Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660 (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.91 MB)

XML (3.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

(1935)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

De LXXXII. Harpzang.Ga naar voetnoot*

Deus, quis similis erit tibi.

 
O Almaghtige, eer van 't eeuwigh Rijck,
 
Wie is u gelijck,
 
In gewelt, en kracht,
 
Dapperheit, en maght?Ga naar voetnoot2-4
5[regelnummer]
Zwijgh nu langer niet.
 
Let op ons verdriet:Ga naar voetnoot6
[pagina 435]
[p. 435]
 
Want uw vyant steeckt met luid geruchtGa naar voetnoot7
 
't Hooft op in de lucht,
 
Houdt erghlistigh raet,
10[regelnummer]
Brouwt verraet in staet,Ga naar voetnoot10
 
Vlamt op ons bederf,
 
Dreight uw heiligh erf.
 
Hoorze roepen: mannen, ruckt by een.
 
Nu verdelght hun steên,
15[regelnummer]
Volck, en vee, en stal,Ga naar voetnoot14-15
 
Dat niet een van al,
 
In gansch Israël,
 
Blijf, die 't na vertell'.
 
Och, zy zweeren alle uit eenen montGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Tegens uw verbont.Ga naar voetnoot20
 
't Idumeesch tapijt,Ga naar voetnoot21
 
Ismaël, vol spijt,Ga naar voetnoot22
 
Treên in een verbant,
 
Zweeren hant aen hant:Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Moab, zoon van Loth, en Agars bloet,Ga naar voetnoot25
 
Gebal, Ammon wroet
 
Mede in dit besteck,Ga naar voetnoot26-27
 
Neffens Amaleck,
 
Palestijner me,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
En Tyrier aen zee.Ga naar voetnoot30
 
Assur treckt met d'afkomste aen van LothGa naar voetnoot31
 
Tegens Jakobs Godt.
 
Strafze als Madian,Ga naar voetnoot33
 
Sisara, en danGa naar voetnoot34
35[regelnummer]
Alsge aen Cissons kantGa naar voetnoot35
 
Jabin velde in 't zant:
 
Daerze t'Endor streefden, droef en straf,Ga naar voetnoot37
[pagina 436]
[p. 436]
 
Zonder zerck, en graf,
 
d'Aerde d'aders dronck,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Het gebeente stonck
 
Van zoo menigh helt
 
Voor den wint in 't velt.Ga naar voetnoot38-42
 
Trefze, en slaze, als Gedeon zoo vroegh
 
Seb en Oreb sloegh,
45[regelnummer]
En Vorst Sebea,
 
Neffens Salmona,
 
Al met hun geweerGa naar voetnoot47
 
Trots gevelt ter neêr.Ga naar voetnoot43-48
 
Trefze, als gy wel eer de Vorsten troft,
50[regelnummer]
Daer de boosheit stoft.Ga naar voetnoot50
 
Wroet vry Sion omGa naar voetnoot51
 
Met zijn heilighdom.
 
Wint vry Jakobs steên,
 
Als uw erflijck leen.
55[regelnummer]
Stercke Godt, nu draey hen, als een radt.Ga naar voetnoot55
 
Waeize, als kaf langs 't padtGa naar voetnoot56
 
En het velt gezwint
 
Heenvlieght voor den wint,
 
Dat 'er endtlijck niet
60[regelnummer]
Niet van overschiet'.Ga naar voetnoot59-60
 
Als de vlam een' bergh, het vier een woudt
 
Weghbrant, fel en stout,
 
Zultge in 't onweêr van
 
Uwe gramschap man
65[regelnummer]
Ros en wagen voortGa naar voetnoot65
 
Dempen, root van moort.Ga naar voetnoot66
 
Waeck eens op, en stelze om uwen hoon
 
Schaemroot klaer ten toon,
 
Op datze uw naems eer
70[regelnummer]
Zoecken meer en meer.
 
Laetze schaemroot staen,
 
Die uwe eer verraên.
 
Heer, verstroize in schande eeuw in, eeuw uit.
[pagina 437]
[p. 437]
 
Dempze om 't loos besluit,Ga naar voetnoot74
75[regelnummer]
Dat de blinde rotGa naar voetnoot75
 
U aenbidde, als Godt,
 
d'Eerste maght alleen,
 
Om al 't aerdtrijck heen.

voetnoot*
Ps. 82.
voetnoot2-4
V: quis erit similis tibi?, vs. 2; B: id est, nemo tibi comparari poterit potentia et robore.
voetnoot6
Let op ons verdriet is onherkenbaar vrij naar V: Neque compescaris.
voetnoot7
met luid gerucht: V: sonuerunt, vs. 3; B: significat tumultum gravem; qui oderunt te, dat in de V onmiddellijk volgt, sloeg Vondel over.
voetnoot10
in staet: in den staat, in het rijk.
voetnoot14-15
V: disperdamus eos de gente, vs. 5.
voetnoot19
eenen: éénen.
voetnoot20
Tegens uw verbond: Vondel moet V: adversum te testamentum disposuerunt, vs. 6, verkeerd gelezen hebben; in 23 vertaalt hij 't opnieuw en dan goed.
voetnoot21
't Idumeesch tapijt: V: tabernacula Idumaeorum, vs. 7, de tenten der Idumeërs, door Vondel met een pars pro toto tapijt: tentdoek weergegeven.
voetnoot22
vol spijt: boosaardig, toevoegsel.
voetnoot24
toevoegsel.
voetnoot25
Moab, zoon van Loth: V heeft alleen Moab, vs. 7, maar B zegt, dat Moab de zoon van Loth is; Agars bloet: V: Agareni, volgens B: het volk dat uit Agar (Hagar) sproot.
voetnoot26-27
wroet Mede in dit besteck: toevoegsel; besteck: plan, toeleg, in ongunstigen zin, vgl. Nazoos Herscheppinge, IX, 429.
voetnoot29
Palestijnen: V: alienigenae, vs. 8, de vreemdelingen; B zegt dat in 't Hebr. Palestina staat, maar 't is vreemd dat Vondel B's eerste verklaring: de Philistijnen niet overnam; me: mede, eveneens.
voetnoot30
Tyrier: (2-lettergrepig) Tyriër, Sydoniër; aen zee: B: ad mare.
voetnoot31
d'afkomste van Loth: de reeds genoemde Moabieten en Ammonieten, die zich allen samen tegen de Joden verbonden.
voetnoot33
Strafze: V: Fac illis sicut etc. vs. 10; B: disperde illos.
voetnoot34
dan: vervolgens.
voetnoot35
aen Cissons kant: V: in torrente Cison, vs. 10, aan den oever van den Cisonstroom.
voetnoot37
streefden, droef en straf: strijdvoerden met sombere verbetenheid; V: disperierunt, vs. 11.
voetnoot39
d'aders: hun bloed.
voetnoot38-42
V: facti sunt ut stercus terrae, vs. 11; B: quia insepulti putruerunt.
voetnoot47
Al met hun geweer: allemaal met hun wapens.
voetnoot43-48
V: Pone principes eorum sicut Oreb et Zeb et Zebee et Salmana, vs. 12; B zegt, dat de Psalmist doelt op de geschiedenis van Gedeon, die de Madianitische vorsten Oreb en Zeb en de koningen Zebee en Salmana versloeg; vgl. Oreb en Zeb: Altgeh. I, 361-68; zoo vroegh: vroeg in den morgen.
voetnoot50
Versta: terwijl zij in hun boosheid snoeven.
voetnoot51
Sion: V: sanctuarium Dei, vs. 13, nl., volgens B, Jerusalem (Sion).
voetnoot55
V: Deus meus pone illos ut rotam, vs. 14.
voetnoot56
Waeize enz.: doe ze wegwaaien; V: sicut stipulam ante faciem venti, vs. 14.
voetnoot59-60
niet Niet: herhaling ter versterking der vloekbede.
voetnoot65
Ros en wagen: toevoegsel.
voetnoot66
Dempen: vernietigen; root van moort: toevoegsel.
voetnoot74
Vernietig hen om hun arglist.
voetnoot75
de blinde rot: het verblinde volk.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius