Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620 (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.39 MB)

XML (1.99 MB)

tekstbestand






Editeurs

C.R. de Klerk

B.H. Molkenboer

H.W.E. Moller

J. Prinsen J.Lzn

Leo Simons

J.F.M. Sterck



Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

emblematiek
verzameld werk
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes
tragedie/treurspel
tragikomedie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

(1927)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 630]
[p. 630]

57. De Vlieghe en Mieren.Ga naar voetnoot*



illustratie

1 Sulcke redenen zijnder ghevallen tusschen Maximianum ende Diocletianum. Want als 2 Maximiamus onderstont Diocletiano wijs te maken dat het beter was op zijn boersch 3 als op zijn hoofsch te leven: soo heeft Diocletianus het Keyserrijck ende al zijn 4 Mt. verlaten, ende op't veldt in een hutte hem met slechte cost ende dranck laten 5 ghenoeghen; tot den welcken Maximianus namaels quam ende prees ende roemde 6 hemselven boven Diocletianum, om dat hij daghelijcx heerlijck leefde, ende aende 7 Keyserlijcke tafel wel at ende dronck, en dat Diocletianus zijn buyck met grove spijs 8 vervulde. Daerop hem Diocletianus antwoorde: hij was met sulcx wel te vreden. Want 9 een goet Ruyter, wort wel uyt den zadel gelicht: Ende costelijcke brassers, zijn haer 10 leven niet seker.

CVSPINIANVS.

[pagina 631]
[p. 631]
LVII
 
Der Vlieghen Keyzer zich veel lofs heeft toegeschreven,
 
Vermits hij in't palleys der Princen hoogh verhevenGa naar voetnoot2
 
Aen s'Vorsten tafel at, daer t'Mierken t'zomers vastGa naar voetnoot3
 
Met arbeyd was bezwaert en wonderlijck belast;Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Zoo datze meer een Peert of Ezel was gheleken,Ga naar voetnoot5
 
Die staegh tot d'ooren toe in slavernije steken.Ga naar voetnoot6
 
Den arbeyd, zeght de Mier, kan niet zoo schand'lijck zijn,
 
Als leegheyd, die best past den Hond of t'vuyle Zwijn.Ga naar voetnoot8
 
Welcx leven van ons tween oock waert is meerder eerenGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Zal ons d'ervarentheyd des tijds heel kortling leeren.Ga naar voetnoot10
 
T'was nauwelijcx ghezeyd; de winter-tijd verscheen:
 
De Vlieghe in armoe sterf met droefheyd en gheween;Ga naar voetnoot12
 
Maer d'altijd kloecke Mier verzorght in hare schuren,Ga naar voetnoot13
 
De winter wonder veyl in weelde kon verduren.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
‘De Luyaert, die de bloem van 'slevens tijd verslaept,
 
‘In plaets van vruchten niet dan stekel-doornen raept:
 
‘Vergaet in zijn ellend; terwijl door s'Heeren zeghen,
 
‘De vrome wel verzorght en heerlijck is bedeghen.Ga naar voetnoot18
voetnoot*
Onderschrift:
Regel 1 redenen: gesprekken, woorden; (vergelijk: er zijn harde woorden gevallen); Maximianum en Diocletianum: Latijnse buigingsvormen. - r. 2 Maximiánus: Romeins keizer (305-311) opvolger van z'n schoonvader Diocletianus (284-305), de beruchte kristenvervolgers; onderstont: ondernam, probeerde; Diocletiano: Lat. 3e n.v. - r. 3 op zijn hoofsch: volgens de gewoontes van 't hof; het Keyserrijck: 't Keizerschap. - r. 4-5 Mt.: majesteit; slechte: eenvoudige; hem laten ghenoeghen: zich te vreden gesteld; tot den welcken: tot hem (tot wie, 't Latijnse ad quem); namaels: later. - r. 6 hemselven: zichzelf; heerlijck: als 'n vorst (heer), vorstelik. - r. 7 wel: goed. - r. 8 vervulde: vulde; Daerop: waarop; met sulcx: met dit, hiermee. - r. 9 een goet Ruyter....: 'n spreekwoord met de bedoeling hier: die keizer is, kan de kroon verliezen; costelijcke: kostbare, dure; Cuspinianus: zie onder prent 2.
voetnoot2
't palleys der Princen....: 't hoog verheven, vorstelik paleis (Princen: vorsten).
voetnoot3
daer: terwijl; t'zomers: 's zomers (uit te zomer: in de zomer en s'zomers, zoals tsnachts uit te nacht en 's nachts); vast: voortdurend.
voetnoot4
wonderlijck: biezonder, heel erg.
voetnoot5
was gheleken: had geleken (was gheleken uit gelijk was en had geleken).
voetnoot6
in slavernije steken: in zware arbeid zitten.
voetnoot8
leegheyd: ledigheid.
voetnoot9
Welcx leven...: Wie van ons tweeën z'n leven.
voetnoot10
d'ervarentheyd: de ondervinding; heel kortling: binnen heel korte tijd.
voetnoot12
sterf: stierf (sterf de ouwere vorm).
voetnoot13
kloecke: ijverige; verzorght: goed bezorgd, goed voorzien.
voetnoot14
veyl: veilig, onbezorgd; verduren: doorkomen, doorstaan.
voetnoot18
De vrome: de werkzame; heerlijck is bedeghen: in heerlike rijke voorspoed is (bedeghen: gegroeid; van bedijen: in voorspoed toenemen).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken