Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De weg van het licht (1922)

Informatie terzijde

Titelpagina van De weg van het licht
Afbeelding van De weg van het lichtToon afbeelding van titelpagina van De weg van het licht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.47 MB)

ebook (3.10 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De weg van het licht

(1922)–Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 4]
[p. 4]


illustratie

[pagina 7]
[p. 7]

Van Kim tot Kim

[pagina 8]
[p. 8]

De Bevrijding

[pagina 9]
[p. 9]

De Bevrijding

 
Het bloeidons en het rijpe vleesch, de kern,
 
Het kiemen, en het spruiten, en de boom
 
Vol bloesems waar de vrucht zich zet en zwelt:
 
Zoo telkens weer, de eindlooze wentelgang
 
Van worden en verworden, - o mijn ziel,
 
Drijft ge ooit een andre, een oorsprong-looze vrucht?
 
 
 
Wordt nu de wereld nieuw? Ik voel een vreemde
 
Verwondring over haar. Zij was zoo vol
 
Herinring voor me en het vertrouwlijk wonen
 
In haar verleden leek me telkens weer
 
Begeerenswaardiger dan 't schelle licht
 
Van ouderlooze dagen; maar nu schijnt
 
Dit heden om me als een nauwsluitend kleed
 
Van zonnestralen en ik sta en ga,
 
Zelf een vernieuwde, in dit bevrijd heelal.
 
 
 
De grenzen vielen en tot nu toe waren
 
Grenzen mijn eenge steun. Ik eerde en prees
 
Elk ding binnen zijn einder en ik sloot
 
Binnen mijn einder elk ding dat ik prees.
 
Banden van eerbied weefde ik om elk ding.
 
Mijn jeugd, mijn jonglingschap, de rijke duur
 
Van mannelijke dagen bond één snoer
 
Van sterkende verwantschap tot die dienst
 
Van de onvolprezen Binding. Mijn geloof
 
Grondde als een pijler die 't heelal droeg, zich
 
Op 't diepste weten van een grens en band.
 
Hoorde ik een lachen uit de diepte? Blonk
 
Een oog vol vrede en liefde zoo mij aan
 
Dat in verwarring of een last me ontviel
 
Zich mijn bewustzijn omwendde en opeens,
 
Vrijheid gevoelde als eerste en oudste steun?
 
Sterker mijn stand toch, en als vleugels breedde
 
Mijn zekerheid zich uit. Staan was geen staan:
[pagina 10]
[p. 10]
 
Gedragen zijn en zweven en een stijging
 
Die geen gescheidenheid erkende, alle einders
 
Doorkruiste, omvaamde, en één met iedre vorm
 
Eindlooze vrede en vreugde en vriendschap vond.
 
 
 
Toen ik in donker leefde was er een,
 
De droevigste van zonden, die mijn oog
 
Als vleermuisvlerken blindde: Vrees haar naam.
 
Ook toen mij dat bevrijdend licht eerst rees
 
Was zij daar die het onderschepte. Ik zag
 
Haar donkre lijf, dat in die heldre straal
 
Voorgoed zijn goor bestaan onthulde. Schaamte
 
Beving me, omdat zooals elk kwaad het wezen
 
Van een gevallen deugd draagt, deze 't beeld
 
Van een gevallen eerbied toonde, een grijns
 
En masker van mijn edelste genoot.
 
Was diezelf naast me, of wel zijn tweeling-broer -
 
Minder gebogen 't hoofd, gespierd en sterk -
 
Die Moed heet en soms Toorn? Hij hief 't gewicht
 
Van d'uitgestrekten arm en wees ginds ver
 
Wanden die stortten en 't ontbonden gaan
 
Van feestvierende volken. Als een stroom
 
Stort van een berg en ginds een andre stroom
 
En ginder weer een, tot eenzelfde meer
 
Hun golven mengt waar de eene de andre omarmt,
 
Zoo stortte elk volk in 't andre en luid en klaar
 
Kaatsten de heuvlen 't broederlijk gejuich.
 
 
 
Vreesloos en moedig is de liefde alleen
 
En zij alleen volkomen vrij. Waarom?
 
Omdat zijzelf de binding is die nooit
 
Wroeging voelt om 't gebondne. Waar een vrouw
 
Uit innige waanzin van haar waardloosheid
 
Zich weggeeft aan een man, of om de menschheid
 
Uit onuitspreeklijke barmhartigheid
 
Een Christus aan het kruis hangt, daar alleen
[pagina 11]
[p. 11]
 
Is vrijheid die met recht de wet vertreedt;
 
Want daar is de wet zelf, niet harteloos,
 
Maar zeker van haar reinheid. Iedre wet
 
Vervult een hoogre. Zoo de vrouw 't Geslacht,
 
Christus de Menschlijkheid, zoon van de God
 
Die 't Leven zelf is. Als een lijn, een straal,
 
Stroomt van de ziel van 't Al die ééne pijl
 
Door alle zielen en de wereld weet
 
Dat om die ééne pijl haar wentling is.
 
 
 
Bewondering en deernis! die twee machten
 
Drukken de liefde uit. Menschlijk de eene meest
 
Als een verloren gaan in 't hoogre of hooger
 
Gewaande, godlijkst de andre, als die voor 't laagre
 
Uit manlijke bereidheid zich verkwist.
 
Maar beide in menschen, beide in man èn vrouw.
 
Want dit 's 't geheim: dat scheidingen de schijn
 
Van zinnen en verstand zijn, maar elk schepsel
 
Twee en toch één is: god-mensch, man-en-vrouw.
 
 
 
Oorsprongloos spreek ik, ouderloos, de stroomen
 
Van de bevrijding reiken waar geen wortel
 
Zijn weg wringt, zaad noch kern zijn teellaag vindt,
 
Diep in de kloof van 't onuitspreekbre. Talen
 
Zijn maar de sluier die de Maja wierp
 
Voor de afgronddiepe klaarheid van haar oog.
 
Menschen verzamen, volken, en hun drang
 
Is doelloos, reedloos, maar naar de eeuwge wet
 
Die onverbidbaar werkt waar niemand ziet.
 
Noem haar de Nornen die het noodlot weven
 
Of de onbewuste Wereldwil zijn aandrang
 
Rekenschaploos volvoerend tot het wiel
 
Van 't worden omslaat: deze is de eenge Macht
 
Waar Willekeur en Noodzaak werd tot Eén.
 
Chaos of Kosmos? Als de huivring gaat
 
Van 't ongebondne door het schoon gestel
[pagina 12]
[p. 12]
 
Van de verrukkelijke wereld, dan eerst
 
Gewaren we in ons hart hun eenheid, dan eerst -
 
Wij die de handen hieven naar de Ster,
 
Jupiter, die het Recht draagt, stralend laag
 
Door 't loover toen de vuurgloed opsloeg, bloed
 
De hemel kleurde, - ontraadslen we in 't heelal
 
Dat Recht, niet van de klare goden, - want
 
Goden noch menschen reiken in die sfeer
 
Die voorging aan 't geschaapne, waar 't uit werd,
 
En zonder die 't niet zijn kan, - maar het Recht
 
Dat Chaos bindt aan Kosmos, dat de Wording
 
Niet aan 't Ontworden bindt (Natuur zijn beide),
 
Maar aan 't voor-wordinglijke rijk, de puinen
 
Van vroegre wereld waaruit de onze ontstond.
 
Hun roep galmt door ons heen, ons leven bloeit,
 
Vergaat, hergroeit, aldoor op grond, verkoold
 
Na vroegre branden, - als de druif uit lava
 
Zich vuurger gloeden zuigt dan zon kan stoven,
 
Zoo wij uit de ondergangen die ons dragen
 
Slurpten we een buiten-wereldsch recht: de geest
 
Die Kosmos schiep uit Chaos draagt in zich
 
Onkenbaar, onontleedbaar, Chaos' geest.
 
 
 
Duizling bevangt me. Ik zie hoe rijken storten,
 
Volk tegen volk zich keert, vriend tegen vriend,
 
Menschen een bouw beproeven, naar hun klein
 
Verstand beter dan iedre voorge. Ook ik
 
Bouw met de mijnen. Maar ik weet dat gij,
 
Oorsprong-looze oorsprong die geen mensch verstaat,
 
Beter dan wij werkt. Zooals, ginds in zee,
 
De Zuid-zee, 't kleinste insekten-volk een woud
 
Van takkige koralen voortbrengt, - bijen
 
Het wonder van hun arbeid doen in dienst
 
Van hun gemeenschap, zoodat noch geslacht,
 
Noch aanleg, noch veel minder wil en wensch
 
Elks taak bepaalt, maar wel de onzichtbre wil
[pagina 13]
[p. 13]
 
Van hun gezaamheid, die in geen van hen
 
Zijn aangebeden beeld heeft, zijn orgaan,
 
Zijn meestring van alle andren, maar in de een
 
Zoo onnaspeurbaar als in de andren leeft, -
 
Zoo werkt één drang in menschen. Wat wij smaadlijk
 
't Verstand van dieren noemen, het instinkt,
 
Minder dan 't menschelijk vernuft en blind
 
Voor verdre doelen, is in waarheid meer
 
Dan al ons denken, is in ons de ziel,
 
Niet van ons engbegrensde lijf, maar van
 
De heele menschheid. Rustloos, onverstoord,
 
Als water dropplend, stroomend, nu door weekre,
 
Dan hardere aardlaag zich een doorgang banend
 
Tot zeeën zwalpende onder 't licht, tot meren
 
Diep onder de aarde: zoo vloeit drop aan drop
 
Van menschlijke gemeenschap saam en zoekt
 
De kortste wegen buitenom 't verstand.
 
Water holt bergen uit, stort rotsen neer,
 
Vuur vindt een uitweg, woud en stad en vloot,
 
Doorlaaid van vonken, barnen in 't heelal.
 
Zoo ook die aandrang. Zeden knaagt hij uit,
 
De vorstendommen breken en de waan
 
Van volken bloedt en brandt op land en zee.
 
Alles om de eenheid. Als een zacht geloof
 
Dat ramp noch dood vreest, op brandstapels zingt,
 
Zoekt hij de kortste wegen. Recht naar de eenheid.
 
Zijn smettelooze wijsheid weet en wil:
 
Wij zullen één zijn, buitenom 't verstand.
 
Instinkt dat liefde is! Met welke andre naam
 
U te benoemen, ijzren pijl, geschoten -
 
De goddelijke Schutter, loodrecht staande
 
Op de uitkijktoren van 't heelal aanschouwde
 
Zijn doel, verder dan tijden, hief en spande -
 
Geschoten alle ruimten door, ondanks
 
Dood en Materie; - met welke andre naam
 
U te benoemen, diamanten straal,
[pagina 14]
[p. 14]
 
Geklonken dwars door 't duister, dat zijn wolking
 
Tot vorm en kleur werd, lichaam, leven kreeg,
 
En zoo u-zelf, gebroken door zijn damp,
 
Spieglende in eindigheid oneindigheid!
 
Koning van kataklysmen! want uw roem
 
Is niet de vrede alleen, maar wisseling
 
Van zijn en niet-zijn, de gestadige storm,
 
Die nu een klaarte is, dan een krakend woud,
 
Een ster boven een afgrond en aanstonds
 
Die afgrond zelf; de haat ontleent aan u
 
Bestaansrecht; wreedheid, valschheid, lust en waan,
 
De zonden van 't gepeupel, heel de drom
 
Van vleermuisachtige gebreken wonen
 
In u mijn huis, mijn kathedraal, mijn hemel,
 
Die boven alle dingen Liefde zijt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken