Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Baron van Hippelepip (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Baron van Hippelepip
Afbeelding van Baron van HippelepipToon afbeelding van titelpagina van Baron van Hippelepip

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.15 MB)

Scans (46.42 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Illustrator

Leo Visser



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Baron van Hippelepip

(1917)–Mien Visser-Düker–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 13]
[p. 13]

[III]



illustratie

't Was op een mooien lenteavond. De maan keek zóó vriendelijk en de sterren schenen wel allen te lachen.

Het licht van de maan viel juist op den vijver, - nu schenen de golfjes wel van louter zilver te zijn gemaakt.

Langs den vijver groeiden veel rietplanten, die langzaam heen en weer wiegden.

Het was erg warm geweest, dien dag.

Ofschoon onze kikkers wel heel veel van zoo'n koesterend zonnetje hielden, vonden ze 't toch prettig, dat de zon nu eens voor een poosje weggekropen was en de maan bij hun feest zou tegenwoordig zijn.

Ja, de kikkers vierden vanavond een groot feest! Baron van Hippelepip zou gaan trouwen!

Hij was laatst eens op reis geweest en had toen bij een klein beekje, heel diep in het bosch, een snoeperig vrouwtje ontmoet. Ze schreeuwde luid om hulp, want ze zat met haar poot in een bramenstruik verward, - de doorns deden haar veel pijn; - ook kon ze onmogelijk los komen.

Hippelepip sprong gauw naar de plaats, waar hij het angstige geschreeuw hoorde, en toen hij het aardige vrouwtje zag, maakte hij gauw een mooi plan op. Hij maakte een diepe bulging voor haar, trok het bezeerde pootje uit den struik, hield 't toen in z'n eigen poot stevig vast en vroeg op smeekenden toon:

‘Lieve juffrouw! ik vind u zóó lief en zóó mooi en ik houd zóó dolveel van u, dat ik u graag altijd bij me zou willen hebben. Zoudt u mijn vrouwtje willen worden?’

De kikkerjuffer werd erg verlegen, - ze zag nu eens groen en dan weer geel van schrik, - slikte een paar keer een traan weg en fluisterde toen in Hippelepip's oor:

[pagina 14]
[p. 14]

‘Ja-a-a-a.... mijnheer! héél graag!’

Baron van Hippelepip maakte een heel hoogen sprong van pleizier, gaf zijn bruidje een paar stevige zoenen en beloofde haar te komen halen, als alles voor de bruiloft in orde was.

En nu vanavond zou er dan bruiloft worden gevierd!

Alle kikkers uit den vijver, klein en groot, waren uitgenoodigd om bij het feest tegenwoordig te zijn.

Ook veel deftige, bruine padden mochten te gast komen; en een paar salamanders hadden een invitatie gekregen, omdat ze toch nog tot de familie behoorden. Het kon een heerlijk feest worden, want eerst zou er allerlei lekkers gegeten worden, - dan zou er een zwemwedstrijd zijn, - en tot besluit een schitterend bal.

Het bruidspaar zag er fijn uit!

Baron van Hippelepip had een prachtige groene jas aan, - het bruidje een mooie bruidsjapon, waarvan al de andere vrouwtjes jaloersch waren.

Ze zaten naast elkaar op twee hooge lelie's; vlak daarvoor dreef een heel groot blad en om beurten sprongen de gasten daarop, legden hun poot eerbiedig tegen hun kikkerhart en maakten een diepe buiging.

Het bruidspaar groette vriendelijk terug, het bruidje wuifde met een viooltje, dat ze als waaier gebruikte.

De salamanders zagen er verbazend prachtig uit!

Allen hadden ze voor dit feest een nieuw pak besteld, waarvan de rug met mooie, bruine kant versierd was.

Een paar hagedissen, die tusschen het gras stonden te gluren, fluisterden wel zachtjes: ‘zulke pronkepunten!’

Maar de salamanders deden, of ze dit niet hoorden.

En de padden, die wat laat van huis waren gegaan en heel hard hadden geloopen, hadden een vers geleerd, ter eere van het bruidspaar, maar ze waren zóó buiten adem, dat niemand verstaan kon, wat ze eigenlijk zongen.

Maar bij den laatsten regel: ‘L.... l.... leve! het bruidspaar!’ - beduidde de oudste pad aan zijn omstanders, dat alle gasten mee moesten zingen. ‘Allemààl!’ schreeuwde vader pad en daarop zongen alle genoodigden luid mee en wuifden met hun pooten.

[pagina t.o. 14]
[p. t.o. 14]


illustratie

[pagina 15]
[p. 15]


illustratie

Toen het diner zou beginnen, sprong het bruidspaar van hun bruiloftsstoel af, en twee aan twee liepen alle gasten in een lange rij naar de plaats, waar het feest gegeven zou worden.

Dit zou plaats hebben op een heerlijk plekje in het bosch, waar een zacht kleed van mos lag en waar veel vuurroode padden-stoelen groeiden, zoodat de gasten een dak hadden, als het eens mocht gaan regenen.

Ofschoon de maan al haar best deed, om veel licht te geven en alle sterren mee wilden helpen, - had het bruidspaar het toch beter gevonden, om een paar glimwormen op visite te vragen.

Niet omdat ze 't zulke aardige gasten vonden, o, neen! 't waren saaie pieten! - maar ze zouden dan meteen de eet- en balzaal kunnen verlichten, want stel je eens voor, dat de maan achter de wolken kroop! - dan zou heel het feest niet door kunnen gaan!

Toen de kikkerfamilie op de plaats van het feest kwam, stond bij iederen paddenstoel al een glimworm te glimmen.

Een paar jonge kikkers hadden zich een lelieblad als schort voorgebonden en moesten dienst doen als kelners.

Ze droegen groote bladen met allerlei heerlijke vliegjes en mugjes, die in het zonlicht gebakken en gebraden waren en overheerlijk roken.

Iedere gast mocht zooveel eten, als hij maar wilde, - er werd ook honing gedronken uit mosbekertjes.

't Was een heerlijk feest!

De salamanders vooral werden erg vroolijk. Telkens stak een van hen zijn glas in de hoogte en riep dan met luide stem:

[pagina 16]
[p. 16]

‘Lang zal Hippelepip leven! Lang zal hij leven in de gloria!’ en dan gooide hij zijn staart van puur pleizier in de lucht en maakte er allerlei kunstjes mee.

Een heel oude kikker, de opa van Hippelepip, had een lang gedicht gemaakt; maar hij was te oud, om het uit zijn hoofd te leeren, - daarom had hij het maar op een Irisblad geschreven en las het nu met trillende stem voor.

Op het laatst werd hij zóó zenuwachtig, dat hij zijn pooten voor de oogen bracht en hard begon te huilen.

Maar een kelner gaf hem gauw een beker honing te drinken en een andere kelner stopte allerlei lekkere muggen in z'n bek, zoodat hij weer vroolijk werd en zelfs nog een dansje deed met het lieve bruidje.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken