Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De weg van het licht (1922)

Informatie terzijde

Titelpagina van De weg van het licht
Afbeelding van De weg van het lichtToon afbeelding van titelpagina van De weg van het licht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.47 MB)

ebook (3.10 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De weg van het licht

(1922)–Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 18]
[p. 18]

Adel

 
De zachte stem die in je zingt,
 
Kon ik die lokken met mijn lied,
 
Zij stierf dan in je zwijgen niet,
 
Maar werd een straal die rijst en springt,
 
 
 
Zij werd een zegen voor het land
 
En een verlossing voor jezelf:
 
Nu hunkert ze in het star gewelf
 
Van de gedachte die haar bant.
 
 
 
Want niemand weet als ik het weet
 
Hoe goed en trouw je je onderwerpt
 
Aan plicht die met de roede snerpt,
 
En hoe je dag na dag je kwelt
 
 
 
Voor die aanbidlijke tiran,
 
Maar daarvoor iedre zachte wensch
 
Terugdrong achter de uitingsgrens,
 
Waar hij nochtans niet sterven kan.
 
 
 
Te weinig waag je wreed te zijn
 
Terwille van een eigen recht:
 
Uit vrees voor zelfzucht werd je knecht,
 
Trots vreezend lijd je slavenpijn.
 
 
 
Ik weet niet hoe ik dit verwin:
 
Voor wie je liefhebt al te goed,
 
Verliest je hart zijn wagensmoed,
 
Dat ondoorgrondelijk begin
 
 
 
Dat lief leert hebben en nochtans
 
Zich aan geliefden niet zoo bindt
 
Of 't offert ze bereid en blind
 
Aan hooger heil dan levenskans.
 
 
[pagina 19]
[p. 19]
 
Dat heil zingt in je. 't Is de stem,
 
Niet van één sterflijke persoon,
 
Maar van in elk de menschezoon,
 
Zooals het kind van Bethlehem,
 
 
 
Schoon hem Maria heeft gebaard,
 
Geborene in ons allen is,
 
En was, voordat de duisternis
 
Door de eerste blik werd opgeklaard.
 
 
 
Dat heil zingt in je. 't Is de klank
 
Die iedre drang zijn maten geeft,
 
De toon waar iedre vorm door leeft,
 
In 't slepend loof de sterke rank.
 
 
 
't Is de adel, die de slag versnelt
 
Van 't hart dat flauwde zonder hoop
 
En 't bloed zijn levensvolle loop
 
Doet aangaan door geen vrees bekneld,
 
 
 
Het uitstort in gestalte en brein,
 
In stralend oog en zangbre mond,
 
Niet enkel in 't gezond verbond
 
Van warme blos en krachtige lijn,
 
 
 
Maar zoo getemd, bezield, doorgeest,
 
Dat schoonheid oplicht waar het straalt,
 
Alsof een engel ademhaalt,
 
Een god, in menschelijke leest.
 
 
 
Adel die moed en vrijheid werkt
 
En recht geeft koninklijk en groot
 
Van levensvreugde en stervensnood
 
Tol te eischen die zijn aard versterkt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken