Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640 (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.89 MB)

ebook (6.82 MB)

XML (2.97 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640

(1929)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 601]
[p. 601]

[Gedichten]

De Krvisbergh. Aen Magdalene Baeck. aant.aant.aant.Ga naar voetnoot*

 
De schoonste roode roosen groeien
 
Op geenen Grieckschen Bergh, o neen,
 
Maer op den Kruisbergh hard van steen;Ga naar voetnootvs. 1-3
 
Daer Jesus hoofdquetsuuren vloeien
5[regelnummer]
Van heiligh van onnosel bloed,
 
Geronnen tot een' roosenhoed,Ga naar voetnoot6
 
Wiens blaen vol geurs geduurigh bloeienGa naar voetnoot7
 
Door den gevlochten doornekrans,
 
Waer van de Goddelijcke glansGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Beschaduwt word en overwassen.Ga naar voetnoot10
 
De roosedruppels strecken schoon
 
Robijnen aen de doornekroon.
 
De roosevlaegh verdrenckt met plassenGa naar voetnoot13
 
De lelibloem van 't aengesicht,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Waer uit de sonne schept haer licht,
 
De Sonne, die met bevende assenGa naar voetnoot16
 
Te rugge rijd, beswijmt en sterft,
 
Nu 't roosebloed Gods leli verft,
 
De Leli die het hooft laet hangen,
20[regelnummer]
En geeft den allerlesten sucht,
 
En vult met roosengeur de lucht.
[pagina 602]
[p. 602]
 
De Christe byen met verlangenGa naar voetnoot22
 
Sich spoeden naer dien roosengaerd,
 
Soo ras het licht de lucht verklaert,Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
En swarmen om de roosewangen
 
Van 's levens bloem en lentespruit,Ga naar voetnoot26
 
En suigen soeten honigh uit
 
De gal en gift en bitterhedenGa naar voetnoot28
 
En alssem van het doornebosch.Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Uit leliwit en roosenblos
 
d'AertsEnglen mann' met necter kneden,Ga naar voetnoot31
 
En hemels suicker en ambroos.Ga naar voetnoot32
 
De dagh en teelt geen uchtendroos,Ga naar voetnoot33
 
Soo dickmael hy komt aengereden,
35[regelnummer]
Die soo de flaeuwe ziel verquickt,Ga naar voetnoot35
 
En 't hart, tot wanhoop toe verstickt,
 
Versterckt, als deze roosegeuren
 
Van 's levens roosentack en hout,Ga naar voetnoot38
 
Met bittre traenen nat bedouwt,
40[regelnummer]
Tot troost van al die eeuwigh treuren.
 
Hier springt, voor al die dorstigh sijn,
 
Een bron van roode en witte wijn,Ga naar voetnoot42
 
Soo lecker als oit tong kon keuren.
 
Hier waschtmen het bevleckt gemoed
45[regelnummer]
In 's levens kostelijcken vloed,Ga naar voetnoot45
 
Vergadert uit vijf suivre sprongen.Ga naar voetnoot46
 
Hier levren d'aders purper uit,
 
Tot pracht der Koningklijcke Bruid,Ga naar voetnoot48
 
Wiens lof van David is gesongenGa naar voetnoot49
50[regelnummer]
En van den wysen Salomon;Ga naar voetnoot50
 
Doense in dees speer en spijckerbron
 
Bevochtighden hun goude tongen;Ga naar voetnoot51-52
[pagina 603]
[p. 603]
 


illustratie
Magdalena van Erp, echtgenote van Joost Baeck, de kunstlievende vrouw, aan wie Vondel, de dichter, en Cornelis Padbrué, de componist, de Krvisbergh opdroegen. naar een schilderij, toegeschreven aan Cornelis van der Voort.
(Museum Lyon)
(Zie over Padbrué's muziek de belangrijke mededeling achterin dit Deel).


[pagina 604]
[p. 604]
 
Doen David stelde luisterscharpGa naar voetnoot53
 
Op dat geruisch sijn schelle harp,Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
En Salomon sijn hooge klancken.
 
O bloed en waterrijcke rots!
 
O hartebron der wijsheid Gods!
 
O artzeny voor alle krancken!
 
Vergun my oock een' druppel nat:
60[regelnummer]
Bevloey mijn dor en dorstigh blad,Ga naar voetnoot60
 
En leerme myn' verlosser dancken,
 
Op d'oevers van dien gulden stroom,
 
In schaduw van dien rooseboom,
 
Bedeckt van Cherubinnevleuglen.
65[regelnummer]
Daer rust het afgejaeghde hart,Ga naar voetnoot65
 
En vindt'er stilpijn voor sijn smart.Ga naar voetnoot66
 
Daer nestlen alle tamme veuglen,
 
En heffen tegens 't Paradijs
 
By beurt een' lofzang aen om prijs.
70[regelnummer]
Daer leert de ziel haer lusten teuglen
 
Met Gods gebit en roosentoom.
 
S' ontwaeckt'er uit den ydlen droom
 
Der ydle weereld, om t'aenschouwen
 
Den Middelaer van 't nieuw verbond.
75[regelnummer]
Sy kust syn' bleecken roosemond.
 
Men siet'er onder 't puick der vrouwen
 
De Christelijcke MagdaleenGa naar voetnoot77
 
Haer traenen suchten en gebeen
 
God offren met een vast betrouwen,
80[regelnummer]
Dat als een BAECK in 't duister scheen.
 
 
Iustè.
[pagina 605]
[p. 605]


illustratie
Joost Baeck, naar een schilderij, toegeschreven aan Cornelis van der Voort.
(Museum Lyon)


voetnoot*
Van 1638 (of einde 1637). Afgedrukt volgens de tekst van de uitgave in plano. Unger: Bibliographie, nr. 725. Het werd in het Latijn vertaald door Vondels vriend Cornelis Gysbertsz. Plemp, die in 1638 overleed. In 1640 werd het voor het eerst gedrukt met muziek van Cornelis Padbrué.
In de titel: Magdalene Baeck: Magdalena van Erp, de vrouw van Justus Baeck (vgl. Dl. 2, blz. 430).
voetnootvs. 1-3
Niet van kunst en wetenschap, maar van de verlossing door het geloof hebben wij ons heil te wachten. Vondel stelt tegenover elkaar: de Griekse berg (de Helicon of de Parnassus) als symbool van kunst en wetenschap, voor de renaissance-mens allereerst in de oudheid te zoeken, en Golgotha.
voetnoot6
Geronnen: gestold; roosenhoed: krans van rozen.
voetnoot7
bloeien: waarschijnlik met dezelfde woordspeling als in het devies van de Eglantier: bloeien en bloeden (vgl. de roosedruppels in vs. 11, die er uit neervallen).
voetnoot9
Waer van: waardoor; de Goddelijcke glans: de glans van het Goddelik aangezicht.
voetnoot10
overwassen: overgroeid en dus: bedekt.
voetnoot13
De roosevlaegh: de rijkelik neervallende rozedruppels (vlaegh: oorspr. bui, stortvloed); verdrenckt met plassen: overstroomt.
voetnoot14
De lelibloem van 't aengesicht: het lelieblanke gelaat.
voetnoot16
met bevende assen: met diep ontzag en schrik. De assen wijzen op de klassieke voorstelling van de zonnewagen; vandaar ook Te rugge rijd (17): terugdeinst (vgl. ook vs. 34). Dit slaat op de invallende duisternis bij de kruisiging (Matth. XXVII, 45).
voetnoot22
De Christe byen: de gelovige Christenen (Christe is meerv. vorm van het adj. Christen).
voetnoot24
verklaert: verheldert.
voetnoot26
's levens bloem, evenals de Leli (19) symboliese aanduiding van Christus.
voetnoot28
Uit het lijden van Christus.
voetnoot29
het doornebosch: de doornenkroon.
voetnoot31
mann' met necter: manna (de uit de hemel neergedaalde spijze) en de godendrank. Hiermee is het Brood en de Wijn bedoeld, ‘onder welker gedaanten Christus zelf werkelijk tegenwoordig is’. Sterck (Oorkonden, blz. 138) maakt uit dit vers de gevolgtrekking dat Vondel in 1638 eigenlik al Katholiek voelde.
voetnoot32
ambroos: de goddelike spijs (synoniem dus van manna).
voetnoot33
teelt geen uchtendroos: vertoont geen rozenkleurige dageraad.
voetnoot35
soo: zózeer... als (vs. 37).
voetnoot38
's levens hout: het kruis.
voetnoot42
Vgl. Johannes XV, vs. 1, waar Christus zich de ware wijnstok noemt.
voetnoot45
's levens kostelijcken (kostbare) vloed: het bloed van Christus, dat de zonden afwast (vs. 44).
voetnoot46
vijf suivre sprongen (bronnen): de vijf wonden.
voetnoot48
Tot pracht: om daarmee te sieren; Koningklijcke Bruid: de ziel van de gelovige, voor wie Christus de Hemelse Bruidegom is.
voetnoot49
Wiens: door Vondel ook gebruikt als genitief van het vrouwelike die.
voetnoot50
Salomon, aan wie het Hooglied toegeschreven werd, dat allegories uitgelegd werd als een loflied op de ‘Koninklike Bruid’.
voetnoot51-52
Toen ze in het (voorgevoelde) lijden van Christus bezieling zochten voor hun edele zangen. Vondel gelooft aan de voorafbeelding van de verlossing in het Oude Testament; speer en spijcker zijn aanduiding van de kruisiging, van het lijden.
voetnoot53
luisterscharp: met scherp luisterend oor.
voetnoot54
schelle: helder klinkende; harp: als begeleider van zijn psalmen.
voetnoot60
Beziel mijn gedicht, dat anders dor zou blijven (blad: het papier waarop hij schrijft).
voetnoot65
afgejaeghde: afgematte.
voetnoot66
stilpijn: pijnstilling, genezing.
voetnoot77
Magdaleen: Maria Magdalena, met een zinspeling op de naam van haar, aan wie het gedicht opgedragen is. Deze woordspeling, ook met de naam Baeck (vs. 80) heeft Vondel willen uitwissen, toen hij, na zijn bekering, in 1641 het gedicht liet herdrukken achter de Peter en Pauwels. Hij verving toen vs. 76-80 door:
 
Men zagh' er onder 't puick der Vrouwen
 
By 't graf, de droeve Magdaleen,
 
Met balsem tranen en gebeên,
 
Godt zoeken met een vast betrouwen,
 
Dat 's nachts gelijck een Vierbaeck scheen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • C.G.N. de Vooys

  • J.F.M. Sterck

  • H.W.E. Moller

  • C.R. de Klerk

  • B.H. Molkenboer

  • J. Prinsen J.Lzn

  • Leo Simons