Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656 (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.15 MB)

ebook (6.98 MB)

XML (3.07 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragikomedie
pastorale


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

(1931)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Aen myne Afbeeldinge, door Govaert Flinck geschildert.
Toenze den Heere Directeur Generael Geeraert Huift in Oostindien toegezonden wiert.aant.Ga naar voetnoot*

 
Ghy steeckt dan af, voor d'Amsterdamsche paelen,Ga naar voetnootvs. 1
 
Om over zee te zweven, daer de dagh
 
Batavie vergult met d' eerste straelen,Ga naar voetnoot2-3
 
En geuren brengt, uit ootmoedt en ontzagh:Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Daer d' eilanden om stryt, van alle kanten,
 
Aenhouden om gehoor, voor 't Hollantsch Hof,Ga naar voetnoot6
 
Door Koningen en smeeckende Gezanten,
 
Met hunne kroon gebogen in het stof.
 
Wanneer ghy koomt in 't Oosten te belanden,
10[regelnummer]
En d'eer geniet, dat HULFT u wellekoomt,
 
Zoo kust dien Helt eerbiedighlyck de handen;
 
En melt hem, wat ick onlangs heb gedroomt.
 
De duistre nacht bedeckte met haer vlogelen
 
De kamer, daer ick eenzaem lagh en sliep,
15[regelnummer]
Als Hulft, belust op vangst van 't puick der vogelen,
 
[Zoo 't scheen] door 't ryck kanneelbosch jaegen liep.
 
Hy volghde in 't ende een duif, wiens pennen blonckenGa naar voetnoot17
[pagina 914]
[p. 914]
 
En flickerden van zilver, en fyn gout,
 
En purperverf, en scheen van min t' ontvoncken,
20[regelnummer]
Om zoo veel schoons als haere pluim ontvouwt.
 
Eneas volghde aldus, door bosch en struicken,
 
De vogels, hem gestuurt van 's moeders dack,
 
Op dat hy hen, als leitsmans, moght gebruicken,
 
Op 't heilzaem spoor naer lunoos gouden tack.Ga naar voetnoot21-24
25[regelnummer]
De boschduif streeck op een' kanneelboom neder.
 
De Hollander, gedoocken onder 't loof,
 
Viel op een knie met zyne jaghtbus weder.Ga naar voetnoot27
 
Gelyck hy plaght, en mickte op dezen roof.Ga naar voetnoot28
 
Myn geest verschrickte, en, om hem in te toomen,
30[regelnummer]
Sprack dus bedacht den jongen schutter aen:
 
O Iongeling, hoe wil u dit bekoomen?Ga naar voetnoot31
 
Het schieten is u lest niet wel vergaen.Ga naar voetnoot32
 
Ghy jaeght, 't is waer, geen' draeck, noch Kolchis stieren,Ga naar voetnoot33
 
Noch everzwyn, noch tigers, wilt van aert:
35[regelnummer]
Maer uwe jaght naer tamme en macke dieren,
 
Is 't voorspoock. dat my allermeest vervaert.Ga naar voetnoot36
 
Geen duif noch spreeuw heeft vreesselycke kluiven,Ga naar voetnoot37
 
Noch moort geen mensch: maer echter hou u schuw:Ga naar voetnoot38
 
Versteurt geen vlught van spreeuwen noch van duiven:Ga naar margenoot*
40[regelnummer]
Hoe mack zy zyn, die vogels dreigen u.
 
Het heught my hoe een spreeuw u had gebeeten,
 
En meer gewont dan stael en donderkloot,Ga naar voetnoot42
 
Daer 't Britsch geschut op zee van was bezeten,
 
Toen ghy den Teems braveerde met ons vloot.Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Dus sprack ick naeu, of 't vogelroer gesprongenGa naar voetnoot45
 
Gaf met zyn slot den schutter eenen slaghGa naar voetnoot46
 
Op zyne heup, dat hem, van pyn gedrongen,
 
Het hart ontzonck, daer hy ter aerde lagh.
 
De Droomgodt was op dezen slagh vervloogen
50[regelnummer]
Naer zyn spelonck. 'k ontwaeckte in 't bange bedt:Ga naar voetnoot50
 
En schoon ick my geluckigh vont bedrogen,
 
Noch bleef myn hart met schroomte en schrick bezet.Ga naar voetnoot52
 
Nu wenschte ick, dat hy geene duiven langer
[pagina 915]
[p. 915]
 
Belaeghde op tack en boom, noch in haer vlught,
55[regelnummer]
Al ging deze oock van een musschaetnoot zwanger,
 
Of pypkanneel: hy schuw' die duivelucht.Ga naar voetnoot55-56
 
Hy schuwe mede Oostindische Harpyen,Ga naar voetnoot57
 
Een snoot gebroet, bekent in d' oude tyt,
 
Het welck op strant een anders gasteryenGa naar voetnoot59
60[regelnummer]
Besmet, en noode een dischgenootschap lydt.Ga naar voetnoot60
 
Het aenzicht schynt een maeght gelyck van wezen.
 
Zy hongert, van geen dischgerecht verzaet.Ga naar voetnoot62
 
Haer kraeuwels, scherp geslepen, staen te vreezen.
 
Zy scheit met stanck, en vloeckt al watze haet.
65[regelnummer]
Men moet haer nest met achterdocht genaecken:
 
Want staet men haer een voet te na in 't licht,
 
Zy zal een' vloet van dreigementen braecken:
 
Of zwyghtze stil, zy moort met haer gezicht.
 
Nu zyt myn bode, en melt dien Helt myn zorgen,Ga naar voetnoot69
70[regelnummer]
Als ghy belant in 't hof, daer hy gekeert,
 
En uit gevaer, ter goeder tyt, geborgen,Ga naar voetnoot71
 
Het roer van nieuw Batavie regeert.
 
 
I.V. VONDEL.

voetnoot*
Van 1655. Afgedrukt volgens het handschrift in 't bezit van het Vondelmuseum; zie Oud-Holland II, blz. 129. - Zie voor de ‘afbeeldinge’: Iconografie van Vondel, in Dl. 4, blz. 39 en 44.
voetnootvs. 1
paelen: wal.
voetnoot2-3
Waar de zon het ver in het Oosten gelegen Batavia het eerst beschijnt.
voetnoot4
ootmoedt en ontzagh: onderdanige eerbied.
voetnoot6
Aenhouden om: aandringen, verzoeken.
voetnoot17
wiens: wier.
voetnoot21-24
Vgl. Aeneïs VI, vs. 190.
voetnoot27
jaghtbus: geweer.
voetnoot28
roof: buit.
voetnoot31
wil: zal.
voetnoot32
Een spreeuw had hem nl. in de hand gebeten (vgl. vs. 41).
voetnoot33
geen' draeck, noch Kolchis stieren: gelijk de Argonauten deden (zie hiervóór blz. 908).
voetnoot36
voorspoock: voorteken, voorspelling. Vondel tekende hierbij later met blekere inkt aan: ‘een voorspellinge van zyn doot, want Columba daer de Heer voor gebleven is, heet een duif’. Inderdaad sneuvelde hij voor Colombo, de 10de April 1656.
voetnoot37
kluiven: klauwen.
voetnoot38
hou u schuw: onthoud u daarvan.
margenoot*
[Randschrift:] een voorspellinge van zyn doot: want Columba daer de Heer voor gebleven is, heeteen duif. [Vondels kanttekening van later].
voetnoot42
donderkloot: kanonskogel.
voetnoot44
Zie hiervóór, blz. 807-vlgg.
voetnoot45
naeu: nauweliks; vogelroer: geweer voor de vogel-jacht.
voetnoot46
slot: gewone naam voor de ‘haan’ (Sterck).
voetnoot50
bange: benauwende.
voetnoot52
schroomte: angst.
voetnoot55-56
Al lokte het bos ook door heerlike geur(?).
voetnoot57
Harpyen: in de Griekse mythologie afzichtelike monsters, vogels met meisjesgezichten en lange klauwen (kraeuwels), die de spijzen door vuil en stank verontreinigden. Vgl. Aeneïs III, vss. 208-11.
voetnoot59
gasteryen: lekkere spijzen.
voetnoot60
een dischgenootschap lydt: een gezamenlike maaltijd duldt.
voetnoot62
van: door.
voetnoot69
zorgen: bezorgdheid.
voetnoot71
geborgen: veilig.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • A.A. Verdenius