Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640 (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.89 MB)

ebook (6.82 MB)

XML (2.97 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640

(1929)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 428]
[p. 428]

Bestand Tusschen Polen en Sweden.aant.aant.Ga naar voetnoot*

aen Dantzick.

 
Schoone Star van 't vruchtbre Pruissen,Ga naar voetnootvs. 1
 
Koningin van 't Noordsch gewest,
 
Die de sevenstarre lestGa naar voetnoot3
 
Draeide op uwen duim, en 't ruisschenGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Durft verbieden aen d'Oostzee,
 
Als het storremt op uw ree:Ga naar voetnoot6
 
 
Parrel aen de kroon van Polen,
 
Die ghy eert in soet en suur:Ga naar voetnoot8
 
Bijkorf, groote korenschuur,
10[regelnummer]
Wie de nooddruft is bevolenGa naar voetnoot10
 
Van soo menigh land en Rijck:
 
Veler menschen burgh en wijck:
 
 
Brand nu van uw trotse vesten
 
Los al 't swangere metael,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Dat het als een blixemstrael
 
Schittre van het Oost in 't Westen;Ga naar voetnoot16
 
Datmen 't, als een donder, hoort
 
Baldren buldren Zuid en Noord:
 
 
Want de Goddelijcke Vrede
20[regelnummer]
't Swaerd des Gottischen soldaetsGa naar voetnoot20
 
En de sabel des Sarmaets
 
Weder zegelt in de scheede,Ga naar voetnoot22
 
Willigh sonder schrick of dwang,
 
Vijfmael vijf en een jaer lang.
[pagina 429]
[p. 429]
25[regelnummer]
Vraeghtghe na de rechte reden:
 
'k Sagh Gustaef en ZegemondGa naar voetnoot26
 
Vreedsaem tot een vast verbond
 
In een' heldren hemel treden,
 
En vergeten aerdsch krackeel
30[regelnummer]
Om een saliger juweel.Ga naar voetnoot30
 
 
'k Saghse rust voor oorloogh kiesen,
 
En hoe sy dien sachten sin
 
Ia der Englen eendraght in
 
Hunner kindren boesem bliesen.
35[regelnummer]
'k Sagh den Vre op elcke kroon
 
Daelen van den hooghsten troon.
 
 
Nu en hoeftghe niet te duchten,
 
Dat de kleppers sonder tal
 
Gaen vertrapplen over al
40[regelnummer]
Ceres oegst en goude vruchten:Ga naar voetnoot40
 
Datmen 't alles hang en waegh
 
Aen een droeve nederlaegh.Ga naar voetnoot41-42
 
 
'k Sie den Wyssel uit sijn kaenenGa naar voetnoot43
 
Schudden sonder tegenstoot
45[regelnummer]
In uw' opgedaenen schootGa naar voetnoot45
 
Maght van opgeleide graenen.Ga naar voetnoot46
 
'k Hoor uw weelde wederom,
 
Na het swygen van de trom.
 
 
LADISLAVS triomfeerde,Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Doen hy Osman maeckte vlugh,Ga naar voetnoot50
 
En hem uitloegh op den rugh:
 
Oock doen 't heir der Scythen keerdeGa naar voetnoot52
 
Schendigh met geboge knien,Ga naar voetnoot53
 
Om sijn hof in brand te sien.Ga naar voetnoot54
 
55[regelnummer]
Nu en is 't geen minder zege,
 
Dat hy binnen syn palais
 
Kust dien vorderlijcken pais:Ga naar voetnoot57
[pagina 430]
[p. 430]
 
Dat de pais hem swaerder wegeGa naar voetnoot58
 
Als de Koninglijcke staf,
60[regelnummer]
Die hem 't wettigh erfrecht gaf.
 
 
Op sijn heiligh voorbeeld volgen
 
Alle vorsten van Euroop,
 
Die geheilight door den doop,
 
Haeten datmen smoort verbolgen,
65[regelnummer]
Rood van moord, vermast van roof,Ga naar voetnoot65
 
't Zaed van 't Christelijck geloof.
 
 
Dat hem alle Christe tongen
 
Daer voor dancken. dat syn lof
 
Streck der dichtren rijckste stof.
70[regelnummer]
Eeuwigh werd sijn eer gesongenGa naar voetnoot70
 
In triomf op 't allerblijst,
 
Van de monden, dien hy spijst.Ga naar voetnoot72
 
 
Dat, als d'Ister 't hoofd op steecke,Ga naar voetnoot73
 
Hy gelijck een zuil blijf staen,
75[regelnummer]
Tegens wie de Turcksche maen
 
Haer gekneusde hoorens breecke,Ga naar voetnoot76
 
En sy bleeck het godloos bloed
 
Weder afwasch in haer' vloed.Ga naar voetnoot77-78
 
 
Iuste.
voetnoot*
Van 1635. Afgedrukt volgens de tekst van de afzonderlike uitgave in plano. Unger: Bibliographie, nr. 234.
Dit gedicht doelt op het bestand tussen Polen en Zweden, 12 September 1635 te Stumsdorf gesloten.
voetnootvs. 1
Schoone Star: Danzig, gelegen in Oost-Pruisen, dat toen nog aan de koning van Polen behoorde (vs. 7).
voetnoot3
de sevenstarre: de zeven Keurvorsten, tegen wie Danzig, in 1632 tot Rijksstad verheven, haar stem deed gelden.
voetnoot4
Draeide op uwen duim: naar uw wil deed schikken.
voetnoot6
Als het storremt op uw ree: als gij, met uw sterke vesting, uw geschut laat bulderen (vgl. vs. 13).
voetnoot8
in soet en suur: in lief en leed.
voetnoot10
Aan wie de voedselvoorziening is toevertrouwd (door uw graanhandel); nooddruft: het noodzakelik levensonderhoud.
voetnoot14
't swangere metael: het geladen geschut (voor vreugdeschoten).
voetnoot16
in: naar.
voetnoot20
Gottischen: Zweedse.
voetnoot22
zegelt: houdt besloten.
voetnoot26
Gustaef en Zegemond: de overleden koningen Gustaaf Adolf en Sigismund (van Polen).
voetnoot30
juweel: kostbaarheid, schat.
voetnoot40
Het gouden graan.
voetnoot41-42
Dat men dit alles op het spel zet bij de kans op een treurige nederlaag.
voetnoot43
Wyssel: Weichsel; kaenen: schuiten.
voetnoot45
opgedaenen: opengedane.
voetnoot46
opgeleide: opgestapelde.
voetnoot49
Ladislaus: de Poolse koning (vierlettergrepig te lezen).
voetnoot50
maeckte vlugh: op de vlucht joeg.
voetnoot52
Scythen: Turken.
voetnoot53
Schendigh: met schande beladen (door de nederlaag tegen de Polen).
voetnoot54
sijn hof nml. dat van Osman.
voetnoot57
Kust dien vorderlijcken pais: die voordeel brengende vrede sluit (de peis kussen: eig. de verzoening door een kus bekrachtigen; Ned. Wdb. XII, 970; vgl. de slotregel van Wellekomst van den Heer Hvigh de Groot.
voetnoot58
Moge de vrede voor hem nog gewichtiger zijn dan.
voetnoot65
vermast van roof: met buit beladen.
voetnoot70
werd (conj.): worde.
voetnoot72
Van: door.
voetnoot73
d'Ister: de Donau, d.w.z. als de Turken aan de Donau opnieuw tot de aanval overgaan.
voetnoot76
gekneusde: nml. door de vorige nederlaag.
voetnoot77-78
En zij bleek van schrik en bebloed zich weer over de Donau terugtrekt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • C.G.N. de Vooys

  • J.F.M. Sterck

  • H.W.E. Moller

  • C.R. de Klerk

  • B.H. Molkenboer

  • J. Prinsen J.Lzn

  • Leo Simons


Over dit hoofdstuk/artikel

lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank