Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De figuren van de sarkofaag (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van De figuren van de sarkofaag
Afbeelding van De figuren van de sarkofaagToon afbeelding van titelpagina van De figuren van de sarkofaag

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.34 MB)

Scans (3.04 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De figuren van de sarkofaag

(1930)–Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 79]
[p. 79]

De drift die niet sterft

[pagina 80]
[p. 80]

Jakob aan de beek

 
Toen Jakob aan de beek van Jabbok kwam,
 
Het land van Laban achter hem, zijn volk
 
Al over 't water, bleef hijzelf alleen
 
Bij 't vallen van de nacht en peinsde en ging.
 
Tot eensklaps de Engel wie de breede vleugels
 
Afhingen van de schouders, voor hem stond
 
En door de schok hem neerwierp. Jakob zag
 
Geen man, geen vleugels, enkel een gelaat
 
Hem toegebogen: zijn gestrekte vuist
 
Botste op een kin in donker. De gestalte
 
Wankelde en Jakob, opgesprongen, stortte
 
Zich lijf aan lijf en 't worstelen begon.
 
De voeten op de grond geplant, de handen
 
Tastend en vattend, om de schouders nu,
 
Dan om de lenden, voorwaarts, achterwaarts,
 
Wrigglend en wagglend, en dan, eensklaps los,
 
Een vuistslag die de vijand duizlen deed, -
 
Worstlen opnieuw, geworpen, Jakob onder,
 
Dan boven, dan weer onder, tot de beiden
 
Ademloos stonden, hijgend, loerend onder
 
De donkre brauwen naar de nachtlijke
 
Gestalte voor hem, - en schoon Jakob langzaam
 
Verstond dat daar een Engel was, bewoog hem
 
Dit niet tot wijken, maar onafgewend
 
Zijn oogen in zijn oogen, merkzaam op
 
Verdediging en aanval, draaide hij
 
Heen om de man die stilstond en met oogen
 
Hem volgde en met het lichaam meê bewoog.
[pagina 81]
[p. 81]
 
Toen dan gebeurde 't. Eerst een slag, een sprong,
 
Een slag, en dan 't saamstorten, vreeslijker
 
Dan eerst, dat beendren kraakten, en de veeren
 
Van 't ruischelende vleugelpaar de twee
 
Bedekten. Wie was boven? onder? Niet
 
De sterren zagen, nauwlijks wisten het
 
De strijders zelf. Maar toen de morgen kwam,
 
Bleek naar het water, raakte de Engel zacht
 
De heup van Jakob en ontwrichtte die.
 
Dit is een teeken, zei hij. Kracht vermocht
 
Niet u te ontkrachten. Ga en toon uw volk
 
Dat ge overwont en 't merk draagt van een God.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken