Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656 (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.15 MB)

ebook (6.98 MB)

XML (3.07 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragikomedie
pastorale


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

(1931)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 556]
[p. 556]

Eeuwgety van Franciscus Xaverius,
Apostel van Oostindien.aant.Ga naar voetnoot*

Nec vero Alcides tantum telluris obivit.

 
Wat heilbron zal mijn' dorst en yver lessen,Ga naar voetnootvs. 1
 
Nu 't Eeuwgety en Eeuwfeest van XAVEER
 
Ons opweckt, t' zyner eer',
 
Met rouwloof, noch bedrukte lijckcypressen,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Maer gulde lauwerblaên
 
Te volgen, op de baen
 
Van zijnen geest, die heden vlieght naer boven,Ga naar voetnoot7
 
Om eeuwigh Godt te loven?
 
Het is geen tijt zijn dootbaer te geleien
10[regelnummer]
En lichaem, dat noch myr noch balssem hoeft:
 
Een Heiden magh bedroeft
 
Het doode lijck, dat eeuwigh sterft, beschreien:Ga naar voetnoot12
 
Dit onverrot gebeent
 
Wil rusten onbeweent;Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Terwijl de ziel, die groote ziel, gaet zweven
 
Van dit in 't ander leven.
 
De gryze helt en Godtstolck der Hebreeuwen
 
Zagh van den bergh het lant, aen Abraham,
 
Dien Godtgetrouwen stam,
20[regelnummer]
Gezworen, en belooft voor menige eeuwen,
 
Met vrolijcke oogen aen.Ga naar voetnoot17-21
 
De stroomende Jordaen
 
Den intoght stuite, en liet de volgende ervenGa naar voetnoot23
 
Dit over na zijn sterven.
[pagina 557]
[p. 557]
25[regelnummer]
Zoo zagh XAVEER, uit Sanciaen, de kustenGa naar voetnoot25
 
Van 't maghtigh Chine, en 't rijck, dat voor hem lag.
 
Wat was 't een blijde dagh
 
Voor onzen Helt, wiens yver noit kon rusten:
 
Maar Christus riep hem t'huis
30[regelnummer]
Met zijn gesleten kruis:Ga naar voetnoot30
 
Dien arbeit had d'Almaghtige in 't verholenGa naar voetnoot31
 
Aen Riccius bevolen.Ga naar voetnoot32
 
De tweede zuil van JESUS hooftgebouwenGa naar voetnoot33
 
Had, lang genoegh en onverwrickt en vast,
35[regelnummer]
Gedragen dezen last,
 
En op de wacht, met onvermoeit betrouwen,
 
De hitte en kou verduurt;
 
Ter werelt uit gestuurt,
 
Getroost in 't end Gods aenschijn eens t'aenschouwen.Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Wien zou dien strijt berouwen!
 
Weet iemant, na Sint Thomas, ons te toonenGa naar voetnoot41
 
Een kercktrompet, die wyder wert gehoort,Ga naar voetnoot42
 
Daar 't licht ter zonnepoort'Ga naar voetnoot43
 
Komt uitgereên, en al het Oosten kroonen;
45[regelnummer]
Hy noemze by haer' naem,
 
Verdoof FRANCISCUS faem,
 
Die eene ronde, als dry paer wereltklooten,
 
Bereist heeft onverdroten:Ga naar voetnoot47-48
 
Geensins om schat, noch goude en zilvre mijnen,
50[regelnummer]
Noch heerschappy en Alexanders staf,Ga naar voetnoot50
 
Al roock, al wint, en kaf:
 
Maer om door 't licht van Rome te beschijnen
 
Den nacht van 't Heidendom,
 
En duidelijck alom
55[regelnummer]
Ontelbre woeste en wilde en stomme volcken
 
Godts boeckstaef te vertolcken.Ga naar voetnoot56
 
Dees yver dreef hem door woestijn, en baren,
[pagina 558]
[p. 558]
 
En schipbreuck, heene in vast en driftigh lant.Ga naar voetnoot58
 
Geen menscheneters tant,
60[regelnummer]
Vergift noch schicht noch lagen van Barbaren,Ga naar voetnoot60
 
Vernielden den Gezant,
 
Die met zijn eige hant
 
In 't kruisbadt wascht elf hondertduizent zielen,Ga naar voetnoot63
 
Die voor het Kruislam knielen.Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
Japon voor al den Bouwheer heeft te dancken,Ga naar voetnoot65
 
Die zegenrijck den afgront leit aen bant,Ga naar voetnoot66
 
Den rechten wijnstock plant,Ga naar voetnoot67
 
En zoo veel velts beslaet met eedle rancken,Ga naar voetnoot68
 
In weynigh jaren tijt,
70[regelnummer]
Begrimt van helschen nijt.Ga naar voetnoot70
 
Hoe woelt het daer, in 't leggen van Godts drempels!Ga naar voetnoot71
 
Wat wijdt zijn handt al tempels!
 
Al trapt de hel daer kerck by kerck tot mortel,Ga naar voetnoot73
 
En gruis en puin, en schuimbeckt jaren lang,
75[regelnummer]
Tot waerheits ondergang,
 
Ja schijnt den boom van 't Kruis met tack en wortel
 
Te rucken uit den gront,
 
Daer die in 't bloejen stont;
 
De hemel weet zijn uren en zijn tijden,
80[regelnummer]
En eb en vloet van 't lijden.Ga naar voetnoot80
 
Wat noot is 't of het bloet en tranen regent,
 
By vlagen niet, maer jaren achter een,
 
En smilt een hart van steen:Ga naar voetnoot83
 
Noit eilant was met martelbloet gezegent,Ga naar voetnoot84
85[regelnummer]
Geheilight als Japon;
 
Daer schijnt de martelzonGa naar voetnoot86
 
Ons starren doof, en alle martelschriften,Ga naar voetnoot87
 
En gloejendige driften.Ga naar voetnoot88
 
Ay, Goa, slaep, ay slaep, gerust en veiligh,Ga naar voetnoot89
[pagina 559]
[p. 559]
90[regelnummer]
Op dit geluck, dat u te lote viel,Ga naar voetnoot90
 
Na'et scheiden van de ziel,
 
Het heiligh lijk van zulck een' grooten Heiligh
 
t'Omhelzen in uw' schoot;
 
Een toevlught in der noot;
95[regelnummer]
Naerdien 't gebeent van een' Profeet oock 't levenGa naar voetnoot95
 
Den dooden heeft gegeven.
 
FRANCISCUS, nu in 't licht van zijn herboorte,Ga naar voetnoot97
 
Den afgodt eer door wonderdaên verwon,Ga naar voetnoot98
 
En dooden wecken kon;
100[regelnummer]
Dewijl hy droegh den sleutel van de poorte
 
Der onverzoenbre Doot.Ga naar voetnoot100-101
 
Hoe zou hy in der noot
 
Vergeten u, die nu met heele scharen
 
Hem lof zingt voor d'altaren.
105[regelnummer]
Die Navarrois, een eer van Pampelone,Ga naar voetnoot105
 
Zijn Adelijk en overout geslaght
 
En Hof en Staet veracht,
 
Om d'arme Kribbe en armoe van Godts Zone,
 
Versmilt zijn' wil in Godt,Ga naar voetnoot109
110[regelnummer]
Zijn hoogste en eenigh lot:
 
Waer 's hemels wil hem roepen wil en leiden,
 
Zijn wil is onverscheiden.Ga naar voetnoot112
 
Maer van wat kant zal ick dees zucht ontginnen,Ga naar voetnoot113
 
Die nacht en dagh, langs 't ongebaent en steil,
115[regelnummer]
De Mooren brengt tot heil,
 
En onverzaet hun zielen zoeckt te winnen:
 
Dat is zijn hartejaght,Ga naar voetnoot117
 
Hier spant hy al zijn kracht
 
En netten uit, en slaeckt zijn hazewinden,Ga naar voetnoot119
120[regelnummer]
Uit lust tot zulke hinden.Ga naar voetnoot120
 
De Grieck magh Circe en toverdranck verzieren:Ga naar voetnoot121
[pagina 560]
[p. 560]
 
Hier spreeckt een tong, die wolf en beer en zwijn
 
Verandert, niet in schijn,Ga naar voetnoot123
 
Maer reden schept in redenlooze dieren.Ga naar voetnoot124
125[regelnummer]
Hier hoort men Orfeus stem.
 
De bosschen volgen hem.Ga naar voetnoot125-26
 
Amfions lier herbouwt hier veste aen veste,Ga naar voetnoot127
 
In 't Indiaensch geweste.
 
Mijn keel wort heesch: mijn zang bezwijkt in 't midden,
130[regelnummer]
En ziet geen eint van hongersnoot en dorst,Ga naar voetnoot130
 
En last, op reis getorst;
 
Van hairekleet, en koorde, en endloos bidden,
 
En waecken, tart natuur,Ga naar voetnoot133
 
En 't zuigen van quetzuurGa naar voetnoot134
135[regelnummer]
En ettrigh bloet der smettelijcke krancken.
 
Hy rieckt de roos uit stancken.Ga naar voetnoot136
 
Ghy worstelaer en kampioen, die hedenGa naar voetnoot137
 
Het harrenas hebt afgeleit om hoogh,
 
En uit den rijcken boogh
140[regelnummer]
Van Godts gewelf uw kinders hier beneden
 
Met smarte worstlen ziet,
 
Versma hun bede niet.
 
Behaeght u dat uw voorbeelde ons bevrijde,
 
Zoo kroon uw Eeuwgetijde.Ga naar voetnoot144
 
 
J.v. Vondel.
voetnoot*
Van 1652. Afgedrukt volgens de tekst van Klioos Kraam II, 1657, blz. 85.
Het motto, ontleend aan de Aeneïs VI, 801, betekent: zelfs Herkules heeft zoveel landen niet bezocht.
Vgl. voor Franciscus Xaverius Dl. 3, blz. 325. De 2de Desember 1652 was het juist een eeuw geleden dat Xaverius op reis naar China overleed.
voetnootvs. 1
heilbron: goddelike inspiratie; yver: vrome aandrang.
voetnoot4
rouwloof: de cypressentakken; bedrukte: treurige, tot droefheid stemmende.
voetnoot7
heden: Vondel stelt zich, bij deze herdenking, levendig het ogenblik van het afsterven voor de geest.
voetnoot12
lijck: lichaam; dat eeuwigh sterft: dat z.i. nooit meer verrijzen zal.
voetnoot14
Wil: zal.
voetnoot17-21
De gryze helt: Mozes, die het beloofde land aanschouwde, maar het zelf niet meer zou bereiken Deuteronomium 34, 1-4.
voetnoot23
de volgende erven (Datief): nl. Jozua, die zijn volgelingen met moeite over de stroomende Jordaen voerde (Jozua 3, 13-17).
voetnoot25
Sanciaen: het eiland aan de Chinese kust, waar Xaverius overleed. Hij aanschouwde dus ook het ‘beloofde land’ China, dat hij niet meer zou kunnen bekeren.
voetnoot30
Met zijn gesleten kruis: dit slaat op zijn onvermoeide kruisprediking.
voetnoot31
in 't verholen: krachtens goddelik raadsbesluit, dat voor de mensen verborgen bleef.
voetnoot32
Riccius: Mattheus Ricci (1552-1610), een geleerde Italiaanse Jezuïet, die sinds 1601 zich aan de zending in China wijdde; bevolen: toevertrouwd.
voetnoot33
De tweede zuil: Xaverius; de eerste was Ignatius; Jesus hooftgebouwen: de Jezuïeten-orde.
voetnoot39
Getroost: vertrouwende.
voetnoot41
na Sint Thomas: volgens de overlevering predikte de apostel Thomas het Christendom in Parthië of in Indië.
voetnoot42
kercktrompet: verkondiger van het evangelie.
voetnoot43
't licht: de zonnegod op de zonnewagen (vandaar: uitgereên, vs. 44).
voetnoot47-48
De oppervlakte (ronde), die hij bereisd heeft, zou, aaneengevoegd, zo groot zijn als zesmaal de aardoppervlakte.
voetnoot50
Alexanders staf (scepter). Alexander de Grote, koning van Macedonië, de grote veroveraar, die zijn rijk Oostwaarts over Azië tot de Indus uitbreidde.
voetnoot56
Godts boeckstaef: de Heilige Schrift.
voetnoot58
driftigh lant: land midden in zee, eiland.
voetnoot60
Vergift noch schicht: geen giftige pijl; lagen: hinderlagen.
voetnoot63
In 't kruisbadt wascht: de doop toedient.
voetnoot64
Kruislam: Christus.
voetnoot65
Japon: oude naam voor Japan.
voetnoot66
den afgront: de helse machten, de duivels.
voetnoot67
Den rechten wijnstock: beeld voor Christus (Joh. 15, 1: ‘Ik ben de ware wijnstok’).
voetnoot68
beslaet: bezet, beplant.
voetnoot70
van: door; nl. door de duivel, die hem deze buit niet gunt (vgl. vs. 72-75).
voetnoot71
Godts drempels: (grondslagen voor) kerken. Ook vroeger door Vondel gebruikt, voor het Vergiliaanse: deorum limina (Ned. Wdb. III, 3285).
voetnoot73
mortel: gruis, puin. Achter de vijandige houding van de bevolking ziet Vondel dus de macht van de duivel.
voetnoot80
God doet het lijden wisselen met verblijden.
voetnoot83
Te verbinden met: Wat noot is 't of (81).
voetnoot84
Geen eiland genoot de zegen, zoveel martelaren te aanschouwen.
voetnoot86
de martelzon: de glans, de roem van het martelaarschap.
voetnoot87
Ons starren: de martelaren van ons werelddeel, die moeten onderdoen (overstraald worden) voor de Japanse; martelschriften: de geschriften, waarin de levens van de martelaren beschreven zijn.
voetnoot88
gloejendige driften: vurige geloofsijver; gloejendig voor gloeiend (vgl. levendig) is in Vondels taal, en nog in het Brabants, gewoon (Ned. Wdb. V, 141, en Antw. Idiot).
voetnoot89
Goa: te Goa, op de Westkust van Voor-Indië, ligt Xaverius begraven en worden zijn relikwieën vereerd.
[tekstkritische noot]TEKSTKRITIEK: vs. 97 heeft in deze uitgave heerboorte; evenzo in vs. 127 heerbouwt, vormen die in Vondels taal niet voorkomen, en dus voor rekening komen van de drukker van deze verzameling.
voetnoot90
te lote: door het lot ten deel.
voetnoot95
't gebeent van een' Profeet: nl. van Elisa: een lijk dat in zijn graf geworpen, met zijn gebeente in aanraking kwam, herleefde (2 Kon. 13, 21).
voetnoot97
herboorte: wedergeboorte, nl. tot het eeuwig leven.
voetnoot98
eer: eertijds; door wonderdaên: door wonderen te verrichten.
voetnoot100-101
Omdat hij over dood en leven beschikken kon.
voetnoot105
Die Navarrois: als inwoner van Navarra, een Spaanse provincie, met Pampelone als hoofdstad; in de nabijheid lag het slot Xaveer, waar Franciscus geboren was.
voetnoot109
Laat zijn wil geheel opgaan in Gods wil.
voetnoot112
onverscheiden: niet verschillend van 's hemels wil (Ned. Wdb. X, 2128).
voetnoot113
dees zucht ontginnen: beginnen met de lof van dit vurig streven.
voetnoot117
hartejaght: woordspeling van hart = hert (vgl. hinden in vs. 120) en hart.
voetnoot119
slaeckt: laat los; tot de jacht.
voetnoot120
lust tot: begeerte om te vangen.
voetnoot121
Circe: de toveres uit de Odyssee, die mensen in dieren veranderde; Xaverius doet juist het omgekeerde; verzieren: verzinnen, d.w.z. door dichterverbeelding scheppen.
voetnoot123
niet in schijn: niet wat hun uiterlike gedaante betreft.
voetnoot124
redenlooze dieren: de heidenen.
voetnoot125-26
De Griekse lierzanger Orfeus lokte door zijn tonen de bomen aan zijn voeten.
voetnoot127
Zie Dankoffer aen Koningin Kristine, blz. 469, vs. 40.
voetnoot130
ziet geen eint: ziet geen kans om ten einde toe te verhalen al wat Xaverius leed.
voetnoot133
tart: trots, in spijt van (Ned. Wdb. XVI, 979).
voetnoot134
't zuigen: het uitzuigen van wonden bij lijders aan besmettelike ziekten.
voetnoot136
De stank wordt voor hem tot liefelike rozengeur.
voetnoot137
heden: vgl. vs. 7.
voetnoot144
kroon: zet luister bij aan.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • A.A. Verdenius