Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640 (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.89 MB)

ebook (6.82 MB)

XML (2.97 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640

(1929)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 608]
[p. 608]

Klaghte over Cornelia Vos.aant.Ga naar voetnoot*

Aen de Zelve.
Wijze: Où luis tu soleil de mon ame.

 
O jonge zon geteelt van d'ouwe,Ga naar voetnootvs. 1
 
Hoe word ghy ons zoo ras ontrooft!
 
Hoe zit uw vader over 't hoofd
 
Gedompelt aen den Rijn in rouwe,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Als aen den Po 't geslacht der zonGa naar voetnoot5
 
Weleer betreurde Faëton?
 
 
Wy zagen hier den avond vallen,
 
Doen ghy, in 't Oosten opgeproncktGa naar voetnoot8
 
Met straelen, in het Westen zonckt,
10[regelnummer]
Niet veer van Leidens hooge wallen.
 
Een nevel zonck ons op het hart,Ga naar voetnoot11
 
En was de voorbo van uw smart.
 
 
Wy stonden reed met blijde rijmenGa naar voetnoot13
 
Om u te leiden na het koor;Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Te volgen het gebloemde spoor,
 
En 't vrolijck licht van uwen Hymen:Ga naar voetnoot16
 
Maer God, aen uwe ziel verlooft,Ga naar voetnoot17
 
Heeft d'aerdsche fackel uitgedooft.Ga naar voetnoot18
 
 
Een oogenblick heeft zoo veel gaven,
20[regelnummer]
Gedaelt van 't hemelsch paradijs,Ga naar voetnoot20
 
Op u verslingert, in het ys
[pagina 609]
[p. 609]
 


illustratie
Gerardus Johannes Vossius
gegraveerd door A. Bloteling naar de tekening van Sandrart


[pagina 610]
[p. 610]
 
En sneeuw, op 't onverzienst begraeven.Ga naar voetnoot22
 
Een waterslang verbeet die bloemGa naar voetnoot23
 
Van onze jeughd, der maeghden roem.
 
25[regelnummer]
Nu zwijgen al uw schelle snaeren,Ga naar voetnoot25
 
D'yvoire fluit, de zoete keel,
 
Daar 's vryers goddelijckste deel,
 
De ziel om hoogh op plagh te vaeren,Ga naar voetnoot28
 
Doen zy ten ooren uitgelockt,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Ghy haer tot in den hemel trockt.
 
 
Vw onvolwrochte beelden treuren,
 
En roepen al: ick sterf, ick sterf.
 
Papier, panneel verschiet zijn verf.Ga naar voetnoot33
 
Men ziet geen leven in de kleuren
35[regelnummer]
Van uw tapijten, met de naeld
 
En zijde na de kunst gemaelt.Ga naar voetnoot31-36
 
 
Nu zultghe geest noch wijsheid zoecken
 
In 't Neerduitsch, Fransch, of in Tuskaensch,Ga naar voetnoot38
 
Noch u vermaecken in het Spaensch,
40[regelnummer]
En lezen 't keurighst uit de boecken:Ga naar voetnoot40
 
Of antwoord geven op 't Latijn
 
In Duitsch, als u gevraeght zal zijn.Ga naar voetnoot42
 
 
Hoe kan uw moeders hart verzwelgen,
 
Dien al dien al te bittren dranck,
45[regelnummer]
't Ontijdigh missen van die ranck,
 
Het levenst van haer lieve telgen!Ga naar voetnoot46
 
Geen boom en scheid van zijnen tack,
 
Als met een' zucht, en met een' krack.
 
 
Vw zuster houd niet op van karmen,
50[regelnummer]
Die hallef dood u sterven zagh,
 
En tot de kin verdroncken lagh
 
In haer getrouwen broeders armen,Ga naar voetnoot51-52
[pagina 611]
[p. 611]
 
Die driemael, maar vergeefs, bezochtGa naar voetnoot53
 
Of hy uw leven bergen moght.Ga naar voetnoot54
 
55[regelnummer]
Vw grootvaêr Iunius, benedenGa naar voetnoot55
 
In 't open graf, hoort stads geschrey,
 
En wellekoomt den frisschen May,Ga naar voetnoot57
 
Wt hem gegroeit, nu afgesneden:
 
En niemant die geen traenen stort,
60[regelnummer]
Om dat uw jeughd zoo jong verdort.
voetnoot*
Van 1638. Afgedrukt volgens de tekst van de uitgave in plano. Unger: Bibliographie, nr. 302.
Cornelia Vos, dochter van de Amsterdamse hoogleraar Gerardus Johannes Vossius, was in Februarie 1638 nabij Leiden verdronken, toen zij met een gezelschap, waaronder haar zuster en haar broeder, een ijstocht maakte. De 26ste Februarie werd zij in de Pieterskerk te Leiden begraven.
voetnootvs. 1
jonge zon: de veelbelovende dochter; (het beeld zal ontleend zijn aan de bovenstaande zangwijze).
voetnoot4
aen den Rijn: te Leiden.
voetnoot5
't geslacht der zon: het geslacht van Phoebus, treurende om zijn zoon Phaëton, die met de zonnewagen verongelukte.
voetnoot8
Doen: toen; in 't Oosten opgepronckt met straelen: stralend (van gezondheid en geluk) Amsterdam verlatend. Het beeld van de zon wordt voortgezet.
voetnoot11
Wij hadden een somber voorgevoel?
voetnoot13
reed: gereed; blijde rijmen: feestlied op haar aanstaand huwelik. Waarschijnlik was zij verloofd met Andreas Dionijsz. Winius, geboren in Rusland (vgl. Dietsche Warande VII, 281).
voetnoot14
het koor nl. naar het altaar.
voetnoot16
uwen Hymen: uw huwelik.
voetnoot17
aen uwe ziel verlooft: uw Hemelse bruidegom, die u liefdevol tot zich nam (vgl. verslingert: verliefd, in vs. 21).
voetnoot18
d'aerdsche fackel: het levenslicht.
voetnoot20
Gedaelt van: neergedaald uit, geschonken door.
voetnoot22
op 't onverzienst: zo geheel onverwacht.
voetnoot23
Een waterslang: het water als verslindend monster voorgesteld; verbeet: beet stuk.
voetnoot25
schelle: luid klinkende.
voetnoot28
Meer bij Vondel voorkomend beeld: de zang lokt de ziel uit het lichaam en voert haar omhoog.
voetnoot29
zy (de ziel) ten ooren uitgelockt: (absolute constructie). Doen is te verbinden met vs. 30.
voetnoot33
verschiet zijn verf: verbleekt.
voetnoot31-36
Cornelia beoefende dus de tekenen schilderkunst en het kunstnaaldwerk.
voetnoot38
Tuskaensch: Italiaans.
voetnoot40
lezen: uitzoeken; 't keurighst: het allerbeste.
voetnoot42
Duitsch: in tegenstelling met Neerduitsch (38) zal hier Hoogduits bedoeld zijn. Of is de bedoeling dat zij het Latijn van haar vader en andere geleerden zo vlot verstond, dat zij dadelik in het Nederlands antwoord kon geven?
voetnoot46
Het levenst: de meest levenskrachtige, de gezondste.
voetnoot51-52
Hieruit blijkt dat haar zuster ternauwernood gered werd door haar broeder.
voetnoot53
bezocht: beproefde.
voetnoot54
bergen: redden.
voetnoot55
Iunius: Franciscus Junius (1545-1602), hoogleraar te Leiden en aldaar begraven. Uit vs. 56 blijkt dat de kleindochter in het familiegraf bijgezet werd.
voetnoot57
frisschen May: bloeiende meitak.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • C.G.N. de Vooys

  • J.F.M. Sterck

  • H.W.E. Moller

  • C.R. de Klerk

  • B.H. Molkenboer

  • J. Prinsen J.Lzn

  • Leo Simons


Over dit hoofdstuk/artikel

lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank