Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Darwinia (1876)

Informatie terzijde

Titelpagina van Darwinia
Afbeelding van DarwiniaToon afbeelding van titelpagina van Darwinia

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.09 MB)

ebook (3.12 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Darwinia

(1876)–Anne Johannes Vitringa–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Een roman uit een nieuwe wereld


Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

[Tweede deel]

Darwinia krijgt een voorbeeldig neutralen staatsgodsdienst en het blijkt, dat de leden der kamer zich de lippen te vergeefs hebben gelikt. Glatthaut is den heeren Jezuieten te slim af.

Na aldus het terrein voor zijn staatkundigen veldtocht te hebben voorbereid, liet Glatthaut weldra door zijn ambtgenoot van binnenlandsche zaken en onderwijs een wetsontwerp indienen.

De aanhef der memorie van toelichting luidde:

‘Nieuwere ontdekkingen op zoölogisch gebied hebben ons tot de ervaring gebracht, dat den mensch een zonderling gevoel is aangeboren, 't welk men zou kunnen bestempelen met den naam van godsdienstzin.

‘'t Is hier niet de plaats om over de gegrondheid der denkbeelden, die dit gevoel bij zijn bezitter opwekt, te redetwisten. Wij constateeren enkel 't bestaan van dit gevoel en het feit, dat het wordt aangetroffen bij alle burgers van Darwinia, met uitzondering van de bovenmatig geleerde specialiteiten en celebriteiten, de al te versufte dronkenlappen en de reeds door verveling en kribbigheid gek gewordene vrouwen.

‘Daar, zooals ik de eer had op te merken, dit gevoel bij alle overige met gezonde hersenen begaafde burgers van Darwinia gevonden wordt, schijnt het den minister in strijd te zijn met alle liberale beginselen, dat de Staat dit gevoel onderdrukt.

[pagina 2]
[p. 2]

‘Dit toch is thans inderdaad het geval. De grondwet laat geen enkelen vorm van godsvereering toe. De uitvoerende macht duldt slechts oogluikend eenen cultus, dien wij allen kennen, maar dien ik ter dezer plaatse niet officiëel zal noemen.

‘'t Is waar, de geest der stichters van dezen staat was tegen alle openbaringen van het godsdienstig gevoel gekant. Maar de vraag is, of zij in de toenmalige omstandigheden datgene hebben kunnen voorzien, wat eenmaal bij hoogere beschaving zou blijken eene behoefte der natie te zijn.

‘Het is met het oog op deze overwegingen, dat de minister in dit ontwerp aan alle burgers van Darwinia volkomen vrijheid van godsdienst waarborgt, ja, een stap verder gaat, door alle mogelijke uitingen van het godsdienstig gevoel onder de bescherming van den Staat te stellen.’

De minister, die deze memorie voorlas, voelde behoefte om een teug water tot zich te nemen en zweeg dus eene wijl. Van dit oogenblik maakten aanstonds de zeventigmannen gebruik, om aan 't woord te komen. Reeds wilde een de netelige vraag opperen, wat god is. Een ander zette zich schrap om te betoogen, dat er geen gevoel bestaat. Een oud-liberaal meende de partij te moeten opnemen voor de stichters der kolonie. Van alle kanten klonk het: President, ik vraag het woord!

Mijnheer Joachim Schwarzsalz heeft het woord! riep deze.

Joachim rees op: Ik heb de eer een amendement voor te stellen...

Kerel, bedenk, wat gij doet! beet hem zijn buurman in 't oor. Hebt gij lust om honderd gulden te betalen?

De spreker verbleekte. 't Is waar ook, mompelde hij en ging ijlings weer zitten: Mijnheer de voorzitter, ik zie van 't woord af.

[pagina 3]
[p. 3]

Welnu, zeide de president, dan is de beurt aan Dr. Wilhelm Kobalt.

Mijnheer de voorzitter, sprak deze, 't was mijn voornemen de overbodigheid van een godsbegrip te betoogen en het goed recht der mechanische oorzaken uiteen te zetten. Maar daar het mij niet mogelijk is, dit in tien minuten ten einde te brengen, laat ook ik het woord aan anderen over.

Wel, riep eene stem, spreek dan langer dan tien minuten, des noods den heelen dag! Dan komt er wat in den pot, en wij zullen niet al te scherp toeluisteren.

Zulke gierigaards, die aristocratische oud-liberalen! hoorde men vrij duidelijk zeggen.

Nu, als gij lust hebt om te betalen, neem dan zelf het woord op!

Ik? Ik heb niets te zeggen!

Dat was een der Darwiniaansche zeventigmannen nooit gebeurd, dat hij niets te zeggen of te amendeeren had.

De voorzitter riep de overigen, die zich hadden aangemeld, op de rij af, maar kreeg van allen 't zelfde bescheid.

Het was duidelijk: geen enkel Darwiniaansch kamerlid voelde zich bij machte om binnen tien minuten zijn gevoelen te zeggen.

Zie zoo, dacht Glatthaut, terwijl hij zich vergenoegd de handen wreef, ik heb het liberale middel gevonden om die liberale heeren te muilbanden.

Dan, hernam de voorzitter, zal ik art. 1 in stemming brengen.

Daar nu bij het reglement van orde voldoende voorzien was tegen het zoogenaamde ‘doodstemmen’, sprak het van zelf, dat het artikel met algemeene stemmen werd aangenomen.

Een tweede voorstel ging verder. Daar nu toch een

[pagina 4]
[p. 4]

maal het bestaan van den godsdienstzin en het goed recht van zijne uiting door den staat erkend was, vond de wetgever het, vooral met het oog op de eischen eener ordelijke bevolkingsstatistiek, niet meer dan billijk, dat ieder burger als aanhanger van het een of ander kerkgenootschap werd ingeschreven.

Dit voorschrift hadden de heeren Jezuïeten onzen vriend Glatthaut weten te ontwringen. Het zou de prijs zijn voor den dienst, dien zij hem bij de verkiezing hadden bewezen. Hunne berekening was niet slecht: aangezien hunne godsdienst de eenige was, dewijl de overige bevolking feitelijk het atheïsme beleed, meenden zij, dat bij de inheemsche onverschilligheid voor godsdienstzaken allen zonder onderscheid zich zouden haasten om zich bij het Katholieke kerkgenootschap te laten inschrijven.

En toch bleek het, dat hunne berekening niet in allen deele opging. Wel was de dankbaarheid van Glatthaut onbegrensd, wel was de concessie, die hij hun gedaan had, zeer groot, maar toch was hij den heeren Jezuïeten te glad.

Toen zij zich reeds verkneuterden in het vooruitzicht van den Heiligen Vader, als die eenmaal mocht teruggevonden worden, eene geheele kudde van gewezen atheisten ter hand te zullen stellen, verschenen lang voor den tot uitvoering der wet bestemden termijn twee andere met algemeene stemmen in de volksvergadering genomene besluiten.

Het eene beval de oprichting van een achtsten ministerzetel en wel van openbaren eeredienst. Tegelijk werd tot groote teleurstelling der paters daartoe een persoon aangewezen, die niet tot hunne aanhangers behoorde.

Het tweede besluit hield in, dat ten behoeve van allen, die zwarigheid maakten, om zich bij een bestaand kerkgenootschap te laten inschrijven, van staatswege eene kerkleer zou worden samengesteld, in dier voege gefor-

[pagina 5]
[p. 5]

muleerd, dat ieder ermee zou kunnen instemmen. Het opstellen van zulk eene geloofsleer, die den naam zou voeren van ‘Darwinia-godsdienst’, werd aan den nieuwen minister opgedragen.

Dat was den heeren eene leelijke snee door den neus.

Weldra was de minister, zooals vanzelf spreekt, door Glatthaut geïnspireerd, met zijne geloofsleer gereed. Ziehier eenige van de voornaamste artikelen.

‘Het is den belijders der vrije kerk van Darwinia verboden om aan een Opperwezen te gelooven. De naam van zulk een wezen, hetzij men 't zal willen betitelen als God, Paus, Lieve Vrouw, Chud of iets dergelijks, 't zij men er een nieuw woord voor zou willen verzinnen, mag niet genoemd worden. Verdraagzaamheid moet de hechte grondslag van ons geloof zijn. Deze zou verstoord worden door het noemen van, of het doelen op een wezen, welks door sommigen beweerd bestaan velen landskinderen een doren in het oog is.

‘De Darwinia-godsdienst verbiedt mitsdien elke andere wereldbeschouwing dan de zoogenaamde mechanische. Bij school- en kerkelijk onderwijs mogen de oorzaken van 't ontstaan der dingen niet anders verklaard worden dan uit de aan allen bekende beginselen van het Darwinisme.

‘Geene openlijke ceremoniën of bijeenkomsten mogen plaats hebben. De godsdienstoefening behoort binnen de muren van ieder huis zonder vertooning naar buiten of hoorbaar gerucht gepleegd te worden. Kortom in allen deele zoodanig, dat niemands ergernis er met mogelijkheid door kan worden opgewekt.

‘Aan alle belijders wordt dringend aanbevolen het in beoefening brengen van en opwekken tot de gewone maatschappelijke en bekende Darwinistische deugden.

‘Aldus besloten in onze wetgevende vergadering, enz.’

[pagina 6]
[p. 6]

Zie zoo, kon Glatthaut op zekeren dag na afloop der kamerzitting tot zijne collega's zeggen, dat hebben we er al weer door. Wat zeggen de heeren van mijn reglement van orde, - werkt het goed, he?

Uitmuntend, uitmuntend, riep Frommherz, de minister van eeredienst. En 't mooist van alles is, dat zij zich te vergeefs de lippen gelikt hebben. Er komt geen cent in den pot. Dat gehaspel over de vischeterij was ook niet noodig geweest.

Neen juist, zoo moet het loopen: een vette pot zou een ongunstig teeken zijn. Wij willen hopen, mijn vriend, dat de heeren zich in den loop der zitting de maag niet zullen bederven. Maar dan, als wij goed wat hebben afgedaan, is het ook mijn stellig voornemen hun bij 't einde onzer werkzaamheden een maaltijd aan te bieden, die zal klinken als een klok.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken