Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656 (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.15 MB)

ebook (6.98 MB)

XML (3.07 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragikomedie
pastorale


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

(1931)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 846]
[p. 846]


illustratie

Op Het Inwyden van zyne Heiligheit Alexander VII.aant.Ga naar voetnoot*

TU MAXIMUS ILLE ES.

 
Gelyck de Wysheit zich een huis
 
Op zeven pylers sticht,Ga naar voetnootvs. 2
 
Dat voor geen buldrend zeegedruisch,
 
Noch regenbuien zwicht;
5[regelnummer]
Zoo zienwe 't hof van Vatikaen
 
Gegrontvest sterck en vast,
[pagina 847]
[p. 847]
 
Dat op geen brullenden Orkaen
 
Noch donderslagen past.Ga naar voetnoot8
 
De Deughden zyn wel lotgemeen,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
By druppels uitgespreit,Ga naar voetnoot10
 
Maer zelden vint menze al in een.Ga naar voetnoot11
 
Dit wort Natuure ontzeit.Ga naar voetnoot12
 
Dat bleeck, toen d'opperste Gena,Ga naar voetnoot13
 
De kracht van 's hemels Geest,
15[regelnummer]
Zich storte, zonder wederga,
 
Op 't heiligh Pingsterfeest;
 
Daer Godts Aposteldom, by een
 
Vergadert, onder 't dack,
 
Verlichte Griecken, en Hebreen,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
En al het volck ontstack.
 
Dat bleeck noch onlangs, toen de KeurGa naar voetnoot21
 
Te Rome, een wyl verwacht,
 
Gelyck een leystar, entlyck deur
 
De nevels heenebrack,
25[regelnummer]
En 't lot des hemels ChisiusGa naar voetnoot25
 
Verhief op 't hooghste altaer,
 
Met een' gemeenen vredekus,Ga naar voetnoot27
 
En wensch: dat menigh jaer
 
De Kruisstaf door zyn sleutelmaghtGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
Regeere in vrede, en pais.
 
Dat Fabius zyn grys geslachtGa naar voetnoot31
 
Verçiere in 't Kerckpalais,Ga naar voetnoot32
 
Als braefste hoofttack van den stam,Ga naar voetnoot33
 
Die, door zyn wys beleit,
35[regelnummer]
Kartagoos toght den scheut benam,Ga naar voetnoot35
 
En, Rome in veiligheit
 
Herstellende, met recht den naem
 
Van Allergrootste kreegh;Ga naar voetnoot38
 
Een eer, bekent door d'oude Faem:
40[regelnummer]
Maer ALEXANDER steeghGa naar voetnoot40
[pagina 848]
[p. 848]
 
Noch hooger met de Myterkroon,
 
Ge-eert door zulck een' helt,
 
Hanthaver van zyn voorzaets troon,
 
Ten trots van 's Turcks gewelt,
45[regelnummer]
Dat eeuwigh op Godts Kerckdeur brult.Ga naar voetnoot45
 
Al dwong de MacedoonGa naar voetnoot46
 
De weerelt; dees zal met gedultGa naar voetnoot47
 
En zyn' godtvruchten toon
 
Van wysheit en rechtmaetigheitGa naar voetnoot49
50[regelnummer]
Veroveren al wat
 
De woestheit van Godts wetten scheit.
 
Zoo groeit Sint Peters Stadt;
 
Terwyl elck stil te weide gaet,Ga naar voetnoot53
 
Waer 't eickloof schaduw geeft
55[regelnummer]
Het volck, dat, op dien toeverlaet,Ga naar voetnoot55
 
Gerust in vrede leeft;
 
Zoo wyt d'Aertsherder, op de wacht,
 
De bergen gadeslaet,Ga naar voetnoot58
 
d'Orakelrol zet in haer kracht,Ga naar voetnoot59
60[regelnummer]
Die dezen gulden StaetGa naar voetnoot60
 
Ons spelde, jaeren lang vooruit;
 
Een teken dat dit lot
 
Zich voeght naer 't eeuwigh raetbesluit.
 
Dus stont de Kerck, van Godt
65[regelnummer]
Gewyt op bergen, voor 't gezicht
 
Van David, die haer zagh
 
Ontworpen in 't voorziende licht,Ga naar voetnoot67
 
Op haeren schoonsten dagh.Ga naar voetnoot64-68
 
Daer gaet de zanger aen den rey,
70[regelnummer]
Verruckt in haeren lof.
 
Wat Keurfeest hem noit stof ontzey;Ga naar voetnoot71
 
Hier vint hy rycker stof.
 
 
JUSTE.

voetnoot*
Van 1655. Afgedrukt volgens de tekst van de afzonderlike uitgave in folio (Unger: Bibliographie, nr. 547). Het motto, ontleend aan Aeneïs VI, 845, betekent: gij zijt die allergrootste.
Fabio Chigi (geb. 1599) werd na de dood van Innocentius X, de 8ste April 1655, tot Paus verheven.
voetnootvs. 2
zeven pylers: de zeven hoofddeugden (vs. 9), waarop de ware Wysheit steunt. Vergelijking met de zeven heuvelen waarop Rome gebouwd is.
voetnoot8
past op: bekommerd is voor.
voetnoot9
lotgemeen: door de beschikking van het lot als algemeen eigendom (?).
voetnoot10
By druppels: druppelsgewijze.
voetnoot11
al in een: alle bij elkaar.
voetnoot12
wort: werd. Aan de Natuur (de gewone mensen?) werd dit geweigerd.
voetnoot13
Dat bleeck: nl. dat zulke uitzonderingen inderdaad mogelik zijn.
voetnoot19
te verbinden met vs. 13-16.
voetnoot21
de Keur: de verkiezing van de nieuwe paus.
voetnoot25
Chisius: verlatijnsing van Chigi.
voetnoot27
gemeenen: gemeenschappelike.
voetnoot29
sleutelmaght: pauselike macht, ontleend aan de sleuteldrager S. Petrus.
voetnoot31
Fabius: voornaam van de nieuwe paus, met zinspeling op Quintus Fabius Maximus, in 217 tot dictator gekozen, die de strijd tegen Hannibal voerde door steeds de slag te vermijden en de Karthaagse veldheer zodoende uit te putten. Vandaar zijn bijnaam Cunctator (d.i. de draler); grys: overoud.
voetnoot32
Kerckpalais: Vatikaan.
voetnoot33
braefste: voortreffelikste; hoofttack: afstammeling in rechte lijn.
voetnoot35
den scheut benam: belette om voortgang te maken, sukses te hebben.
voetnoot38
Allergrootste: vergelijk het motto boven dit gedicht.
voetnoot40
Alexander: deze pauselike naam doet Vondel denken aan een andere held uit de Oudheid, die hij met zijn paus vergelijkt.
voetnoot45
brult op: te keer gaat voor, d.w.z. het Christendom bedreigt.
voetnoot46
de Macedoon: Alexander de Grote, van Macedonië.
voetnoot47
gedult: lijdzaamheid.
voetnoot49
rechtmaetigheit: rechtvaardigheid.
voetnoot53
te weide: onder de hoede van deze Aertsherder (vs. 57).
voetnoot55
op: vertrouwende op.
voetnoot58
gadeslaet: zorg draagt voor.
voetnoot59
d'Orakelrol zet in haer kracht: de voorspelling van het orakel gaat in vervulling.
voetnoot60
gulden Staet: periode van welvaart en geluk.
voetnoot67
Ontworpen in 't voorziende licht: in het licht van zijn voorspellende geest uitgebeeld.
voetnoot64-68
Dus: zo. Toespeling op Psalm LXXXVI Fundamenta ejus in montibus.
voetnoot71
Al moge het hem bij vroegere pausenverkiezingen niet aan stof ontbroken hebben. Zie Vondel's gedicht op Innocentius X in Dl. 1.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • A.A. Verdenius