Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663 (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (38.40 MB)

XML (3.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
epos
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel
poëtica
leerdicht
hekeldicht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663

(1936)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 795]
[p. 795]

[Gedichten]

Ter bruilofte van den E. Heere Bartholomeus Kromhout,
en de E. Mejoffer Jakoba van der Wiele, van der Werve.aant.Ga naar voetnoot*

 
Laet ons 't huwelijk vereeren,
 
Nu de May in zijn zaizoen,
 
En aen 't vrolijk quinkeleeren,
 
't Bruiloftsbedt met levend groen
5[regelnummer]
Loof en bloemen komt bespreien,
 
En de bruiloftsgasten noôn
 
Bruit en Bruigom te geleien,
 
Op den blijden bruiloftstoon,
 
Daer de liefde d'eensgezinden
10[regelnummer]
Eeuwigh zal door trou verbinden.
 
Kromhout schrijft het zich tot eer naGa naar voetnoot11
 
Dat hy, minzaem uitgestort
 
Over zijn getrouwe weêrga,Ga naar voetnoot12-13
 
Nu een levend groenhout wort,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
En Jakoba, om een erve
 
Te verwachten uit haer' stam,
 
Van der Wiele, van der Werve,
 
Hem uit liefde in d'armen nam,
 
En den Bruigomskus geregeltGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Met een' wederkus bezegelt.
 
Op den voorgang der geslachtenGa naar voetnoot21
 
Volght dit paer der oud'ren spoor
 
Met vereenighde gedachten,
 
Wil en wenschen na als voor,
25[regelnummer]
Daer de schelle nachtegaelen,Ga naar voetnoot25
 
Om de bruiloftsledekantGa naar voetnoot26
[pagina 796]
[p. 796]
 
Quinkeleerende, adem haelen,
 
En met dezen galm en trant
 
Hen uit geurige prieelenGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
Poogen zacht in slaep te speelen:
 
O gelukkige gepaerde,
 
Mogt het gaen naer onzen lust,
 
Gy zoudt, eer uw trou verjaerde,Ga naar voetnoot33
 
Dan gekust, dan weêr gekust,
35[regelnummer]
Zien uwe afkomst u gelijken,Ga naar voetnoot35
 
Recht als ofze waer gesneên
 
Uit uw aenschijn, en de blijkenGa naar voetnoot37
 
En het edel kroost in eenGa naar voetnoot38
 
Mengen, met zoo schoone kleuren,
40[regelnummer]
Dat de Maybloem zich most steuren.Ga naar voetnoot40
 
Grootvaêrs stam, belust op telgen,Ga naar voetnoot41
 
Zou dan leven in een' zoon,
 
En de grootmoêr zich niet belgen,Ga naar voetnoot43
 
Zooze bly de zuikre koonGa naar voetnoot44
45[regelnummer]
Van een dochter quaem te kussen.
 
Wat de hemel schenkt is waert.Ga naar voetnoot46
 
Spaert geen kussen noch herkussen
 
Op uw zoete bruiloftsvaert,
 
Om een bloem en vrucht te pluiken.Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Leert den tijt met lust gebruiken.
 
Zoektge een voorbeelt: hoort de dieren
 
Bruiloft houden in de wey,
 
En gulhartigh tierelieren,Ga naar voetnoot53
 
Daer de harders hun schalmeyGa naar voetnoot54
55[regelnummer]
Riet en fluiten aen ontsteeken,Ga naar voetnoot55
 
In het juichend lantgewest,
 
Vol van weelde en minnestreeken.
 
Ieder vogel bout zijn nest,
 
En de duiven trekkebekken,
60[regelnummer]
Om uw harten op te wekken.
 
Komt de bruit een kus te weigeren,
 
Dat 's de minnevlammen voên.
[pagina 797]
[p. 797]
 
Dan begint het vier te steigeren;
 
Maer die strijt wort met een' zoen
65[regelnummer]
Neergeleit: want geestigh veinzenGa naar voetnoot65
 
Voegt een joffer allermeest,
 
Om met gloeiender gepeinzen
 
't Hart des minnaers op het feest
 
Aen te prikkelen tot vryen.
70[regelnummer]
Zoo volght vrede na het stryen
 
Op dien zang, een heusch vermaenen,Ga naar voetnoot71
 
Schreide in 't endt de bloode bruit
 
Eenen douw van maegdetraenen,
 
Eerze quam tot een besluit.
75[regelnummer]
Bartholmeus, vol verlangen
 
Naer 't genot van trouwe min,
 
Wischt de traenen van haer wangen,
 
En vertroost zijn bedtvriendin:
 
Laet u 's hemels wil behaegen.
80[regelnummer]
Morgen zultge u niet beklaegen.

MDCLXIII.

voetnoot*
Van 1663. - Volgens de tekst in Vondels Poëzy 1682 I, blz. 758.
Opschrift: Bartholomeus Kromhout, in 1638 geb. uit het huwelik van de vermogende, Rooms-Katholieke Jacob Kromhout met Margaretha Wuytiers, huwde 17 Mei 1663 Jacoba van der Wiele, dochter van Jonker Willem van der Wiele, Heer van de Werve en Nieuwerkerk, in 1654 op het Huis de Werve (tussen 's-Gravenhage en Voorburg) overl., en van Elisabeth Poppen, in 1645 overl. (Elias, De Vroedschap).
voetnoot11
schrijft het zich tot eer na: rekent het zich tot eer.
voetnoot12-13
minzaem uitgestort over: zich in liefde verenigende met.
voetnoot14
groenhout: fris, jong hout (Ned. Wdb. V, 845), woordspeling met de naam Kromhout. In zeventiende-eeuwse taal betekent groen ook verliefd.
voetnoot19
geregelt: telkens weer.
voetnoot21
Op den voorgang: naar het voorbeeld.
voetnoot25
schelle: luid klinkende.
voetnoot26
de bruiloftsledekant: in Vondels taal vr.
voetnoot29
prieelen: lusthoven.
voetnoot33
uw trou verjaerde: sinds uw huweliksdag een jaar verstreken was.
voetnoot35
afkomst: kind.
voetnoot37
de blijken: de bewijzen, de kentekenen (van hun wederzijdse afkomst).
voetnoot38
het edel kroost: de edele gelaatstrekken.
voetnoot40
de Maybloem zich most steuren: de jonge bloemen (uit afgunst) verstoord zouden mogen zijn.
voetnoot41
Grootvaêrs: nl. Jacob Cromhout.
voetnoot43
de grootmoêr: Marg. Wuytiers.
voetnoot44
zuikre: liefelike (Ned. Wdb. XVI, 521); vgl. zoete in vs. 48.
voetnoot46
waert: dierbaar; indit verband: welkom.
voetnoot49
pluiken: plukken.
voetnoot53
gulhartigh: ongedwongen vrolik, dartel (Ned. Wdb. V, 1260).
voetnoot54
schalmey: herdersfluit.
voetnoot55
ontsteecken: door het voorbeeld van de dieren aangespoord, beginnen ook de herders hun muziek (vgl. echter: de hooren ontsteecken in Ned. Wdb. X, 1984).
voetnoot65
Neergeleit: beslecht; geestigh: aardig, speels.
voetnoot71
Op dien zang: bij het horen van die zang (van de dieren en de herders, vs. 51-56); een heusch vermaenen: een vriendelike aansporing om aan de minnaar gehoor te geven.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius