Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627
Toon afbeeldingen van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627zoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10,98 MB)

XML (3,16 MB)

tekstbestand






Editeurs

C.R. de Klerk
B.H. Molkenboer
H.W.E. Moller
J. Prinsen J.Lzn
Leo Simons
J.F.M. Sterck


Genre

poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

(1929)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
bron

J.F.M. Sterck, H.W.E. Moller, C.R. de Klerk, B.H. Molkenboer, J. Prinsen J.Lzn. en L. Simons (eds), De werken van Vondel. Tweede deel 1620-1627. De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur, Amsterdam 1929

codering

DBNL-TEI 1
dbnl-nr vond001dewe02_01
logboek

- 2003-12-12 CB colofon toegevoegd

- 2005-08-22 CB conversie van het bestand naar teixlite

verantwoording

gebruikt exemplaar

exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, sign.: VGB. Ned. 56 2601

 

algemene opmerkingen

Dit bestand is, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De werken van Vondel. Tweede deel 1620-1627 van Joost van den Vondel, uitgegeven in 1929. Aan dit deel werkten J.F.M. Sterck, H.W.E. Moller, C.R. de Klerk, B.H. Molkenboer, J. Prinsen J.Lzn. en L. Simons mee.

Een gedeelte van de ‘Aanvullingen en verbeteringen’ op p. 921 e.v. betreft het eerste deel van De werken van Vondel, deze pagina's zijn ook opgenomen in het colofon van het eerste deel, onder de ‘redactionele ingrepen’.

 

redactionele ingrepen

p. 14: toegevoegd ‘[rechterzijde, rechtop:]’ bij het onderschrift van het figuur: ‘[rechterzijde, rechtop:]’ Aanteekening van Huygens op de achterzijde

p. 55: de kop ‘[Gedichten]’ toegevoegd

p. 74: de kop ‘[Hiervsalem verwoest]’ toegevoegd

p. 234-298: bij de margenoten is de aanduiding ‘[Randschrift:]’ toegevoegd omdat het hier om originele margenoten gaat

p. 300: de kop ‘[De Helden Godes]’ toegevoegd

p. 392: de kop ‘[Gedichten]’ toegevoegd

p. 560: bij de margenoot is de aanduiding ‘[Randschrift:]’ toegevoegd omdat het hier om een originele margenoot gaat

p. 612: de kop ‘[Palamedes]’ toegevoegd

p. 756: de kop ‘[Gedichten]’ toegevoegd

p. 769-804: bij de margenoten is de aanduiding ‘[Randschrift:]’ toegevoegd omdat het hier om originele margenoten gaat

p. 805: de kop ‘[Gedichten]’ toegevoegd

p. 819: de kop ‘[Aantekeningen en aanvullingen]’ toegevoegd

p. 921: de ‘Aanvullingen en verbeteringen’ zijn niet doorgevoerd, maar aan de betreffende pagina's gelinkt

 

Bij de omzetting van het oorspronkelijke tekstverwerkingsbestand naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. IV, 2, 54) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.

 

[pagina ongenummerd (I)]

DE WERKEN VAN VONDEL

DEEL II

 

[pagina ongenummerd (III)]

DE WERKEN VAN VONDEL

Volledige en geïllustreerde tekstuitgave in tien deelen
levensbeschrijving, geschied- en boekkundige toelichting, literatuuropgave enz. door Dr. J.F.M. Sterck taalkundige bewerking door Dr. H.W.E. Moller letterkundige inleidingen van C.R. de Klerk, Lr. B.H. Molkenboer Prof. Dr. J. Prinsen Jlzn. en L. Simons
bandteekening van Prof. R.N. Roland Holst

tweede deel
1620-1627

UITGEGEVEN IN 1929 DOOR DE MAATSCHAPPIJ VOOR GOEDE en GOEDKOOPE LECTUUR TE AMSTERDAM

 

[pagina 1]

Kort overzicht

I. HET LEVEN VAN VONDEL (HOOFDSTUK II: 1620-1627), DOOR DR. J.F.M. STERCK.

II. VONDELS DRAMATIEK I: 1. VONDELS DRAMATISCHE NATUUR; 2. VONDEL EN HET TREURSPEL, DOOR L. SIMONS.

 

III. TEKST VAN VONDELS WERKEN (VAN 1620 TOT 1627), VASTGESTELD EN TOEGELICHT DOOR DR. H.W.E. MOLLER (Blz. 65-vlgg.).

 

IV. LITERATUUR-OPGAVE en BIBLIOGRAPHIE, DOOR DR. J.F.M. STERCK.

AANVULLINGEN en OPMERKINGEN DOOR DENZELFDE.

V. AANTEKENINGEN VAN DR. H.W.E. MOLLER.

VI. INHOUD.

 

[pagina 925]

Inhoud van 't tweede deel

I


BLZ.
KORT OVERZICHT VAN DEN INHOUD 1
HET LEVEN VAN VONDEL (1620-1627), DOOR DR. J.F.M. STERCK 3
VONDELS DRAMATIEK I, DOOR L. SIMONS:  
1. VONDELS DRAMATISCHE NATUUR 29
2. VONDEL EN HET TREURSPEL 36

 

II


BLZ.
VONDELS WERKEN (VAN 1620 TOT 1627) 53-818
AENDACHTIGE BETRACHTINGE OVER CHRISTUS LYDEN [omtr. 1620] 55
HOWLYCK-SANG, TUSSCHEN GOD EN DE GELOOVIGE ZIELE [omtr. 1620] 69
VVTERSTE OORDEEL [1620] 72
VIER VVTERSTE. [omtr. 1620] 73
HIERVSALEM VERWOEST [1620] 74
AEN MIJN BROEDER OP HET TREVRSPEL DER IODEN. KLINCKERT (DOOR GUILHELMUS VONDELIUS) 76
AENDE IOODSCHE RABBYNEN. KLINCKERT 100
DAVIDS LOFZANGH VAN HIERVSALEM [1620] 216
DE HEERLYCKHEYD VAN SALOMON [1620] 223
DE VERTAELDER AEN KEYZEREN, KONINGEN, EN ALLEN GEWELDIGEN OP AERDEN. KLINCKERT 225
OP DE AENKOMSTE VAN DE KONINGINNE VAN 'T ZUYDEN TE HIERVSALEM. KLINCKERT 299
DE HELDEN GODES DES OUWDEN VERBONDS [1620] 301
AENDE OUWDVADEREN, PRIESTEREN, KONINGEN, PROPHETEN, EN HELDEN. KLINCKERT 303
KLINCKERT (Och of 't geoorlooft waer te danssen met de Reijen) 315
ODE OP DE GHEBOORTE VAN ONSE HOLLANDTSCHE SAPPHO ANNA ROEMERS [1620] 392

 

 

[pagina 926]


VONDELS WERKEN (VERVOLG):  
OP DEN BURGHER-KRIJGH DER ROOMEREN. KLINCKERT [1620] 396
AEN DEN BRUIDEGOM LAMBRECHT JACOBSZ. MET SIJN BRVIDT, AECHTJEN ANTHONIS [1620] 397
BABYLONISCHE GEVANGENIS. PSALM CXXXVI [omtr. 1620] 398
GEZANG, OP HET LATIJNSCHE WOORDT: TRAHIT SUA QUEMQUE VOLUPTAS [omtr. 1620] 400
OP 'T WOORT: DAER IS SOO YETS [omtr. 1620] 403
OP KASSANDRAS TREURSPEL [omtr. 1621] 404
KLINCK-DICHT OP HET DERDE DEEL VAN 'T LICHT DER ZEEVAERT [1621] 405
KLINKERT [OP ZACHARIAS HEYNS' VERTALING VAN DU BARTAS] [1621] 406
[OP ZACHARIAS HEYNS (ONDERSCHRIFT BIJ PORTRET)] [1621] 408
GEBEDT, UYTGESTORT TOT GODT, OVER MIJN GEDUERIGE QUIJNENDE SIECKTE, Anno 1621 409
[OP HENDRICK DE KEYSER(ONDERSCHRIFT BIJ PORTRET)] [wschl. 1621] 411
OPDRAGHT DER AFBEELDINGHE VAN PRINS WILLEMS GRAF, AEN DE STATEN DER VEREENIGHDE NEDERLANDEN [BOVENSCHRIFT OP PRENT] [1622] 412
GEDACHTENIS VAN DESIDEER ERASMVS Rotterdammer. aen den heer PETER SCHRYVER [1622] 414
OP HET METALEN PRONCK-BEELD ONLANGS TE ROTTERDAM OPGERECHT TOT EERE VANDEN GROOTEN ERASMVS [1622] 418
OP ERASMUS [wschl. 1622] 420
TOT LOF VANDE KUISCHE EN GODVRUCHTIGHE MARTELARESSE ST. AGNES. GHESANG [1622] 420
LYCK-DICHT, OP 'T OVERLIJDEN VAN D. COENRADUS VORSTIUS [1622] 426
KLINKERT [OP PROFESSOR SNELLIUS] [1622] 428

 

 

[pagina 927]


VONDELS WERKEN (VERVOLG):  
OP DE VERTALINGE VAN DE EERSTE WEECKE, VAN G. DE SALVSTE, Heer van Bartas. Gedaen door Heer WESSEL VAN BOETSELER, Vryheer en Baron tot Asperen, &c. KLINKERT [1622] 429
ALS JUFFROUW MAGDALENE HAREN BAAK TROUWDE. [1623] 430
HET LOF DER ZEE-VAERT. Gheheylight Den Edelen, Erentfesten, Gestrengen, Manhaften, Wysen, ende Voorsienigen Heere, LAVRENS REAEL, Voor desen Oppervooghd, en eenigen Beheerscher vande Oost-Indien [1623] 431
VECHTZANGK, VOOR IOFFROUW MARIA TESSELSCHADE. [1623] 456
DE SALIGE TOORTSEN VANDEN E. BRUYDEGOM, HEER ALARD KROMBALCK, EN SYNE E. BRUYT, IONCKVROUW TESSEL-SCHADE ROEMER VISSCHERS [1623] 460
BRUYLOFTSLIED 478
KLINCK-DICHT (Die Christenen ontzeit den Christelijken beker) [1623] 480
OP HET VERONGELUCKEN VAN DOCTOR ROSCIUS [1624] 481
[OP ROSCIUS (ONDERSCHRIFT BIJ PORTRET)] [wschl. 1624] 482
OP DE DOODT VAN IONGKVROUW MAGHTELT VAN KAMPEN [1624] 483
OP MEVROUW DE DROSTIN VAN MUIDEN, KRISTINE VAN ERP [1624] 484
OP MEESTER IOAN PIETERSEN SWELING, Phoenix der Musijcke, en Orgelist van Amsterdam. [wschl. 1624] 485
STRYD OF KAMP TUSSCHEN KVYSCHEYD EN GEYLHEYD [1624] 486
OP VRBAEN DEN ACHTSTEN [1625] 495
[WYCKZANGK] (Cathryn die met Diaen ten reye gaet) [1625] 497
CHRISTELYCK VRYAGIELIED [1625] 499
[ZANGH] (Dianier roeyde in een schuytjen) [1625] 501
PRINCELIED [1625] 505
BEGROETENIS AEN DEN DOORLUCHTIGHSTEN EN HOOGHGEBOREN VORST FREDERICK HENRICK [1625] 507

 

 

[pagina 928]


VONDELS WERKEN (VERVOLG):  
OP DE BEELDENIS VAN VORST FREDERICK HENRICK [1625] 521
OP DE BEELDENIS DER DOORLUCHTIGHSTE EN HOOGHGEBORE VORSTINNE AMELIA, PRINCESSE VAN ORANGIE, &c. [1625] 524
YET SELDSAEMS IN 'S GRAVENHAEGH 526
OP DE LEDIGE VREN VAN DEN GEESTRIJCKEN HEERE CONSTANTIN HVYGENS [1625] 527
DE AMSTELDAMSCHE HECVBA, TREUR-SPEL [1625] 529
HECUBA 531
I.V. VONDELENS PALAMEDES OFT VERMOORDE ONNOOSELHEYD. TREUR-SPEL [1625] 615
KLINCKERT (Ten leed geen seven jaer, of Palamedes schaeu) 618
OP BARNEVELT [1625?] 753
GESPRECK OP HET GRAF VAN WIJLEN DEN HEERE JOAN VAN OLDENBARNEVELT [1625?] 754
KRACHTELOOSE PAEPENBLIXEM, toegeeygent LAMOTIVS en WALLAEVS, Biechtvaders van Heer Iohan van Oldenbarnevelt [1625?] 755
OP EEN MOORTPASQUIL, by een ander gedicht, en moetwilligh op mijnen naem gedruckt [1625?] 756
OP DE CHRISTELIJCKE SINNE-BEELDEN VANDEN SINRIJCKEN DICHTER ZACHARIAS HEYNS [1625] 756
KLINCKERT. AEN SCHIPPERS EN STUYRLUYDEN [1625] 757
OP HOOGERBEETS [omtr. 1625] 758
[OP DE BOETEN BETAELT DOOR DEN HEER PETER SCHRIJVER] Geschreven bij J.v. VONDEL, in het Stamboek van PETRUS SCRIVERIUS [omtr. 1625] 759
OP HET OVERLYDEN VAN WYLEN DEN E.E. HEERE CORNELIS PIETERSZ HOOFD, Raed en oud Burgermeester der vvydberoemde koopstede Amstelredam. Salighlyck ontslaepen den eersten dagh des jaers 1626. KLINCKDICHT [1626] 760
GRAFSCHRIFT 761
[IN EVMDEM] 761
ORANJE MAY-LIED [1626] 762

 

 

[pagina 929]


VONDELS WERKEN (VERVOLG):  
I.V. VONDELENS GEBOORTKLOCK VAN WILLEM VAN NASSAV [1626] 765
AEN DE DOORLUCHTICHSTE PRINCESSE AMELIA 767
KLINCKDICHT (Noch leeft, tot Hollands heyl, de vvachter van den tuyn) [1626] 804
OP DR. JOAN FONTEYN [1626] 805
AEN DEN EDELEN, GESTRENGEN, EN MANHAFTEN HEER LAVRENS REAEL, Ridder, oud generaal van de Oostindien, &c. Op sijn ridderschap en invvyinge door sijne Majesteyt van groot Brittanien. KLINCKDICHT [1626] 806
ANTIDOTVM. Tegen het vergift der Geestdryvers. Tot verdedigingh van 't beschreven woord Gods [1626] 808
BEDE, AEN DE OPPER VYANDEN VAN DE VOORSTANDERS DER VRYHEYDT TOT LEYDEN [1626] 812
WATERBEL OF VERZIERT GERUCHT [omtr. 1626] 814
BEECKZANG AEN KATHARINE [wschl. 1626/7] 816
WELLEKOMST AEN DEN EDELEN GESTRENGEN HEER CONSTANTYN HUYGENS, Ridder ende geheymschryver van den doorluchtighsten prince van Oranje [1627] 817

 

III


BLZ.
LITERATUUR-OPGAVE DOOR DR. J.F.M. STERCK 819
BIBLIOGRAPHIE DOOR DR. J.F.M. STERCK 821
AANVULLINGEN EN OPMERKINGEN VAN DR. J.F.M. STERCK 825
AANTEEKENINGEN VAN DR. H.W.E. MOLLER:  
I. TEKSTKRITIEK 830
II. AFWIJKENDE LEZINGEN 836
III. JAARTALLEN VAN DE GEDICHTEN 898
IV. NADERE VERKLARINGEN 903
V. AANVULLINGEN EN VERBETERINGEN 921
INHOUD VAN HET TWEEDE DEEL 925

 

 

[pagina ongenummerd, inlegvel 1]

AAN ALLE INGETEEKENDEN OP DE WERKEN VAN VONDEL

Amsterdam, Juni 1929.

L.S.

 

Het heden verschenen Tweede Deel heeft aan het slot de volgende opmerking van Dr. Moller :

‘De verklaring van Vondels werken eischt een zoo langdurig en grondig onderzoek op onnoemelijk veel punten, dat de volledige verschijning van alle deelen een te groote vertraging zou ondervinden. Nu is Prof. De Vooys reeds enkele maanden geleden begonnen met de bewerking van 't Derde Deel. En zoo zullen door ons beider arbeid, geheel zelfstandig en afzonderlijk, de verschillende deelen veel spoediger verschijnen, en kunnen wij de volledige voltooiing binnen enkele jaren tegemoet zien.’

 

De uitgeefster wil daaraan het volgende toevoegen.

Verschillende ingeteekenden hebben niet zonder reden bij hun boekhandelaar of rechtstreeks bij ons geklaagd en gevraagd:

‘Waar blijft toch het tweede deel van Vondel ?’

Nu het er eindelijk is, zullen zij zich spoedig hebben getroost met een eerste vluchtige taxatie van den ontzaglijk rijken inhoud.

Het zal hen bovendien verrassen, dat zij met de 2 thans verschenen deelen, die begroot waren op 40 vel elk (naar welke begrooting de verkoopprijs is berekend), thans reeds 40 procent aan boekomvang meer hebben ontvangen dan zij konden verwachten, en dit (natuur-lijk!) zonder prijsverhooging.

Deze ‘gratis toegegeven’ 480 bladzijden hebben - men gelieve het wel te bedenken! - mede hun aandeel gehad in de vertraging. Zal, wat we op goeden grond verwachten, het derde deel nog in dit jaar het licht zien, dan durven we hopen, dat de laatste

 

[pagina ongenummerd, inlegvel 2]

klaagtoon zal versterven en dat alle Ingeteekenden zich zonder voorbehoud en blijvend zullen verheugen over het bezit van dezen ‘Vondel’, waarover door de Critiek zoo warm de lof is gezongen. Ter opfrissching van 't geheugen der vriendelijke lezers eenige aanhalingen:

 

PROF. DR. J. HUIZINGA schreef in De Gids van November 1927 een opstel over De nieuwe uitgave van Vondel; het volgende is er aan ontleend: ‘Wie het statige deel opent zal oog en hand gestreeld vinden door blank, zacht, stevig papier; hij ziet een welverzorgden druk - uit de Erasmus-letter van S.H. de Roos, en onder een voor maat en harmonie gevoelig oog gezet. Op den donkergroenleeren band anticipeert de strakke gouden rugversiering haar herhaling op de negen deelen die ernaast zullen staan.

Nu bekruipt den bezitter de lust tot vergelijken, en hij legt er de andere uitgaven naast: de gemoedelijke deeltjes van Unger, de dorre banden schamel drukwerk van Van Vloten, maar vooral de oorspronkelijke uitgave van Van Lennep, die wat uiterlijke gedaante betreft, de meest eigenlijke voorganger van de nieuwe is. Een hulde aan Van Lennep's editie siert Dr. Sterck's voorwoord; ook “Bingers voorname typografische uitvoering” geldt zijn lof. en als men den wil voor de daad neemt, terecht. Dit wás het fraaiste, wat in 1855 de boekkunst in Nederland te leveren vermocht. Het doet goed, bij onze dagelijksche cultuurbenauwingen, althans op dit punt eens van ganscher harte te kunnen getuigen: dan zijn wij toch wel heel wat vooruitgegaan!...

Het komt op de houding tegenover Vondel aan. De nieuwe uitgave, met haar onberispelijke trouw aan den ouden vorm, beduidt den terugkeer van onze generatie naar de zuivere historiciteit, een verdieping en verfijning van inzicht...’

 

DR. K.H. DE RAAF in een opstel ‘Een grootsche Uitgave’ (N.R. Crt. van 29 Oct. '27):

‘Wat hier gedaan gedaan werd, is geen kleinigheid. We moeten erkennen, dat we met ontzag en groote waardeering vervuld zijn voor den geweldigen arbeid van Dr. Moller. Zijn geduld, zijn ijver, zijn scherpzinnigheid en degelijke filologische en bibliografische kennis moet men bewonderen. Dit alles, vereenigd met de angstvalligste nauwgezetheid (waarvan we sprekende voorbeelden zouden kunnen geven), maakte hem bij uitstek geschikt om dit deel van de groote taak tot een goed einde te brengen...’

Dr. De Raaf besluit: ‘En hiermede neem ik afscheid van dit prachtige boekwerk en van de mannen die zich zoozeer beijverd hebben, er iets van te maken dat zijne waarde zal behouden zoo lang de Nederlandsche natie blijft bestaan.’

 

PROF. DR. ALBERT VERWEY in het Handelsblad van 7 Oct. 1927:

‘Een geleerde uitgave dus, in de eerste plaats, hoewel door verschillende middelen aantrekkelijk en toegankelijk gemaakt voor leeken....

 

[pagina ongenummerd, inlegvel 3]

Dr. Moller heeft een zeer groot aandeel aan deze uitgaaf. Men moet over zijn taak niet gering denken. Er is een eindeloos overleg en een voortdurende aandacht noodig....

Van de verdere verschijning van het werk stel ik me een vaak herhaald genoegen voor. Ik eindig dan ook met een hartelijke aanbeveling. De uitgaaf is een ongeloofelijke aanwinst voor leeken zoowel als geleerden die in Vondel belangstellen....’

 

PROF. DR. C.G.N. DE VOOYS (in 1929 zelf toegetreden tot de commissie der redactie van de uitgave) schrijft in De Nieuwe Taalgids van Nov. 1927:

‘Afzonderlik vermelding verdient de mooie zeldzame prent 's Lans Welvaren, als grondslag voor het Lof-ghesang over de Scheepsvaert onmisbaar. Leggen we dit boek naast de “prachtuitgave” van Van Lennep, dan kunnen we met voldoening vaststellen dat de boekkunst in Nederland sindsdien grote vorderingen gemaakt heeft.

Maar ook de inwendige verzorging getuigt van toewijding en nauwgezetheid. Het is bekend hoeveel de uitgave Van Lennep - Unger te wensen liet. Reeds lang geleden toonde Willem de Vreese aan, dat Unger de teksten slordig behandeld had, terwijl de noten maar al te vaak een dilettanties karakter droegen. Het was geen geringe taak, die Dr. Moller op zich nam: alle teksten moesten nauwkeurig met de oudste drukken vergeleken worden; de latere lezingen - door Unger verwaarloosd, maar voor Vondel's zelfkritiek vaak zo belangrijk - dienden opgespoord en vermeld te worden, in een afzonderlike bijlage; mogelike fouten in de overlevering waren te overwegen. Dit alles is met loffelike ijver geschied. Ook de filoloog vindt hier voortaan een betrouwbare grondslag voor zijn studie.’

 

De herinnering aan deze goede woorden en het besef der lezers zelven, dat hier een groot stuk nationaal cultuurland voor het eerst naar den eisch is ontgonnen, moge bezielen tot nieuwe opgewekte propaganda!

 

N.V. Mij. voor Goede en Goedkoope Lectuur
L. SIMONS
N. VAN SUCHTELEN
Directeuren.

 


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken