Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De weg van het licht (1922)

Informatie terzijde

Titelpagina van De weg van het licht
Afbeelding van De weg van het lichtToon afbeelding van titelpagina van De weg van het licht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.47 MB)

ebook (3.10 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De weg van het licht

(1922)–Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 15]
[p. 15]

De Gedichten van de Voorbijganger

[pagina 16]
[p. 16]

De Feestweek

I
 
Het feest drijft weg. De vlaggen wappren.
 
Ik, nu alleen, herdenk mijn jeugd,
 
Toen onder rood-wit-blauwe banen
 
Ik aan mijn vaders hand genoot.
 
Toen waren we allen één. Of kende
 
Mijn hart geen scheiding? Na dat jaar
 
Werden de Vaderlandsche kleuren
 
Symbool van burgertwist. De haat
 
Van landsman tegen landsman gierde
 
In 't laffe en triomfeerend lied.
 
Aanstonds klonk antwoord: de eigen taal wel,
 
Maar andere gezaamheid zong
 
Ter tarting van gewijde grenzen
 
Het bovenvolkelijk refrein.
 
Het bovenvolklijk zingen vulde
 
Mijn hart almeer. Ik weet niet meer,
 
Nu 't joelen van de volkszang schatert,
 
Of nog mijn hart zijn zin verstaat.
II
 
De winterschoonheid: rijp en sneeuw,
 
Lokt mij te loopen langs de landen.
 
Maar door mijn oogen die zoo graag
 
Die flonkring zagen, tuurt een vreemde.
 
Het schoongeordende gebouw,
 
Hoe ook bouwvallig, waar we in woonden,
 
Scheurde in zijn grondslag. Eer de vloer
 
Opnieuw gelegd wordt, eer de wanden
 
Weer rijzen, dak de pijlers kroont,
 
Zijn gij en ik in 't moer verlaatnen,
 
Struiklaars in puin, een horde, blind
 
Van waanzin, blootgesteld aan vlagen
 
Van 't noodweer, en wij weten 't niet.
 
Wij zoeken in ons hoofd de lijnen
[pagina 17]
[p. 17]
 
Van 't bouwplan, maar wij vinden 't niet.
 
Deze bouwt zus, die zoo. De gronden
 
Zwichten. Waan strijdt met waan. Het volk
 
Roept om een bouwheer. ‘o Mijn Meester!’
III
 
o Bochtige stroom! - Ik stuur mijn boot
 
Langs riet en plaat, door geul en kloof,
 
De rimpelreef die rotsen meldt
 
Lees ik van ver en mijd hun muur.
 
Ik ken mijn stroom en weet elk sein
 
Dat iedre kronkel, iedre pier,
 
Elk naderende houtvlot geeft:
 
Ooren noch oogen sluimren ooit.
 
Ik ken mijn stroom. Ook als de nacht
 
Hem in onpeilbre nevels hult,
 
Elk ding een dreiging wordt, elk waas
 
Bedriegt door niet bestaand gevaar,
 
Ook dan ken ik mijn stroom, dan meest,
 
Die in mijn geest geteekend ligt,
 
En siddringloos, met vaste hand,
 
Stuur ik op 't innerlijke beeld.
 
Met zekerheid gelooft mijn ziel
 
Dat aan het eind haar morgen daagt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken