Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De nieuwe tuin (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van De nieuwe tuin
Afbeelding van De nieuwe tuinToon afbeelding van titelpagina van De nieuwe tuin

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.40 MB)

ebook (2.92 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De nieuwe tuin

(1898)–Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 89]
[p. 89]

IX.

 
Soms komt hier een van die beklaagbre menschen
 
Die als een al te ranke en kranke plant
 
Hoog opgeschoten 't nuchtre huis bespant
 
Met vreemd-riekende bloemen: daad of wenschen.
 
 
 
Ons lucht zoo zilt, ons zand zoo schraal, ons oog
 
Te kalm doen hen een kleinen tijd niet tieren;
 
Maar wij die zorgzaam alle leven vieren
 
Zoeken ze een plekje dat ze koestren moog'.
 
 
 
Maar die dan gulzig 't goede leven drinken,
 
En bloem uitschieten, maken haast ons klaar
 
Dat al hun bloei geen heusche kracht is, maar
 
Een schijn waar ze ijdele oogen in verzinken.
 
 
 
Op andren terend scheppen zij zichzelf
 
Een schijn waarnaar zijzelf zich spieglend lonken,
 
Het zoete leven maakt hen dwaas en dronken,
 
Wat andrer heil waar' wordt tot hún verderf.
 
 
[pagina 90]
[p. 90]
 
Wat moet ik doen, vraagt dan mijn lief, dat beter
 
Gedachten komen uit dat arme lijf?
 
Is toch elk mensch niet, tot zijnzelfs gerijf,
 
Van de gedachte-van-zichzelf de weter?
 
 
 
Ik zei: lief, wilt gij de arme stengelplant
 
Die deze mensch is, en haar bloemen tevens,
 
Afsnijden, 'k twijfel of veel ander levens
 
Komt van de doode. Doe het niet, lief, want
 
 
 
Wel deeglijk is in somgen mensch geboren
 
De schijn van zich die voor 't waar Zelf is blind,
 
Die van 't valsch leugenbeeld zich nooit bezint,
 
Die nooit de stem van 't innigst Zelf zal hooren.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken