Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660 (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.91 MB)

XML (3.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

(1935)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

De LXXXIII. Harpzang.Ga naar voetnoot*

Quam dilecta tabernacula.

 
O Heer der hemelsche heirkrachten,Ga naar voetnoot1
 
Hoe aengenaem zijn Godts geslachten,Ga naar voetnoot2
 
De tenten, daer uw Bondtkist rust!Ga naar voetnoot3
 
Mijn ziel bezwijckt van groot verlangen,
5[regelnummer]
Om in uw zaelen, eens ontfangen,Ga naar voetnoot5
 
Te woonen naer mijn' wensch en lust.
 
Mijn hart en leden juichen springen,
 
Uit treck naer 't leven aller dingen.Ga naar voetnoot8
 
 
 
Men ziet de musschevleugels roejen,
10[regelnummer]
Een rustplaets zoecken om te broejen:
 
De tortel vint in 't ende een nest,
 
En berght haer jongen in die wooning:
 
Maer ick, o almaght, Godt, mijn Koning,
 
Zoeck rust, van yver aengeprest,
15[regelnummer]
En vindze alleen op uwe altaeren,
 
O Heer der hemelsche heirschaeren!
 
 
 
Wel zaligh leeft hy, die den drempel
 
Bewoont van uwen heilgen tempel,
 
U daer verheft eeuw in, eeuw uit.
20[regelnummer]
O drywerf zaligh moet men achten,
 
Die hulp en bystant wil verwachten
 
Van u alleen, en vast besluit
 
In 't heimelijck by zich in 't harte
 
Naer u te klimmen uit dees smerte:
 
 
25[regelnummer]
Uit dit elendigh dal van traenen
 
Een heirbaen zich naer Godt te baenen,
[pagina 438]
[p. 438]
 
Naer 's hemels stadt, vol rust, en vreught:Ga naar voetnoot27
 
Want gy, o Wetheer, stort uw' zegen
 
Van boven over den verlegen.Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Zy gaen van d'eene in d'andre deught,Ga naar voetnoot30
 
Tot datze op Sion triomfeeren,
 
Voor 't aenschijn van den Heer der Heeren.
 
 
 
O Heer der hemelsche heirschaeren,
 
Verhoor mijn bede in dit bezwaeren.
35[regelnummer]
O Jakobs Godt, geef my gehoor.
 
Beschermer van uw volck, zie heden
 
Van boven, hoor naer mijn gebeden.
 
Aenschouw my van uw zaligh koor
 
In 't aenschijn van den overgooten
40[regelnummer]
Met oly, meer dan zijn genooten:Ga naar voetnoot38-40
 
 
 
Want zaliger is 't in uw zaelen
 
Zijn hart een dagh eens op te haelen,
 
Dan duizent jaeren elders heen
 
Te zwerven. liever zat ick achter
45[regelnummer]
Alle andren, als een tempelwachter,Ga naar voetnoot44-45
 
Aendachtigh in een' hoeck alleen,
 
Dan in der godeloozen hutten,
 
Die reuckeloos de boosheit stutten.
 
 
 
De Heer bemint genade, en waerheit.Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Genade, en zegenrijcke klaerheitGa naar voetnoot50
 
Vloeit neder uit zijn' rijcken schoot.
 
Geen vroome, van onnozel leven,Ga naar voetnoot52
 
Wort van den schat, by hem te geven,
 
Onterft, noch van Godts erf ontbloot.
55[regelnummer]
Almaghtighste, geluckigh bouwen
 
De harten, die op u betrouwen.

voetnoot*
Ps. 83.
voetnoot1
heirkrachten: klemtoon op 2e lettergreep.
voetnoot2
geslachten: is datief.
voetnoot3
daer enz. toevoegsel.
voetnoot5
zaelen: de bedoelde tenten.
voetnoot8
Versta: uit verlangen naar God, die alles leven geeft.
voetnoot27
V: in loco quem posuit, vs. 7; volgens B: de plaats of de stad die God bepaald heeft als het eindpunt der aardsche ballingschap.
voetnoot29
verlegen: bedrukte.
voetnoot30
zy gaen: Evenals de V loopt Vondel van 't enkelvoud in 't mvd. over.
voetnoot38-40
V: respice in faciem Christi tui, vs. 10; dit heeft Vondel niet goed begrepen en B's christologischen uitleg nam hij niet over; meer dan zijn genooten: toevoegsel naar XLIIII Harpz. vs. 32, Ps. 45, 8.
voetnoot44-45
liever zat ick enz.: V: Elegi abjectus esse vs. 11; B: malim ibi sedere ad januam cum ultimis (als een tempelwachter).
voetnoot49
genade: V: misericordiam vs. 12.
voetnoot50
zegenrijcke klaerheit: V: gloriam.
voetnoot52
onnozel: schuldeloos.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius