Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660 (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.91 MB)

XML (3.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

(1935)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 381]
[p. 381]

De LXIIII. Harpzang.Ga naar voetnoot*

Te decet hymnus Deus in Sion.

 
O Godt, 't is billijck dat ons stem
 
U love op Sion met gezangen,
 
En elck in uw Jerusalem
 
Zijn kerckbelofte met verlangenGa naar voetnootvs. 4
5[regelnummer]
En offerschulden rijck betael'.Ga naar voetnoot5
 
Verhoor naer uw belofte ons bede,
 
Zoo zal wat leve en adem hael'
 
Uw' naem aenbidden, hier ter stede.
 
 
 
Der oudren wederspannigheitGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Heeft ons met zich ten val getogen:
 
Maer uw verzoenbre majesteit
 
Verzoent ons weêr uit mededoogen.
 
Ter goeder uure zagh hy 't licht,
 
Dien uw gena heeft uitgelezen
15[regelnummer]
Om in uw tenten Arons plicht
 
t'Aenschouwen, daer gy wort geprezen.Ga naar voetnoot13-16
 
 
 
Wy zullen, in uw heilighdom
 
Verzaet, van rijckdom overvloejen.
 
Uw kerck, vol heiligheit alom,
20[regelnummer]
Vol wonderen, zal 't Recht zien bloejen
 
In 't harte, dat u onbesmet
 
Hier dient, en eert naer uw behaegen,
 
En wil, en ingestelde wet,
 
Uw volck en stammen voorgedraegen.Ga naar voetnoot19-24
 
 
25[regelnummer]
Verhoor ons, Heer, die ons behoedt,
 
Met eenen allerley geslachten,
 
Die, wijt van over zee, vol gloet,
 
U zoecken, en hun heil verwachten
 
Uit uwen schoot, van uwe hant,
30[regelnummer]
Die maghtigh is, en op hun grondenGa naar voetnoot30
 
Het hemelhoogh geberghte plant,
 
Aen 't aertrijck onverwrickt gebonden.Ga naar voetnoot32
[pagina 382]
[p. 382]
 
Gy, die met maght zijt toegerust,
 
Beweeght den afgront van de wateren,
35[regelnummer]
Die bruizen luit, van kust tot kust.
 
Men hoort de watervallen klateren.
 
De stroomen ruischen op uw woort.
 
Zy overschrijden peil, en paelen,
 
En kennen oever nochte boort,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Als zy te lande in adem haelen.Ga naar voetnoot35-40Ga naar voetnoot40
 
 
 
De volcken schricken, die, op 't lant
 
Gezeten, uwe donders hooren,
 
Uw tekens zien, de lucht vol brant
 
En blixem, voorboôn van uw' toren.Ga naar voetnoot41-44Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Gy zijt het, die hun hart verblijt
 
Met d'op- en ondergaende straelen
 
Der zonne, en vader van den tijt,Ga naar voetnoot47
 
En licht en schaduw, die niet faelen.Ga naar voetnoot48
 
 
 
Gy slaet uw oogh op elx gebreck,Ga naar voetnoot45-49Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Bezichtight d'aerde, en schencktze uw' zegen
 
Volop, datze ons een tafel deck'
 
Met vee, en vruchten na de regen.Ga naar voetnoot49-52
 
Uw voorzorgh giet de killen vol,
 
En discht ons spijs op, dat elck huppelt,
55[regelnummer]
Zoo dickwijl d'aer op d'ackers zwol,
 
Daer 't honigh douwt, en zuivel druppelt.Ga naar voetnoot55-56
 
 
 
Gy drenckt de vore op 't dorre velt.
 
De kruiden groejen datze piepen.
 
Geen acker wert met dorst gequelt,
60[regelnummer]
Zoo dick de greppels overliepenGa naar voetnoot60
 
Van verschen regen uit de lucht.
 
Gy kroont het jaer met uw genade,Ga naar voetnoot62
 
Als 't lant verquickt, en vee en vrucht
 
Gedijt, en toeneemt vroegh en spade.
[pagina 383]
[p. 383]
65[regelnummer]
De wildernissen worden vet
 
Van vrucht. de heuvels gaen ten reie.
 
De ram en kudde, niet besmetGa naar voetnoot67
 
Van evel, scheeren klip, en heie,Ga naar voetnoot68
 
Gedijen by het geurigh kruit.
70[regelnummer]
De daelen staen gedost met koren,
 
En loven Godt met zoet geluit.
 
Zoo wort Godts lof alom geboren.
[tekstkritische noot]TEKSTKRITIEK: Het bovenschrift in de 1e ed. luidt: Te decet hymnus in Sion.

voetnoot*
Ps. 64.
voetnootvs. 4
kerckbelofte: belofte van Godsvereering, V: votum, vs. 2-vgl. LXV Harpz. vs. 58; verlangen: geestdrift.
voetnoot5
offerschulden: verschuldigde offers.
voetnoot9
V: Verba iniquorum, vs. 4; B: id est, mala opera iniquorum parentum nostrorum.
voetnoot13-16
V: inhabitabit in atriis tuis, vs. 5.
voetnoot19-24
V: Sanctum est templum tuum, mirabile in aequitate, vs. 5-6.
voetnoot30
hun: beter zijn, omdat 't hoort bij geberghte in 31, maar door Vondel meer als veelheid dan eenheid wordt gezien.
voetnoot32
toevoegsel.
voetnoot39
nochte: noch.
voetnoot35-40
V: profundum maris et sonum fluctuum ejus, vs. 8.
voetnoot40
te lande in: over de landerijen; adem haelen: Vondel ziet de op en neer stroomende golven als ademende longen.
voetnoot41-44
V: Turbabuntur gentes et timebunt qui habitant terminos a signis tuis, vs. 9; B: id est, a coruscationibus, tonitruis et fulminibus caelestibus.
voetnoot44
toren: toorn.
voetnoot47
en vader van den tijt: en gij zijt het, die vader van den tijd zijt?
voetnoot48
schaduw: duisternis; die niet faelen: die trouw hun beurt bewaren.
voetnoot45-49
V: exitus matutini et vespere delectabis, vs. 9; B: id est exortum aurorae et crepusculi vespertini.
voetnoot49
gebreck: nooddruft.
voetnoot49-52
V. Visitasti terram et inebriasti eam, vs. 10; B: visitatio Dei non est simplex visio sed provisio.
voetnoot55-56
V: quoniam ita est praeparatio ejus, vs 10.
voetnoot60
dick: dikwijls.
voetnoot62
genade: gunst.
voetnoot67
ram en kudde: rammen der kudde, V. arietes ovium, vs. 14, de rammen der schapen.
voetnoot68
evel: euvel, ziekte; scheeren: afgrazen, V: induti sunt, vs. 14.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius