Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645 (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.25 MB)

ebook (7.72 MB)

XML (3.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

non-fictie/brieven
verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645

(1930)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Spore aen den heer Hooft,
Tot voltrekking sijner aengevange Nederlantsche Historie.aant.aant.Ga naar voetnoot*

 
Als 't Roomsche nonnevier, zoo blaek uw heilige yver.Ga naar voetnootvs. 1
 
Vaer onverdrietigh voort, gewijde StorischrijverGa naar voetnoot2
 
Van onzer eeuwen ramp, en flakkerend geluk:Ga naar voetnoot3
 
't Welk somtijds gaf een' blik, in oorloghsdamp en druk:Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Sprak Neêrland, doen zy Hooft al bevend aen zagh vattenGa naar voetnoot5
 
Zijn' pen, tot waering van verwaereloosde schatten:Ga naar voetnoot6
 
Na datze, in Poëzy gemat en afgeslooft,Ga naar voetnoot7
 
Voltrekken ging 't geen ons van 't noodlot was belooft:Ga naar voetnoot8
 
Dat aen den Amstelstroom verrijzen zou, de wreekerGa naar voetnoot9
[pagina 536]
[p. 536]
10[regelnummer]
Van onze sloffigheid, en Duitsch en duidlijk spreker:Ga naar voetnoot10
 
Die zelf den ZwijgerGa naar margenoot* van den ouden Tibervliet
 
Zou tarten, met ons' tael, en toonen, dat'er niet
 
Geredent is, zoo rijp, van deftige Latijnen,Ga naar voetnoot13
 
Of 't licht van Holland dar wel tegens Rome schijnen.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Dit werrek eischt een Godt, die schiklijk scheiden zalGa naar voetnoot15
 
Dien bayerd, zoo verwart, door allerly geval:Ga naar voetnoot16
 
Een' Godt, dit gantsch volmaekt, en zonder sijd' te draegenGa naar voetnoot17
 
Aenschout van 's hemels top der sterffelijken plaegen:Ga naar voetnoot18
 
Zoo veel vermaerde steên, bedolven in haer' asch,
20[regelnummer]
Berooft van schat en pracht, de kampen van 't gewas.Ga naar voetnoot20
 
Heirlegers tegens een gevoert, door razerye:Ga naar voetnoot21
 
De Vrijheit hier aen 't woên, en daer de tyrannye:
 
De Koning tegens 't volk: de burgers onderling
 
In 't harrenas, vermengt met busse, spies, en kling:Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
De Graeven op 't schavot, en d'Edelliên aen 't vlughten:
 
Hier 't vier des Martelaers: de wetten daer aen 't zuchten:Ga naar voetnoot26
 
De Kerken gins in last, geplondert van cieraet:
 
Geloof en brein gesplist: gedeelden raedt en Staet.Ga naar voetnoot28
 
't Verbond beswooren, en lichtveerdigh weêr gebroken:Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Hier quaed berokkent: daer gesponnen: gins gewroken:Ga naar voetnoot30
 
Verkrachte kuischheid, en vermoorde onnozelheit:Ga naar voetnoot31
 
Verraed en oproer: 't juk de steden opgeleit.
 
Maer wat verpijn ik my u all' d'ellend te noemen:Ga naar voetnoot33
 
Eer tel ick 't oeverzand, en al de lentsche bloemen.Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Ook is mijn wit alleen te noopen uwen geest,Ga naar voetnoot35
 
Die op dees heirbaen draeft, en nijd noch opspraek vreest:
 
Een' heirbaen die u zal geleiden na de starren:
 
Terwijl, om snood gewin, hier snoode zielen marren:Ga naar voetnoot38
 
Die, als het domme vee, slaen d'oogen na beneên,
40[regelnummer]
En hebben 't leven noch met mensch noch Godt gemeen.

voetnoot*
Van 1642? Afgedrukt volgens de tekst in Vondels Poëzy 1682 II, blz. 239.
voetnootvs. 1
't Roomsche nonnevier: het vuur in de tempel van Vesta, dat, door de Vestaalse maagden onderhouden, nooit gedoofd werd.
voetnoot2
onverdrietigh: onverdroten; Stori: historie.
voetnoot3
flakkerend geluk: wisselvallig lot. Flakkeren wordt gezegd van een vlam die onrustig door de wind bewogen wordt, in dit verband: die dreigt uitgedoofd te worden.
voetnoot4
blik: opflikkering (Ned. Wdb. II, 2844).
voetnoot5
al bevend: schroomvallig, bij de gedachte aan de zware taak die hij op zich nam.
voetnoot6
waering: oorspronkelik waarborg, garantie (Mnl. Wdb. IX, 1765), dus in dit verband: om de volle waarde te doen erkennen.
voetnoot7
gemat en afgeslooft: vermoeid en uitgeput.
voetnoot8
Voltrekken ging: tot stand ging brengen, tot werkelikheid maken; van: door.
voetnoot9
wreeker: hij die beschermen zou.
voetnoot10
sloffigheid: nalatigheid, achterlikheid; Duitsch: Nederlands; spreker: schrijver; woordspeling met Zwijger in vs. 11, waarmee de Romeinse geschiedschrijver Tacitus bedoeld is (Lat. tacere: zwijgen).
margenoot*
[Randschrift:]Tacitus
voetnoot13
Geredent: gesproken; van deftige Latijnen: door voorname, vooraanstaande Romeinen.
voetnoot14
dar: durft.
voetnoot15
schiklijk: behoorlik.
voetnoot16
Dien bayerd: die warreling van gebeurtenissen; geval: lotswisseling.
voetnoot17
zonder sijd' te draegen: zonder partij te kiezen.
voetnoot18
der sterffelijken: van de stervelingen.
voetnoot20
de kampen (landerijen) van 't gewas nl. beroofd. Men lette in deze en de volgende verzen op de kortheid van zegging en het krachtige ritme, geïnspireerd door de stijl van Hooft's Historiën, waarmee aan dit werk hulde bewezen wordt.
voetnoot21
tegens een: tegen elkaar.
voetnoot24
vermengt: in het strijdgewoel.
voetnoot26
't vier: de brandstapel; aen 't zuchten: wegens de verkrachting van de wetten en privileges.
voetnoot28
Geloof en brein gesplist: geloofsverschil en afwijkend inzicht onder landgenoten; gedeelden raedt en Staet: onenigheid in stad en gewest.
voetnoot29
't Verbond der edelen.
voetnoot30
berokkent: beraamd. Het beeld wordt voortgezet in gesponnen: uitgevoerd.
voetnoot31
Zinspeling op de gruwelen van Zutfen en Naarden.
voetnoot33
verpijn ik my: geef ik mij moeite.
voetnoot34
lentsche (een woord uit Vondels vroegste periode).
voetnoot35
wit: doel; noopen: aansporen.
voetnoot38
snoode zielen: lage, alledaagse geesten; marren: dralen, hun tijd verbeuzelen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • B.H. Molkenboer

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • J.F.M. Sterck

  • C.G.N. de Vooys


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over P.C. Hooft