hoe weeft zich om 't geboomt dat jonge loof.
 
Nu rusten onder 't glazen dak wij beiden
 
En wijl uw vingers frisschen drank bereiden
 
Zijn ze eêlgesteent dat in mijn scheemring schoof,
 
Zijn ze al mijn schat en kan ik niets benijden.
 
En in dit uur wensch ik voor u belijden
 
Mijn al te wankel hart en valschen zin,
 
Die mij begevend mijn geloof verraden
 
Zoodat ik meen dat ik in u bemin
 
Iets sterflijks dat niet eeuwig kan gestaden.
 
Ik weet te goed nochtans dat gij niet sterft
 
Al loopt uw bloei op 't lijf dat u nu derft.
 
 
[pagina 71]
[p. 71]
 
Ik heb mijn schemer soms zoo zwart gemaakt,
 
Mijn oogen die een zoet vergif ontstelde
 
Zagen uw teerheid en een deernis welde:
 
‘Zoo jong, zoo schoon, toch door den dood geraakt.’
 
En 'k stierf den dood dien ik aan u voorspelde.
 
o Wat een doodsangst die mijn hart versnelde,
 
Dan schokkend stil deed staan, omdat ik koud
 
En bleek uw schoon hoofd waande te zien stijven.
 
Daar zonk 't op zij, o wee me, ellendge, ik houd
 
Mijn lijf niet vast dat niet rechtop wil blijven.
 
Zoo jaagde en woedde ik op mijn hart dat slonk
 
En 'k zag niet uw gelaat dat rustig blonk.
 
 
 
Duld nu dat ik in handen 't hoofd verberg.
 
Uw licht omstraalt me. Ik weet wel dat uw stijgen
 
De wanden uitzet: uw gewaden krijgen
 
De dracht van 't woud, uw oogen zonder erg
 
Lachen uit blauwen hemel in de twijgen.
 
Hoe zal 'k u zien! Bij 't oogen-stille zwijgen
 
Breken de tranen uit en ik gevoel
 
Dat als uw lach en blik mij lang bewogen
[pagina 72]
[p. 72]
 
Ik onder gaan moest in 't te diep gewoel
 
Dat, zoet, mijn hart zou wentlen tot uw oogen.
 
Gij hebt mij lief. Gij zijt. Gij zijt altijd.
 
Ik sterf getroost, mijn lief, mijn eeuwigheid.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken