Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640 (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.89 MB)

ebook (6.82 MB)

XML (2.97 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640

(1929)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Aan Apollonia van Veen,aant.aant.Ga naar voetnoot*

Geestige Tekenster en Zanggodin.

 
Apollo, die op aarde siet,
 
Vit sijnen hemelhoogen troon,
 
En belght sich 't allerminste nietGa naar voetnootvs. 3
 
Dat ghy, o geestige Apolloon,
5[regelnummer]
De Sanggodinnen toegewijt,
 
Naar sijnen naam geheeten sijt:
 
Want sittende, in 't gewijde koor,Ga naar voetnoot7
 
Gelijckt ghy, in den blijden rey,
 
Met sang en spel, een Terpsichoor,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Die, afgerecht op allebey,
 
Soo soet van keel als vingersnel,
 
Het singen huwt aan snarespel.
 
De milde Apollo saeide noit
 
Soo schoone bloemen in de lent,
15[regelnummer]
Als ghy, op suiver parckement,
 
En hagelwitte bladen stroit.
[pagina 396]
[p. 396]
 
Al watge treckt, 't sy mensch of dier,Ga naar voetnoot17
 
Dat heeft een goddelicken swier.
 
Indien het u eens beuren konGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Te schildren uwe speelgenoot;Ga naar voetnoot20
 
Soo set den blixem en de son
 
In 't midpunt van den hemelklootGa naar voetnoot21-22
 
Van haar gesicht, dat nu verschrickt,
 
En dan den jongeling verquickt:Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Soo dat hy luistert naar heur luim,
 
En, vliende 't grimmigh aangesicht,Ga naar voetnoot26
 
Te paarde volght d'Oranje pluim,
 
Of voor Rijnberck, of voor Maastricht;Ga naar voetnoot28
 
En keert, wanneerse hem vermagh,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
En begenadight met een lagh.
voetnoot*
Van 1633. Afgedrukt volgens Vondels Verscheide Gedichten 1644, blz. 212. Apollonia van Veen, dochter van de schilder Pieter van Veen, werd ook door Barlaeus bezongen (Poëmata II, blz. 534). Zij overleed 11 Sept. 1635 te Goes, volgens een Treurdicht op haar afsterven gemaakt. Unger: Bibliographie, blz. 198. Zie over haar Oud-Holland 1923-24.
voetnootvs. 3
En: (ontkenning).
voetnoot7
't gewijde koor: nl. van de negen Muzen, bij Apollo.
voetnoot9
Terpsichoor: Terpsichore was de Muze van de dans.
voetnoot17
treckt: tekent.
voetnoot19
beuren: ten deel vallen, gelukken.
voetnoot20
vwe speelgenoot: misschien is hier haar zuster bedoeld. Huygens heeft n.l. een gedichtje gemaakt (ed. Worp II, 252) waarin hij Tesselscha ‘drijvende een' schoone dochter van Mr. Pieter van Veen tot het geestelick leven’, bezweert om haar poging te staken en het jonge meisje liever te laten trouwen. Dit gedicht is van 28 April 1633; er kan dus verband bestaan met Vondel's aansporing. Worp vereenzelvigde die ‘schone dochter’, zonder nader bewijs, met Apollonia. De ‘speelgenoot’ waar Vondel op doelt, schijnt een jong officier, die naar haar gunst dong, te willen afwijzen. Dat zou dus onder Tesselscha's invloed geschied kunnen zijn, zodat Vondel dan de aandrang van Huygens komt versterken, door bemiddeling van de zuster.
voetnoot21-22
Schilder haar met bliksemend, stralend oog.
voetnoot24
En dat dan de jongeling zou verkwikken.
voetnoot26
grimmigh: afschrikkend.
voetnoot28
voor Rijnberck: Frederik Hendrik was einde April 1633 te velde getrokken en had zich voor Rijnberk gelegerd, dat begin Junie in zijn handen viel.
voetnoot29
vermagh: weer gunstig gezind is (vermogen betekent in het Vlaams nog: kunnen lijden, kunnen verdragen; vgl. De Bo).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • C.G.N. de Vooys

  • J.F.M. Sterck

  • H.W.E. Moller

  • C.R. de Klerk

  • B.H. Molkenboer

  • J. Prinsen J.Lzn

  • Leo Simons