Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656
Toon afbeeldingen van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656zoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8,15 MB)

ebook (6,98 MB)

XML (3,07 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragikomedie
pastorale


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

(1931)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 916]
[p. 916]

Blijde Inkomste Van Koninginne Christina Maria Alexandra te Rome.aant.

Zy quam van het einde der aerde om Salomons wijsheit te hooren, en ziet hier is meer dan Salomon.

t'Amsterdam, Voor de Weduwe van Abraham de Wees, op den Middeldam, in 't Nieuwe Testament. In den Iaere 1656.



illustratie

[pagina 917]
[p. 917]

Blijde Inkomste Van Koninginne Christina Maria Alexandra te Rome.Ga naar voetnoot*

 
Nu zing ick van geen Noorlantsche Amazoone,Ga naar voetnootvs. 1
 
Die Thetis zoon, den dappren oorloghshelt,
 
In zijnen schilt durf vaeren, op het veltGa naar voetnoot3
 
Voor Troje, om d'eer van een verwelckbre kroone:Ga naar voetnoot4
 
Die zich gewende in sneeuw op 't ys te draven,
 
De stroomen op te bijten met de bijl,Ga naar voetnoot6
 
De borst afzette, en speer en boogh en pijlGa naar voetnoot7
 
Hanteeren kon, ten trots van alle braven:Ga naar voetnoot8
 
Het lustme nu CHRISTINE na te stappen,
[pagina 918]
[p. 918]
 
Van daer de kou den steilen Noortbeer terght,Ga naar voetnoot10
 
Te treên door 't sneeuw van 't Italjaensch geberght,Ga naar voetnoot11
 
Tot Rome toe, en voor Sint Peters trappen.Ga naar voetnoot12
 
Eêlmoedigheit van 't goede noit veraerde:Ga naar voetnoot13
 
Wat in zijn' bloey en groeizaemheit bezwijck',
15[regelnummer]
Deze is zich zelve alom doorgaens gelijck.Ga naar voetnoot15
 
Een eedle vrucht getuight wat telgh heur baerde.Ga naar voetnoot16
 
De leeuwskracht kan men uit zijn klaeuwen mercken,Ga naar voetnoot17
 
De treck getuight des zeilsteens geest en aert,Ga naar voetnoot18
 
De proef de deught van 't ridderlijcke zwaert.Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Elcke oirzaeck wort ons kenbaer door haer wercken.Ga naar voetnoot20
 
Maer als Natuur, waerze uitmunt, wort bejegent
 
Van Godts Gena, den oirsprongk van het goet,Ga naar voetnoot21-22
 
Dat zy bezit, dan springtze in overvloet,
 
Gelijck een bron, die heele landen zegent.
25[regelnummer]
Indien men hier zit om bewijs verlegen,
 
CHRISTINE alleen zet dezen grondslagh vast,Ga naar voetnoot26
 
En wijst ons wat een Christverlichte past,Ga naar voetnoot27
 
Die verder ziet, en oogen heeft gekreegen.
 
De hemel had haer tot de kroon gekoren,
30[regelnummer]
Geschapen tot het erf van 's vaders Rijck,Ga naar voetnoot30
 
Of liever tot dry scepters te gelijck,Ga naar voetnoot31
 
En zulck een' bergh van lauren haer beschoren.Ga naar voetnoot32
 
Vernuft en geest van jongs op in haer bloncken.Ga naar voetnoot33
 
De lust tot kunst en letterwetenschap
35[regelnummer]
En wijsheit holp haer aen den smaeck van 't sap,Ga naar voetnoot35
 
Door Plato milt den leerling toegeschoncken.Ga naar voetnoot36
 
De Wijsheit, van Egypters en ChaldeeuwenGa naar voetnoot37
 
Aen 't grijze Athene, en van Athene weêr
 
Gereickt aen Rome, ontstack haer meer en meer,
40[regelnummer]
Om ga te slaen het spoor van 's weerelts eeuwen.Ga naar voetnoot40
 
De Wijsheid leert haer elck tot nut te leven,Ga naar voetnoot41
 
Hoe 't vreedzaemst Rijck geen bloedigh oorloogh past,
 
Waerop zy heir op heir ontharrenast,Ga naar voetnoot43
[pagina 919]
[p. 919]
 
Belust Europe en elck den pais te geven.
45[regelnummer]
Toen sloot de kroon van Sweden om haer vlechten,
 
En blonck, gelijck de Noortstar, op dit hooft,
 
Met eenen glans, die diamant verdooft.Ga naar voetnoot47
 
Men leerde uit haer den onderzaet berechten.Ga naar voetnoot48
 
Men leerde uit haer de Majesteit bewaerenGa naar voetnoot49
50[regelnummer]
In eere, ontzagh, en aenzien, te gelijck
 
Gevreest, bemint, en aengebeên in 't Rijck,
 
En buiten 't Rijck, zoo wijt haer zeilen vaeren.
 
Noch kan zoo veel gelucks haer niet vernoegen.
 
Zy voelt den slagh der onruste in 't gemoedt,
55[regelnummer]
Die, nacht en dagh, heur jaeght naer 't hooghste goet,
 
Dat 's menschen hart beschut voor 't eeuwigh wroegen.Ga naar voetnoot56
 
Wat goet is dit? bestaet dit goet in schatten,
 
Of weetenschap, of Staet, en heerschappy,Ga naar voetnoot58
 
Of eere en faeme, of lichaems leckerny,Ga naar voetnoot59
60[regelnummer]
En wellusten, en wat de zinnen vatten?
 
Neen zeker, neen: die goedren zijn vergangbaer,Ga naar voetnoot61
 
Verwelcken, als de bloem, door hitte en rijp,
 
Vergaen, als roock: een goet voor aertsch begrijpGa naar voetnoot63
 
En zinlijckheên bekoorlijck, en ontfanghaer.
65[regelnummer]
Het hooghste goet, dat weinigen ontfingen,
 
Bestaet in niet geschapens, maer alleenGa naar voetnoot66
 
In 't kennen van 't oneindigh eenigh Een,
 
Begin en eint van ons bespiegelingen.
 
De weetenschap, gevat by d'eerste kloecken,Ga naar voetnoot69
70[regelnummer]
Bereickte dit, als met een vergezicht,Ga naar voetnoot70
 
En zagh 't, gelijck een vonck, gespat van 't licht,Ga naar voetnoot71
 
Geholpen door Natuur, en d' outste boecken:Ga naar voetnoot72
 
Maer dieper dringt het oogh in deze waerheit,
 
Als Godt van Godt, bekleet met sterflijckheit,Ga naar voetnoot74
75[regelnummer]
Godts Zoon den mensch naer's menschen oorsprong leit,
 
En voorlicht met zijn heiligheit, en klaerheit.
[pagina 920]
[p. 920]
 
Dees Herder draeght het lam op hals en schouder
 
In zijnen stal, dat deerlijck liep verdwaelt:
 
En als hy vaert in 't licht, dat endtloos straelt,Ga naar voetnoot79-vlgg.
80[regelnummer]
Beveelt zijn mont dees zorgh Godts Stedehouder;
 
De Sleutelmaght, die zestienhondert jaerenGa naar voetnoot80-81
 
Den hemel sloot, en wederom ontsloot,
 
Uit haeren stoel, elx vryburgh, daer in nootGa naar voetnoot83
 
Alle afgedwaelde in veiligheit vergaêren.Ga naar voetnoot84
85[regelnummer]
CHRISTINE komt van boven dit te vatten:Ga naar voetnoot85
 
Zy zweert terstont het Rijck der weerelt af,
 
Verworpt heur zwaert, en purper, kroon, en staf,Ga naar voetnoot87
 
En kiest voor 't aertsch den grootsten schat der schatten.
 
De rustige aert en moedt, haer aengeboren,Ga naar voetnoot89
90[regelnummer]
Van 's hemels Geest gedreven, en verlicht,
 
Acht haet, noch smaet, en kiest, aen God verplicht,Ga naar voetnoot91
 
Het beste deel, dat oit werd uitgekoren.
 
Gelijckze in 't eerst haer geesten wist te scherpen,Ga naar voetnoot93
 
Om in den top der heerschappy te staen,
95[regelnummer]
Zoo lust het haer zich stil en onderdaenGa naar voetnoot95
 
Den stoel van Godt en Christus t' onderwerpen.
 
Men kan Godts dienst gebruicken of misbruicken,
 
Misbruicken als men 't oogh op 't weereltsch slaet,
 
En dees ons dient een stormleêr om naer staet
100[regelnummer]
Te steigren, daer de vroomsten dickwils duicken.Ga naar voetnoot99-100
 
De godtsdienst wort gebruickt naer Godts behaegen,
 
Wanneer men hem met kennisse eert, en dient:
 
Als Abraham, geheeten 's hemels vrient,
 
Die Ur verliet, zijn vaderlant, en maegen:Ga naar voetnoot103-04
105[regelnummer]
Als Moses, die den rijckdom van Egypte
 
Versmaede, vroegh de kroon met voeten tradt,Ga naar voetnoot106
 
En, Christus smaet voor wellust eere en schatGa naar voetnoot107
[pagina 921]
[p. 921]
 
Verkiezende, het blinde hof ontglipte.Ga naar voetnoot108
 
Zy ruckt hier op van 't Noorden naer de sloten
110[regelnummer]
Van Rome, door haer Gotten omgewroet,Ga naar voetnoot110
 
Op datze zelf die schennis decke, en boet',Ga naar voetnoot111
 
Daer zoo veel bloets en traenen zijn vergoten:
 
Op datze zelf 't onfaelbre Orakel spreecke,Ga naar voetnoot113
 
Daer Godt door spreeckt, en levendigh ontvouwtGa naar voetnoot114
115[regelnummer]
De raetsels, aen zijn' tolck en tong betrouwt,Ga naar voetnoot115
 
Op dat Godts volck geen raet noch troost ontbreecke.
 
Aldus vergeet de bruit, in Davids zangen,Ga naar voetnoot117
 
Haer eigen volck, en vaders huis, en stam.
 
Zy smilt haer hart in 's bruigoms zuivre vlam,Ga naar voetnoot119
120[regelnummer]
Die haer verwacht, gereet Godts bruit t' ontfangen.
 
Zoo quam voorheen de Koningin der MoorenGa naar voetnoot121
 
Te Sion, uit den Zuiden, en haer zon,Ga naar voetnoot122
 
Om Davids zoon, den wijzen Salomon,
 
Met raetselen te toetsen, en te hooren.Ga naar voetnoot124
125[regelnummer]
De Koningin, die zich ontkroont, zoeckt d'ader,Ga naar voetnoot125
 
Daer Salomon zijn wijsheit zelf uit haelt.
 
Zy zoeckt de Duif, die uit de wolcken daelt
 
Op Godt, den Zoon, en mont van Godt den Vader.Ga naar voetnoot128
 
Zy zoeckt de Stadt, daer d' eerste Kruisgezanten,Ga naar voetnoot129
130[regelnummer]
Gemartelt, en begraven, 't hoogh altaer
 
Door hun gebeent noch zeegnen, jaer op jaer,
 
En 't heiligh Kruis, ten trots des afgronts, plantten.Ga naar voetnoot132
 
Zy zoeckt haer heil by geenen Roomschen stander,
 
Noch arent, maer by Godt aen 't heilzaem hout,Ga naar voetnoot133-34
135[regelnummer]
Daer Vatikaen, tot aen de lucht gebouwt,
 
Haer welkomt door den Grootsten Alexander.Ga naar voetnoot136
 
Hy zalft dit hooft, nu kroonloos, en bezegelt
 
Haer' nieuwen eedt, op 't juichen van de Faem,Ga naar voetnoot138
[pagina 922]
[p. 922]
 
Verrijckt met noch twee naemen haeren naem,Ga naar voetnoot139
140[regelnummer]
Die nu, vol geurs, zoo veele hoven regelt.Ga naar voetnoot140
 
Zy schept haer' naem uit Christus, den Behoeder,Ga naar voetnoot141
 
Als een Gezalfde; uit die met hem regeert,Ga naar voetnoot142
 
En zy haer kroon en scepter heeft vereert,Ga naar voetnoot143
 
Maria zelf, de zuivre maeght, en moeder.
145[regelnummer]
Haer slotnaem eert een grooter van vermogenGa naar voetnoot145
 
Dan hy, wiens zwaert het Oosten dwingen kon,
 
Dan Fabius, die Hannibal verwon;Ga naar voetnoot147
 
Het Hooft, waervoor zich 's weerelts assen boogen.Ga naar voetnoot148
 
Al wenschtze d' eer van staetsiën t' ontbeeren,Ga naar voetnoot149
150[regelnummer]
En wellekomste, en ongemeene prael:
 
Haer ootmoedt eischt een Koningklijck onthaelGa naar voetnoot151
 
Op 't blijde feest, daer d' Englen triomfeeren.Ga naar voetnoot152
 
Naerdien de kroon in 't ende wordt gestreecken,Ga naar voetnoot153
 
Zoo zeegne Godt haer endt, gelijck 't begin:
155[regelnummer]
Zoo blinck' het spoor van deze Koningin;
 
Een heerlijck licht, dat duizent kan ontsteecken.Ga naar voetnoot156
 
 
I.V. VONDEL.

voetnoot*
Van 1656. Afgedr. volgens de tekst in de afz. uitg. in 4o (Unger: Bibl., nr. 554), waarvan het titelblad hiernaast is weergegeven. Het motto, ontleend aan Matth. XII, 42, slaat op de Koningin van Saba of Scheba (vgl. vs. 121).
Koningin Christina van Zweden is door Vondel herhaaldelik gevierd. Zie de gedichten op haar afbeelding hiervóór, blz. 590-594, en het gedicht Op den afstemt der Kroone, hiervóór blz. 817. In 1657 draagt hij haar zijn Harpzangen op. - Nadat Koningin Christina, als gast van het Aartshertogelik hof te Innsbrück, op 3 November 1655 in de hofkerk plechtig haar Katholieke geloofsbelijdenis had afgelegd tegenover 's Pausen legaat, Lucas Holstenius, betrad zij 21 November het grondgebied van de Kerkelike Staat, eerbiedig verwelkomd door de hoge geestelikheid. In verschillende steden van Italië werd zij ingehaald met kerkelike en wereldse feestelikheden in de uitbundige rococo-stijl van die tijd. Op 19 Desember werd zij in de Villa Olgiati, 9 mijlen van Rome, namens de Paus plechtig begroet door twee Kardinalen met groot gevolg. 's Avonds om 7 uur deed zij in een prachtkaros, vervaardigd en versierd naar tekeningen van Bernini, omstuwd door een ontzaglike menigte Romeinen en vreemdelingen, haar intocht in de Stad. Zij steeg af aan een zijpoort van het Vaticaan, waar zij voor een tijdelik verblijf koninklik ingerichte vertrekken gereed vond. De eigenlike plechtige intocht had plaats de 23ste Des. Met grote, vorstelike praal werd een stoet gevormd, die haar naar de Sint-Pieterskerk en het Vaticaan geleidde, tot voor de troon van de Paus, bij wie zij tot de voetkus werd toegelaten. Op de eerste Kerstdag ontving zij het Sacrament van het H. Vormsel.
voetnootvs. 1
De beginletter is versierd met de voorstelling van een door ruiters vervolgde vrouw; Noorlantsche: de Amazonen worden zo genoemd wegens hun woonplaats in het Noordelik gelegen Skythië, met een guur klimaat (vgl. vss. 5-6). Penthesilea, koningin der Amazonen, verleende na Hector's dood hulp aan de Trojanen, en werd door Achilles (Thetis zoon, vs. 2) gedood.
voetnoot3
In zijnen schilt vaeren: aanvallen; durf: durft.
voetnoot4
verwelckbre kroone: vergankelike krans (oorlogsroem).
voetnoot6
op te bijten: open te hakken.
voetnoot7
De borst afzette: de Amazonen lieten zich de rechterborst afzetten om beter de boog te kunnen hanteren. De volksetymologie bracht dit in verband met hun naam (letterlik: zonder borsten).
voetnoot8
braven: dapperen.
voetnoot10
den steilen Noortbeer: het hoog staande sterrebeeld de grote Beer.
voetnoot11
't Italjaensch geberght: de Alpen.
voetnoot12
Sint Peters trappen: de Sint-Pieterskerk.
voetnoot13
Een edel karakter verloor het goede nooit uit het oog (veraerde: ontaardde).
voetnoot15
alom doorgaens: overal en altijd.
voetnoot16
wat telgh heur baerde: aan welke tak zij groeide.
voetnoot17
Naar de Latijnse spreuk: ex ungue leonem, d.i. aan de klauw (kent men) de leeuw.
voetnoot18
De treck: de aantrekkingskracht.
voetnoot19
Het op de proef stellen (getuigt) de voortreffelikheid (deught) van het zwaard.
voetnoot20
wercken: resultaat.
voetnoot21-22
bejegent van: ontmoet door, d.i. samengaat met.
voetnoot26
zet dezen grondslagh vast: bevestigt deze stelling (Ned. Wdb. V, 1017).
voetnoot27
Christverlichte: door christelike geest verlicht.
voetnoot30
tot het erf van: om te erven.
voetnoot31
dry scepters: van Zweden, Noorwegen en Denemarken.
voetnoot32
beschoren: door het lot toebedeeld.
voetnoot33
van jongs op: van jongs af.
voetnoot35
holp haer aen den smaeck: deed haar smaak vinden (in de wijsbegeerte).
voetnoot36
toegeschoncken: toegereikt (eigenlik: ingeschonken).
voetnoot37
van: door.
voetnoot40
het spoor van 's weerelts eeuwen: de loop van de wereldgeschiedenis.
voetnoot41
elck (Dat.): tot ieder nut.
voetnoot43
ontharrenast: ontwapent. Vgl. V.'s lof van haar vredelievendheid hiervóór, blz. 593, vs. 17: ‘Zy heeft den dollen Mars gansch Duitschlant uitgebannen’.
voetnoot47
verdooft: overstraalt.
voetnoot48
den onderzaet berechten: hoe men zijn onderdanen dient te besturen.
voetnoot49
bewaeren: handhaven.
voetnoot56
't wroegen: de wroeging, aanklacht van het geweten.
voetnoot58
staet: hoge positie.
voetnoot59
lichaems leckerny: (lichamelik) genot van spijs en drank.
voetnoot61
vergangbaer: vergankelik.
voetnoot63
begrijp: bevatting, dus: naar aardse opvatting.
voetnoot66
niet geschapens: niets dat geschapen is.
voetnoot69
gevat by d'eerste kloecken: begrepen door de oudste Wijzen.
voetnoot70
een vergezicht: een ver reikende blik.
voetnoot71
't licht: het eeuwige licht, de eeuwige waarheid.
voetnoot72
Dit vers te verbinden met vs. 69.
voetnoot74
‘Godt-van-Godt’ is evenals ‘licht-van-licht’ in het Credo, de geloofsbelijdenis in de Mis, een benaming voor de Zoon, de tweede Persoon der Drieëenheid. ('t Begin van het Credo luidt aldus: ‘Credo in unum Deum, Patrem omnipotentem, factorem caeli et terrae, visibilium omnium et invisibilium. - Et in unum Dominum Jesum Christum, Filium Dei unigenitum. Et ex Patre natum ante omnia saecula. Deum de Deo, lumen de lumine, Deum verum de Deo vero’, etc.).
voetnoot79-vlgg.
zien op de Petrus-teksten bij Joan. XXI, 15-17 en bij Matth. XVI, 18, 19. Tussen de verrijzenis en de hemelvaart (als hij vaert in 't licht) vervult Jezus met het driemaal herhaalde bevel, om zijn lammeren, schaapjes en schapen te weiden (Joan. XXI, 15-17) de belofte vroeger (Matth. XVI, 18, 19) aan Petrus gedaan, en stelt hem tot algemeen opperherder aan over heel zijn Kerk (volgens de katholieke leer).
voetnoot80-81
Godts Stedehouder is hier Petrus persoonlik; de Sleutelmaght (appositie en uitbreiding) = Petrus en zijn opvolgers, de Paus, de Sleutel-mogendheid.
voetnoot83
stoel: troon (de pauselike Stoel) vergelijk vs. 96; vryburgh: toevluchtsoord.
voetnoot84
afgedwaelde: zelfstandig gebruikt adjectief meervoud zonder n.
voetnoot85
van boven: door goddelike ingeving.
voetnoot87
Verworpt: verwerpt.
voetnoot89
rustige: krachtige.
voetnoot91
verplicht: verbonden.
voetnoot93
geesten: verstand.
voetnoot95
onderdaen: onderdanig.
voetnoot99-100
stormleér: stormladder; naer staet te steigren: op te klimmen tot een hoge positie; daer de vroomsten dickwils duicken: terwijl de voortreffeliksten (vroomsten) dikwels nederig en tevreden zijn.
voetnoot103-04
Op bevel van God toog Abraham uit Ur naar het land Kanaän (Gen. 11, 31; 12, 1-4).
voetnoot106
Zie hiervóór, blz. 164.
voetnoot107
Vondel beschouwt hier Mozes in dezelfde geest als hij Joseph doet in de voorrede van Sofompaneas (Deel 3, blz. 435): hij stelt ook Mozes' doen ‘eer onder den Christelycken doop, als onder de wet der besnijdenisse’.
voetnoot108
blinde: verblinde (door wereldse gezindheid).
voetnoot110
haer Gotten: omdat zij heette: koningin der Zweden, Gotten en Wenden (zie blz. 588) beschouwt Vondel de Goten, die in de 6e eeuw Rome plunderden, als de voorouders van haar volk (vergelijk Olyftack van Gustaaf Adolf, vs. 72, Deel 3, blz. 377).
voetnoot111
die schennis decke, en boet': die schandelike daad doe vergeten door haar boetvaardigheid.
voetnoot113
't onfaelbre Orakel: de onfeilbare Paus.
voetnoot114
levendigh: door een levende persoon.
voetnoot115
aen zijn' tolck en tong betrouwt: toevertrouwd aan zijn vertolkende uitspraak (tong).
voetnoot117
in Davids zangen: namelik in Psalm 45, vs. 11.
voetnoot119
zuivre vlam: reine liefde.
voetnoot121
de Koningin der Mooren: de koningin van Saba (zie titelmotto).
voetnoot122
uit den Zuiden (Datief van het Zuiden).
voetnoot124
Met raetselen: door hem raadsels voor te leggen; te toetsen: op de proef te stellen.
voetnoot125
d'ader: de oorsprong, nl. de goddelike inspiratie, in dit geval de Heilige Geest (de Duif, vs. 127).
voetnoot128
mont: tolk, openbaring.
voetnoot129
Kruisgezanten: Apostelen.
voetnoot132
ten trots des afgronts: de Hel trotserende.
voetnoot133-34
Roomschen stander, noch arent: de Romeinse krijgsstandaarden met de adelaar; hier symbool van wereldlike macht; heilzaem: heil brengend.
voetnoot136
den Grootsten Alexander: Paus Alexander VII, groter dan Alexander de Grote (vgl. vss. 145-46).
voetnoot138
Haer' nieuwe eedt: nl. van trouw aan het Roomse geloof.
voetnoot139
noch twee naemen: nl. Maria Alexandra, naar de Maagd Maria en Paus Alexander; vergelijk vss. 144-48.
voetnoot140
regelt: beheerst(?).
voetnoot141
Als Christina.
voetnoot142
die met hem regeert: de Maagd Maria.
voetnoot143
En (aan wie) zy; vereert: geschonken.
voetnoot145
vermogen: macht (zie bij vs. 136).
voetnoot147
Fabius: zinspelend op de wereldlike naam van Paus Alexander VIII, nl. Fabius Chigi.
voetnoot148
's weerelts assen: de gehele wereld, van Noord naar Zuid.
voetnoot149
staetsiën: plechtige optocht om haar in te halen.
voetnoot151
eischt: vereist, d.i. maakt noodzakelik, verdient.
voetnoot152
't blijde feest: het Kerstfeest. Op de eerste Kerstdag ontving zij het Sacrament van het Vormsel.
voetnoot153
Omdat de kroon eerst behaald wordt bij de voleindiging van het leven.
voetnoot156
dat duizent kan ontsteecken: dat duizend anderen in geloofsijver kan ontsteken, tot navolging kan opwekken.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • A.A. Verdenius