Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van vrouwen ende van minne (1871)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van vrouwen ende van minne
Afbeelding van Van vrouwen ende van minneToon afbeelding van titelpagina van Van vrouwen ende van minne

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.01 MB)

Scans (8.45 MB)

XML (0.56 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van vrouwen ende van minne

(1871)–Eelco Verwijs–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 66]
[p. 66]

[Mijn vriendelic lieff] VI.

 
Ga naar margenoot+Lief troest, mijns hartzen salicheit,
 
Al rechter doecht, al wel ghemeten,
 
Ic neem dat al op mijn eyt:
 
Du biste vrou wijflic tych bezetenGa naar voetnoot1.
 
 
5[regelnummer]
Du biste mijn lief, du lieves meer
 
Doer dine reyne doghet,
 
Daerom heb ic mijns hartzen gheer
 
Ganselic tot di ghevoghetGa naar voetnoot2.
 
 
 
Och, hoech gheboren, edel wijf,
10[regelnummer]
Du selte twe punten van mi halden,
 
Daer mede huet dijn waerde lijf:
 
So bistu spieghel alder saldenGa naar voetnoot3.
 
 
 
Dat eerste punt dat wil ic di saghen:
 
Dat hiet ic waildoen, op mijn eyt.
15[regelnummer]
Dat saltu, vrou, mit gunsten draghen
 
Ende dat en laet doer lief of leyt;
 
 
 
Want weldoen is en edel tucht,
 
Die God mit groter waerden croent.
[pagina 67]
[p. 67]
 
Hout ymmer weldoen, soete vrucht,
20[regelnummer]
Ga naar margenoot+Si wart so salichlijc gheloent.
 
 
 
Uut weldoen spruut oetmoedicheit,
 
Een oerspronc van allen goeden daden,
 
Daer die edel trou bi steyt,
 
Die nie goet wijf en const versaden.
 
 
25[regelnummer]
Oec saltu, salich wijf ghehuer,
 
In noet, in weelde Gode ontsien,
 
Ende hoeden di tot alre uren,
 
Daer weldoen niet en sal ghescien:
 
 
 
So bistu wijf van hogher aerden,
30[regelnummer]
Wes machmen di gheliken dan?
 
Alle eer, die is op aerden,
 
Waer di te cleyne te loven an.
 
 
 
Och, reyne, salich wijf ghemeyt,
 
Hout weldoen in een gans vermoghen;
35[regelnummer]
Gheloeft soe licht niet datmen seit:
 
Die licht gheloeft die is balde bedroghen.
 
 
 
Dat ander punt wil ic di nomen:
 
Dat hiet: vrolic sijn in harten.
 
Daer saltu seer mede verdomen
40[regelnummer]
Ga naar margenoot+Alle lidelike smarte.
 
 
 
Ic wildi segghen wie ic meyn:
 
Vrolic sijn in goeder maten,
 
Ghenucht in hueden altsijt eyn:
 
Dus saltu, vrou, dijn leven saten,
 
 
45[regelnummer]
Ende hoeden di tot allen stonden
 
Voerder boser nider list,
 
Die dic mit valscher vonden
 
Die menighe maken hoer eer quist.
 
 
 
Och, wijflic wijf, ontsich der eere,
50[regelnummer]
Ende hout ju in vrolic hoeden
[pagina 68]
[p. 68]
 
Dijn lijf ende oec dijns hartzen gheren:
 
Wie can volprisen dijn goeden?
 
 
 
Wes in ghenuchten vrolic ho,
 
Soe en haystu hier ghien heil op aerdenGa naar voetnoot1.
55[regelnummer]
Wes gheduerich in weldoen jo,
 
So en mach di niement liden warden.
 
 
 
Mi dunct dat weldoen, vrolijc sijn
 
Twe punten sijn van hoghen naem,
 
Ga naar margenoot+Ter werelt ende ter sielen fijn:
60[regelnummer]
Daer om sijn si vor Gode bequaem.
 
 
 
Aldus so saltu, salich wijf;
 
Hout di altoes in weldoen,
 
So verciert dijn waerde lijf
 
In menigher wonnentliker croen.
 
 
65[regelnummer]
Och, enich troest mit aertschen salden,
 
Ic en weet di niet te raden bat:
 
Doer Gode latet mi dijn hulden behaldenGa naar voetnoot2:
 
Recht vriendelic bid ic di dat,
 
 
 
Mijn vriendelic lieff!
[tekstkritische noot]3. Hs. eeyt. - 7. Hs. Daer gheb. - 8. Hs. dine. - 10. Hs. houden. - 11. Hs. lief. - 12. Hs. solden.

margenoot+
H. 74.
voetnoot1
Aldus het Hs. Wat hiervan te maken is beken ik niet te weten. Het geheele sterk duitsch gekleurde stuk is zeer slordig afgeschreven en bedorven.
voetnoot2
Door de in den tekst gemaakte veranderingen krijgen de twee laatste regels een gezonden zin.
voetnoot3
In het Hs. leest men in vs. 10 houden, in vs. 12 solden. De afschrijver verstond waarschijnlijk den zin niet, verdietschte de duitsche vormen, en las voor halden - houden, en zoo ook solden, souden, in plaats van salde, van welk woord hij de beteekenis niet zal gekend hebben.
[tekstkritische noot]20. Hs. salich. - 22. Hs. En. - 38. Hs. hiet is. - 17. Hs. dit.
margenoot+
H. 75.
margenoot+
H. 76.
[tekstkritische noot]60. Hs. van G. - 65. Hs. solden. - 66. Hs. bast. - 67. Hs. mit, behouden.
voetnoot1
Daar haystu wel van geen ander ww. kan zijn dan van haen, hân, hebben, zoo zal men voor heil wel een ander woord moeten in de plaats stellen, als roùwe of iets dergelijks. Of zou men moeten lezen:
 
Soe en mestu hier ghien heil op aerden.
margenoot+
H. 77.
voetnoot2
Verg. aanteekening 3 op vs. 12.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken