Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656 (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.15 MB)

ebook (6.98 MB)

XML (3.07 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragikomedie
pastorale


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

(1931)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Ter bruilofte van den E. Heere Ioan Six
en de E. Joffer Margarite Tulp.aant.Ga naar voetnoot*

CONCORDES ANIMAE.

 
Der kindren eer en dienst, hunne ouderen bewezen,
 
Van outs by heiligh en onheiligh wert geprezen,Ga naar voetnootvs. 2
 
En met den titel van Godtvruchtigheit gekroont;Ga naar voetnoot3
 
Dewijl hy tegens Godt om hoogh zich danckbaer toont,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Die d'ouders dient, en eert, als oirsprong van het leven
 
En wezen, aen het kint door hen van Godt gegeven;
 
Behalve 't geen de telgh van zijnen stamme deelt
 
Aen sap van deught en tucht, de spruiten ingebeelt,Ga naar voetnoot8
 
En levende ingeplant, als Goddelijcke voncken,
10[regelnummer]
Van kintsbeen met de melck der moeder ingedroncken.
 
Wat zaet van leeringen men dickwils vruchtloos stroy;
 
Dees hooftdeught zette in SIX van zijne wiegh haer ploy,Ga naar voetnoot12
 
En blonck in hem, en in zijn' eensgezinden broeder.Ga naar voetnoot13
 
Wat eer wat dienstbaerheit oit kint zijn waerde moederGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
Van harte opdraegen kon, als een vereischte schult,Ga naar voetnoot15
[pagina 853]
[p. 853]
 
Die droegenze op aen haer, uit schijn niet, noch vergult
 
Met een geveinst gelaet, maer uit oprechte trouwe.Ga naar voetnoot17
 
Wat was het een vermaeck voor d'oude weduwvrouwe
 
Zich dus te zien gedient, door haer gehoorzaem bloet!Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
De dagen uitgereckt, en zonder tegenspoetGa naar voetnoot20
 
Van wederspannigheit de weduwlijcke jaeren,Ga naar voetnoot21
 
In 't keeren en in 't gaen, gelijck op twee pylaeren,
 
Gestut te zien, een heil dat niet gevonden wort
 
By tortels, troosteloos op haeren tack verdort:Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Maer SIX was 't niet genoegh de Moeder in haer leven,
 
Te volgen; hy had lust haer graf deze eer te geven,
 
Na dat de Doot zoo lang haer mont en oogen loock,Ga naar voetnoot27
 
En zy verdweenen was, gelijck een damp en roock
 
Om hoogh aen lucht verdwynt. hy overwoegh haer zorgen,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
In 't vallen van den dagh, in 't ryzen van den morgen,
 
En hoeze in haeren tijdt, bekommert voor den zoon,
 
Uit duizent maeghden een zoo zedigh koos als schoon,
 
Een zuivre TULP, het puick van allerhande bloemen;
 
Toen 't oogh op deze viel, die wy de Parle noemen,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
In Grieksch en out Latyn, en niet onduitsch noch vremt,Ga naar voetnoot35
 
Als met de bloem gepaert, haer' eigen naem bestemt,Ga naar voetnoot36
 
Met uitgelezenheit van zedigheit en waerde,
 
Die van der Moedren aert, van weêrzy, niet veraerde.Ga naar voetnoot38
 
Zy hing geduurighlyck aen haer Vrouw Moeders zy,
40[regelnummer]
Gekent in 't zedigh kroost, de beste schildery;Ga naar voetnoot40
 
Het zyze speelde of zong, op 't klincken van de snaeren,
 
Waer op de geest van SIX ten hemel scheen te vaeren,
 
En met zyn moeders geest te spreecken van de Maeght,
 
Die hem, op haeren raet en zyn gezicht, behaeght;
45[regelnummer]
Als eene aen wie hy hoopt zich zelven te verbinden,
 
Om in dat lieve bloet zyn moeders ziel te vinden,
 
Die hy verloren heeft; en zyn vrouw moeders naemGa naar voetnoot47
 
In een' herboren klanck te wecken, zoo hy quaem
 
Ontmoeten zyn geluck in deze MARGARITE.
50[regelnummer]
O, zucht hy menighmael, dat 's hemels zegen vliete
[pagina 854]
[p. 854]
 
En vloeje op mynen wensch, en ick den blijden dagh
 
Beleef', die Moeders wil geheel voltrecken magh,
 
In mynen trouring, lang dees Joffer toebeschoren,Ga naar voetnoot53
 
Gelyck myn geest getuight. O waer die dagh geboren!Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
De Liefde ontsteeckt aldus des jongelings gemoedt,
 
Gelyck de vlam een torts. al d'aders, al zyn bloet
 
Veranderen in vier, dat, krachtigh van vermogen,
 
Hem uitstraelt uit gebaer, en aengezicht, en oogen,
 
En niet te blusschen is, zoo lang het voedtsel vint.
60[regelnummer]
Waer twee vereenigen, daer strengelt en verbint
 
De Liefde tien aen een; want ieder heeft zyn zinnen:Ga naar voetnoot61
 
Doch lichter zal die bant op deze harten winnen,Ga naar voetnoot62
 
En hechten, aengezien de wil in 't algemeen
 
Een heilzaem wit beooght: dat wit smilt veele in een.Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
Gestadigheit verwint. zoo wort de draet volsponnen.Ga naar voetnoot65
 
Haer Broeder heeft aldus den hoogen BURGH gewonnen.Ga naar voetnoot66
 
Moskovisch ys noch sneeuw verkoelden noit den gloetGa naar voetnoot67
 
Van zyne ontsteecke borst, door 't afzyn aengevoedt,Ga naar voetnoot68
 
Daer na gewellekomt, en by de liefste ontfangen,
70[regelnummer]
Verquickster van het moede en afgestreên verlangen.Ga naar voetnoot70
 
De trouwe min van SIX verdiende oock 't echte pantGa naar voetnoot71
 
Te schencken aen zyn Bruit, te trouwen met haer hant
 
Die schoone wederga, hem toegeschickt van boven,Ga naar voetnoot73
 
En schooner door haer deught. op zulck een trouw belovenGa naar voetnoot74
75[regelnummer]
De starren hen te zien, aen onzen Aemstelstroom,Ga naar voetnoot75
 
In telgen uitgespreit; gelyck een vruchtbre boom,Ga naar voetnoot76
 
Waerin de SIXEN en OUTSTHORENS weder bloejen,
 
Waerin men VLAMINGEN en TULPEN aen ziet groejen,Ga naar voetnoot77-78
 
Ten dienst van onze stadt en Hollants vryen Staet:
80[regelnummer]
Terwijl de Bruidegom zyn Bruit en toeverlaet
 
Omhelst, en onderhoudt met vriendelijcke togen,Ga naar voetnoot81
 
En dau en geur, uit tym van Poëzy gezogen;
 
Daer hy, by wylen, 't hart en zyn' verliefden geest
 
Met geuren sterckt, en witte en roode roozen leestGa naar voetnoot84
85[regelnummer]
Op haere ontloocke wang; daer verf in verf verdreven,Ga naar voetnoot85
[pagina 855]
[p. 855]
 
Hem 't gansche jaer den May afschilderen naer 't leven.
 
De deught, aldus gevat in uitgeleze stof,
 
Veredelt haer waerdy met onwaerdeerbren lof.
 
Wat zocht de Bruigom 't oogh der Schoone te behaegen
90[regelnummer]
Door parlesnoer, om aen den blancken hals te draegen,Ga naar voetnoot90
 
Om 't hooft, en om de hant? zyn parlevisschery
 
Is ydel: want de schoonste en eelste Parle is zy,Ga naar voetnoot92
 
Wiens deught geen toisel hoeft, noch ydele cieraedenGa naar voetnoot93
 
Van baggen en gesteente of kraeckende gewaeden,Ga naar voetnoot94
95[regelnummer]
Vol parlen geborduurt, en styf van Indisch gout.
 
Zy leent van buiten niet, die d'ydelheit mistrouwt.Ga naar voetnoot96
 
Geen ramp den bloessem van dit huwelyck verniele,
 
Een bruiloft, zonder endt, voor lichaem en voor ziele,
 
Die, even onverzaet, verlangen naer het zoet,
100[regelnummer]
Dat lyf en ziel vernoeght, door 't onbegreepen Goet.Ga naar voetnoot100
 
 
J.V. VONDEL.

voetnoot*
Van 1655. Afgedrukt volgens de tekst van de afzonderlike uitgave in plano (Unger: Bibliographie, nr. 548).
Het motto, ontleend aan Aeneïs VI, 827, betekent: ‘eensgezinde zielen’. - Jan Six (37 jaar) ondertrouwde 2 Julie 1655 met Margarita Tulp (20 jaar), dochter van de Amsterdamse burgemeester Dr. Nicolaas Tulp.
voetnootvs. 2
by: door; heiligh en onheiligh: de Christelike en heidense schrijvers.
voetnoot3
titel: erenaam; Godtvruchtigheit: vertaling van pietas.
voetnoot4
Accent op hy.
voetnoot8
ingebeelt: ingeprent.
voetnoot12
zette haer ploy: vestigde zich, kwam tot volle ontwikkeling.
voetnoot13
eensgezinde: van gelijke aard.
voetnoot14
zijn waerde moeder: Anna Wymers, in 1641 door Vondel bezongen (Dl. 4, blz. 295).
voetnoot15
opdraegen: betonen; een vereischte schult: een schuld, waarop zij recht had.
voetnoot17
gelaet: houding.
voetnoot19
bloet: zonen.
voetnoot20
De dagen uitgereckt: haar leven verlengd.
voetnoot21
wederspannigheit: geest van verzet (van de zijde van haar kinderen).
voetnoot24
By: door (vgl. voor het beeld van de treurende weduwe Gysbr., vs. 1272).
voetnoot27
loock: sloot.
voetnoot29
hy overwoegh (met oe-klank) haer zorgen: hij bracht zich te binnen haar bezorgdheid (voor hem).
voetnoot34
Parle: vert. van Margarite.
voetnoot35
onduitsch: on-Nederlands.
voetnoot36
bestemt: bepaalt, aangeeft.
voetnoot38
van weêrzy: haar moeder was M. Vlaming (vgl. vs. 78); veraerde: afweek in degelikheid van karakter.
voetnoot40
Gekent: herkend; de beste schildery: in de voortreffelike kinderen herkende men het best het beeld van de moeder.
voetnoot47
zyn vrouw moeders naem: Anna. Hij hoopte dus in een dochtertje Anna de naam van zijn moeder, als herboren klanck (vs. 48) te zullen horen, wat inderdaad geschiedde.
voetnoot53
toebeschoren: door het lot toebedacht.
voetnoot54
geboren: verrezen.
voetnoot61
tien, nl. tweemaal vijf zinnen.
voetnoot62
op deze harten winnen: deze harten voor zich winnen, in beslag nemen.
voetnoot64
wit: doel.
voetnoot65
Gestadigheit verwint: wschl. spreekwoordelik; vgl. Inwydinge van 't Stadthuis, vs. 203.
voetnoot66
Haer Broeder: de broeder van de bruid was met een juffrouw Burgh getrouwd.
voetnoot67
Moskovisch ys noch sneeuw: bij zijn verblijf in Rusland (Moskovië).
voetnoot68
ontsteecke: ontstoken, ontvlamde; aengevoedt: versterkt.
voetnoot70
afgestreên: door de strijd afgemat.
voetnoot71
't echte pant: de huweliksbelofte.
voetnoot73
toegeschickt: toegezonden.
voetnoot74
op zulck een trouw: bij de aanschouwing van zulck een trouw.
voetnoot75
De starren: het gesternte dat de toekomst voorspelt.
voetnoot76
In telgen uitgespreit: met een groot gezin gezegend.
voetnoot77-78
De moeder van de bruid heette Margareta de Vlaming van Outshoren.
voetnoot81
onderhoudt: vriendelik toespreekt; togen: teugen.
voetnoot84
witte en roode roozen leest: haar wangen kust.
voetnoot85
ontloocke: fris als opengaande bloemen; verdreven: ineen vloeiend.
voetnoot90
parlesnoer: als huweliksgeschenk.
voetnoot92
ydel: vergeefs.
voetnoot93
Wiens: wier.
voetnoot94
baggen: ringen; kraeckende: door kostbare zware zijde.
voetnoot96
Zij, die niet op ijdele opschik gesteld is, zoekt het niet in uiterlike middelen.
voetnoot100
't onbegreepen Goet: de ondoorgrondelike wil van God.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • A.A. Verdenius


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Jan Six