Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663 (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (38.40 MB)

XML (3.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
epos
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel
poëtica
leerdicht
hekeldicht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663

(1936)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 263]
[p. 263]

Op de marmere Pallas Van den doorluchtighsten Vorst en heere Joan Mauritius,
Prince van Nassau &c. Stadthouder te Kleef &c.aant.Ga naar voetnoot*

Armipotens belli praeses, Tritonia virgo.

 
De Wijsheit, trots op haer rechtvaerdigh wapen,Ga naar voetnoot1
 
Niet uit het brein geklonken van Jupijn,Ga naar voetnoot2
 
Maer uit het hooft van Fidias Quellijn,Ga naar voetnoot3
 
Vertoont zich hier door geest en kunst herschapen.
5[regelnummer]
Zy hoeft geensins te zwichten voor aelouwen,Ga naar voetnoot5
 
Schoon Grieken roemt op zijn beelthouwers hant,Ga naar voetnoot6
 
En eeuwen lang de kroon der godtheên spant,Ga naar voetnoot7
 
Uit marmersteen, de Nijt ten trots, gehouwen.Ga naar voetnoot8
 
De kunsten staen aen eeu noch tijt gebonden.
10[regelnummer]
  Vernuften gaen en komen op hunn' tijt.Ga naar voetnoot10
 
Het voor of na brengt lof aen, noch verwijt.Ga naar voetnoot11
 
De jongste vint wel dat geene outsten vonden.Ga naar voetnoot12
 
Natuur bestelt alle eeuwen elk haer voorbeelt.Ga naar voetnoot13
 
Vernuft bootseert haer hant en omtrek na.
15[regelnummer]
  Men schat de kunst, die hangt aen vroegh noch spa.
 
Het werkstuk wort naer 't wezen zelf geoordeelt.Ga naar voetnoot16
 
Der beelden vondt is ouder dan de Grieken:Ga naar voetnoot17
 
Al wort de Griek onsterfelijk geacht,
 
Naerdien hy 't beelt in top van eere bragt,
[pagina 264]
[p. 264]
20[regelnummer]
Gelijk de Faem dit omvoert met haer wieken.Ga naar voetnoot20
 
Men gunn' deze eer aen Pallasstadt Athenen,
 
Die zoo veel Goôn en helden heeft gebaert,
 
Welx overschot noch heiligh, noch bewaert,Ga naar voetnoot23
 
Schoon 't misgebruik der beelden is verdweenen:Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Maer Pallasstadt gehenge dat wy medeGa naar voetnoot25
 
Braveeren met dit wonder heilighdom.Ga naar voetnoot26
 
Het wezen spreekt, al staen de lippen stom.Ga naar voetnoot27
 
Al zwijght de mont, zy leert met haere zede.Ga naar voetnoot28
 
MAURITIUS, noit vast aen 't juk der vrouwen,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
  Wert noch belust in zijnen ouden dagh,
 
Zoo dra de helt de wijze Pallas zagh,
 
Haer rechte hant uit rechte min te trouwen.Ga naar voetnoot32
 
Ons raethuis helpt dit huwelijk voltrekken,Ga naar voetnoot33
 
En voert den Vorst de heldenwijsheit t'huis,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
  Met Aemstels schilt, het heerlijk wapenkruis,Ga naar voetnoot35
 
Om tot cieraet van 's Vorsten bron te strekken:
 
Daer buiten Kleef hy zoo veel levende aderen
 
Ten bergh uit lokt, het eeuwigh leven teelt,
 
En onder aen de voeten van het beelt
40[regelnummer]
De sprongen in een' boezem rijk vergaderen.Ga naar voetnoot37-40
 
Narcis zal op zich zelven hier verlieven,
 
Bespiegelen den schoonen wederschijn,Ga naar voetnoot42
 
Verscheenen in het spiegelkristalijn.
 
De bron zal hem met waterstraelen grieven.Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Nu lustme naer geen Hengstebron te rennen,Ga naar voetnoot45
 
Daer Helikon de Grieksche dichters drenkt,
[pagina 265]
[p. 265]
 
Nu Mauritsbron my zulk een' toevloet schenkt,
 
Waerna de zwaen komt streven met haer pennen.Ga naar voetnoot48
 
De vier dolfijns ontfangen 't zuiver water,
50[regelnummer]
  En loozen 't weêr ter keele schuimende uit.Ga naar voetnoot49-50
 
Ik stel hier op de snaren van mijn luit,Ga naar voetnoot51
 
En huw mijn' toon aen 't liefelijk geklater.
 
De weêrgalm schept vermaek my na te baeuwen,Ga naar voetnoot53
 
Daer ik den lof van grooten MAURITS speel.Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
  Dan volght een rey van galmen mijne keel,
 
Die in het oor allengs allengs verflaeuwen.Ga naar voetnoot56
 
Laet elk dien bergh voortaen den Zangbergh noemen,
 
Daer Pallas niet by wijlen zich vertoont,
 
Maer eeuwigh by de Kunstgodinnen woont,Ga naar voetnoot59
60[regelnummer]
In eene lucht, vol geurs van kruit en bloemen.
 
Apollo, die zijn hair vlecht met laurieren,
 
Wil hier den dans beleiden van zijn koor,Ga naar voetnoot62
 
En danssen zelf de zanggodessen voor,
 
Belust met haer het brongety te vieren.Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
De Keurvorst komt, vermoeit van oorelogen,
 
Hier rusten in een' aengenamen pais,
 
En by dees spring vergeeten 't keurpallais,Ga naar voetnoot67
 
Het hofgewelf, ten hemel opgetogen.Ga naar voetnoot68
 
Ulysses list, noch Diomedes wapen,Ga naar voetnoot69
70[regelnummer]
  Die 't heilighdom van Troje randen aen,Ga naar voetnoot70
 
Ontzien hun hant aen dees Godin te slaen,
 
Zoo braef is haer een godtheit ingeschapen.Ga naar voetnoot72
 
Dat FREDERIK en zijn Stadthouder leven,Ga naar voetnoot73
 
En groeien in naemhaftigheit en eer,Ga naar voetnoot74
75[regelnummer]
  Zoo lang dees maeght de wacht houdt met haer speer,
 
En langer dan haer bron zal water geven.

MDCLX.

voetnoot*
Van 1660. - Volgens de tekst in de Vondels Poëzy, 1682, I, 410. Het motto, ontleend aan Aeneïs XI, 483, betekent: ‘Tritonia, maagd, krijgsvoogdesse, die krachtig in de wapenen zijt.’
In Resolutieboek van Thesaurieren, blz. 37 (aangehaald door Dr. P. Scheltema, Aemstels Oudheid, Amsterdam 1855-1872, I, blz. 146) lezen wij: ‘Den 22sten October 1660 zijn de heeren thresorieren overeengecomen met Artur Quellinus, dat hij sal maken een Pallas-beeldt van acht voeten hooghte op een vase van vier Dolphijnen, volgens modelle daervan aen de heeren thresorieren vertoont, omme volgens ordre van de heeren burgemeesteren aen prins Maurits tot eene fontaine te Cleeff vereert te worden, voor de somme van ƒ1.800.’
voetnoot1
De Wijsheit: Pallas Athene, godin van de wijsheid; rechtvaerdigh: goed in zijn soort, betrouwbaar (Mnl. Wdb. VI, 1137).
voetnoot2
geklonken: geslagen. Athene was gewapend te voorschijn gekomen uit het gespleten hoofd van haar vader Zeus (Jupiter).
voetnoot3
Fidias Quellijn: Quellinus, de Nederlandse Fidias (beroemd Grieks beeldhouwer, bedoeld in vs. 6).
voetnoot5
aelouwen: overoude, klassieke kunstenaars.
voetnoot6
Grieken: Griekenland.
voetnoot7
de kroon der godtheên spant: onovertroffen is in het maken van godenbeelden (vgl. vs. 19).
voetnoot8
Nijt: afgunst.
voetnoot10
Vernuften: kunstenaars.
voetnoot11
Het voor of na: het feit dat ze vroeger of later geboren zijn (vgl. vs. 15).
voetnoot12
wel: soms.
voetnoot13
bestelt elk: verschaft aan ieder.
voetnoot16
naer 't wezen: naar zijn eigen aard en verdiensten.
voetnoot17
vondt: uitvinding.
voetnoot20
omvoert: overal bekend maakt.
voetnoot23
Deze onbegrijpelike regel is wellicht foutief overgeleverd. Van Lennep's verbetering in wort bewaert is te ingrijpend om dadelik te overtuigen. De bedoeling moet zijn: al eert de nakomelingschap in die beelden geen goden meer, ze worden om hun kunstwaarde hoog in ere gehouden.
voetnoot24
misgebruik: misbruik.
voetnoot25
gehenge: sta toe.
voetnoot26
Braveeren met: trots zijn op.
voetnoot27
wezen: gelaat, gelaats-uitdrukking.
voetnoot28
zede: karakter.
voetnoot29
Maurits, die het huweliksjuk nooit getorst heeft.
voetnoot32
haer rechte hant te trouwen: haar ten huwelik te nemen.
voetnoot33
raethuis: stadsbestuur.
voetnoot34
voert t'huis: voert toe, bezorgt thuis als bruid.
voetnoot35
Het beeld verhief zich op een voetstuk in de vorm van een afgestompte pyramide, op dit voetstuk stond het wapen van Amsterdam. Bovendien schonk Amsterdam bij het Pallasbeeld twee uit steen gehouwen zittende leeuwen, waarvan de een het wapen van Holland, de ander dat van Amsterdam omklemde, welke bij de ingang der waterwerken werden opgesteld. Zie Ludwig Driesen, Leben des Fürsten Johann Moritz von Nassau-Siegen, Berlin 1849, blz. 285-286.
voetnoot37-40
Johan Maurits had op de Springberg, zo geheten naar de bronnen die daar ontsprongen, vier terrassen aangelegd met vijvers, die watervallen vormden, zie Driesen, blz. 284-285. De door buizen geleide bergaderen vormden fonteinen; zie Brouërius van Nidek en Le Long, Kabinet v. Nederl. en Kleefsche Oudheden 1771, 6e deel, blz. 278. De rijkste spoot op aan de voeten van het Pallasbeeld (zie de afbeelding bij Pieter Langendyk: De stad Kleef, Haerlem z.j., tegenover blz. 46); daer: waar; het eeuwigh leven: het altijd stromende water; sprongen: wateraderen; vgl. spring in vs. 67.
voetnoot42
Bespiegelen: zich in beschouwing verdiepen. Narcissus bewonderde zijn eigen schoonheid in de bron; wederschijn: spiegelbeeld.
voetnoot44
grieven: van dienst zijn. De zeldzame gesyncopeerde vorm wordt niet in het Ned. Wdb., maar wel in het Mnl. Wdb. II, 1551, vermeld.
voetnoot45
Hengstebron: de Hippokrene, op de Helicon, die bezieling schonk aan de dichters (vs. 46).
voetnoot48
Waerna: waarnaar; de zwaen: als symbool van de dichter; streven: aanzwemmen.
voetnoot49-50
Op de hoeken van het voetstuk van het Pallasbeeld stonden vier marmeren dolfijnen, die elk twee waterstralen uitspoten, zie Driesen, blz. 285.
voetnoot51
Ter ere daarvan tokkel ik mijn luit.
voetnoot53
weêrgalm: echo; na te baeuwen (niet in ongunstige zin): antwoord te geven.
voetnoot54
Daer: waar, terwijl.
voetnoot56
allengs allengs, steeds meer.
voetnoot59
Kunstgodinnen: Muzen (vgl. zanggodessen in vs. 63).
voetnoot62
beleiden: aanvoeren.
voetnoot64
brongety: het inwijdingsfeest van de bron (oorspr. het jaarlikse feest).
voetnoot67
spring: bron (vgl. vs. 40 sprongen).
voetnoot68
hofgewelf: vorstelik paleis; opgetogen: opgebouwd.
voetnoot69
noch: onlogies, in plaats van: en eveneens.
voetnoot70
Die uit Troje het Pallasbeeld roofden, waaraan het behoud der stad verbonden was.
voetnoot72
Zo krachtig spreekt uit haar beeld de goddelikheid, door de beeldhouwer er in gelegd.
voetnoot73
Frederik Willem, de grote keurvorst van Brandenburg, die in 1647 Johan Maurits tot zijn stadhouder in Kleef, Mark en Ravensberg had benoemd.
voetnoot74
naemhaftigheit: roem.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius