Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674 (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.06 MB)

XML (2.58 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

(1937)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 216]
[p. 216]

Jammerklaght Over de gruwsame verwoestinge van Londen.aant.Ga naar voetnoot*

Inclementia Divûm
Hos evertit opes, sternitque à culmine Troiam.

 
De helsche stookebrant der BrittenGa naar voetnoot1
 
Stak juichende den Vliestroom aen,
 
En Schelling, daer de visschers zitten
 
In armoede, om den kost belaên.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Zy zaten bang, den moort ontvloden,Ga naar voetnoot5
 
Met vrouwe, en kinderen, en vee,
 
In duin, half levenden, half dooden,
 
En klaeghden droef dit hartewee
 
Aen Godt, en hun bekretene oogen.Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
  Zy schreiden: Heer, ontferm, ontferm:
 
Terwijl de vlammen opwaert vloogen,
 
De stommen onder dat gekermGa naar voetnoot12
 
Zich mengden met een deerlijk loeien:Ga naar voetnoot13
 
Gedooght de hemel dat gewelt,
15[regelnummer]
Die maghtigh is de hel te boeien,Ga naar voetnoot15
 
Het eilant, dat in traenen smelt,
 
Vermagh te troosten uit genade?
 
Maer onder 's volx gejammer zit
 
De Godtheit zelf om hoogh te raede.Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
  Genade, aen d'eene zy, verbidt.Ga naar voetnoot20
 
Rechtvaerdigheit, aen d'andre zijde,
 
Bepleit de zaek voor 't hoogh gericht.
[pagina 217]
[p. 217]
 
d'Aertsrechter velt, eer droef dan blijde,
 
Het vonnis. uit zijn aengezichtGa naar voetnoot24
25[regelnummer]
En oogen sprengkelen de vonken
 
Van 's hemels wraek, te lang geterght,Ga naar voetnoot26
 
Als zwavelvier, uit rots geklonken,Ga naar voetnoot27
 
Door wrevel, haer te trots geverght.Ga naar voetnoot28
 
Die vonken vatten in het tonder,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
  Der zee- en kerkermoordery.Ga naar voetnoot30
 
Hier stookt een storm van 't noorden onder,
 
En voedt de vlam, die los en vry
 
Gaet weiden over 's konings huizen,Ga naar voetnoot33
 
En weit gebou en kerken af.Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Men hoort de vlammen vreeslijk bruizen.
 
Zoo wort, als in een gruwelgraf,
 
d'Aeloude stadt in asch gedolven,Ga naar voetnoot37
 
En rook en smook. de viergloet raest,
 
Gelijk een roode zee vol golven,
40[regelnummer]
  Daer Godts orkaen in brult en blaest.
 
Waer is nu 's rijx triomfgeschater
 
Om Schelling, en het brandend Vlie?
 
Nu kan Neptuin,Ga naar margenoot* met al zijn waterGa naar voetnoot43
 
Van zee en Teems, noch schelm, noch spie,Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
En aertsverraeder, 't vier niet blusschen.
 
Daer zinkt de koningsmoorders stoel,Ga naar voetnoot46
 
Als onlangs out Byzanssen, tusschen
 
Vier elementen, in een' poel.Ga naar voetnoot47-48
 
De val van Londen, 's konings zetel,
50[regelnummer]
  Verheffe niemant. 's nabuurs plaeghGa naar voetnoot50
 
Geef' niemant stof, om ook vermetel
 
Te groeien in de nederlaeghGa naar voetnoot52
 
Van zulk een weerelt op zich zelven,Ga naar voetnoot53
 
En afgescheiden door den vloet.
55[regelnummer]
Pallaizen, winkels, en gewelven,
 
Van pest besmet, en omgewroet,Ga naar voetnoot56
[pagina 218]
[p. 218]
 
Beweegen Turk en Barberyen
 
Tot mededoogen, daer men Job,Ga naar voetnoot58
 
Als op een' mesthoop, hoort in lyen
60[regelnummer]
  Zijn leedt met eenen vollen krop
 
Uitschudden in veel duizend zielen,Ga naar voetnoot60-61
 
Die plotzeling, en slagh op slagh,
 
Op 't pestigh kerkhof nedervielen.Ga naar voetnoot63
 
Europe zal dien nacht en dagh,
65[regelnummer]
Vier etmael lang, veele eeuwen smarten,Ga naar voetnoot65
 
Door alle koopsteên. Heilant, troost
 
En spijst de hongerige harten,
 
Die naekt ontvloôn, en half geroost,
 
Op 't velt verstroit, om noodruft zuchten.Ga naar voetnoot69
70[regelnummer]
  Braveerder, die den OceaenGa naar voetnoot70
 
De vork ontweldight, kuntge vlughten,Ga naar voetnoot71
 
Ontvlught Godts wraekvier, zwart gebraên.
 
Uw Teemsstroom, op den gront gedoken,
 
Beklaeght, in 't diepste van zijn kil,Ga naar voetnoot74
75[regelnummer]
Dat, zijne horens afgebroken,Ga naar voetnoot75
 
Het water hem ontzinken wil.
 
Hy scheurt 't gezengde haer aen flarden,
 
En schreit om lessing in dien brant.Ga naar voetnoot78
 
Dat leert verstokt in quaet volharden,Ga naar voetnoot79
80[regelnummer]
  Schoffeeren havens, kust, en strant!Ga naar voetnoot80
 
Fortuin noit schooner tafels dekteGa naar voetnoot81
 
Met winkelstoffen op een ry.
 
De gloênde tong der vlamme lekte,
 
Verslingert op dees lekkerny,Ga naar voetnoot84
85[regelnummer]
De daken, rijk van zijde waren,Ga naar voetnoot85
 
Gesteente, gout, en zilvren schat,
 
By een gesleept, veel hondert jaeren.
 
O koopbeurs van de rijkste stadt!
 
Gy hebt naer uw bederf gedongen,Ga naar voetnoot89
90[regelnummer]
  Uit dertlen trots, en bleek van nijt,Ga naar voetnoot90
[pagina 219]
[p. 219]
 
Dien zeevloek KAREL afgedrongen,Ga naar voetnoot91
 
Daer al de weerelt last by lijdt.Ga naar voetnoot92
 
Daer leght de stapel, uw vertrouwen,Ga naar voetnoot93
 
Zoo vlak als Tyrus aen het meer,Ga naar voetnoot94
95[regelnummer]
In eenen puinhoop van gebouwen
 
Bestulpt. zoo helpt geen tegenweer.Ga naar voetnoot96
 
Gy zwoert te water elk te stroopen:Ga naar voetnoot97
 
Nu leght uw kroon in 't vier verzoopen.Ga naar voetnoot98
 
 
 
J.v. Vondel.

t'Amsterdam, voor de weduwe van Abraham de Wees, op den Middeldam, in 't Nieuwe Testament. 1666.

voetnoot*
Van 1666. - Volgens de tekst van de afzonderlike uitgave in plano (Unger no. 691). Het motto, ontleend aan Aeneïs II, 601-602, betekent: ‘De ongenade der goden heeft die praal verwoest, en Troje van de top der grootheid neergeworpen.’
Opschrift: Toen de Noordelike Nederlandse zeegaten na de slag bij Schooneveld (4-5 Aug. 1666) onverdedigd waren, landden de Engelsen op Vlieland en Terschelling, verbrandden daar op 19 Aug. onze koopvaardijvloot van 140 schepen en staken op 20 Aug. het dorp West-Terschelling in brand. In de pest en de brand van 12 Sept. die daarop Londen teisterden, zag men een straf des hemels en een vergelding voor deze wandaden.
voetnoot1
stookebrant: brandstichter.
voetnoot4
om den kost belaên: bezorgd hoe ze aan de kost moeten komen.
voetnoot5
bang: in benarde omstandigheden.
voetnoot9
en (aen) hun bekretene oogen: te verbinden met klaeghden (zie voor deze uitdr. Ned. Wdb. X, 2261).
voetnoot12
De stommen: het stomme vee.
voetnoot13
deerlijk: deerniswekkend.
voetnoot15
te verbinden met hemel; de hel te boeien: de duivels aan banden te leggen.
voetnoot19
te raede: om recht te spreken.
voetnoot20
verbidt: pleit, door voorbede, voor de zondaar.
voetnoot24
Het vonnis: zie bij het Opschrift.
voetnoot26
geterght: geprikkeld.
voetnoot27
geklonken: geslagen.
voetnoot28
wrevel: schanddaad (Mnl. Wdb. IX, 1308), te verbinden met geterght; haer (de wraek?) te trots geverght: met fierheid van haar verlangd(?).
voetnoot29
tonder: licht ontvlambare stof.
voetnoot30
kerkermoordery: vgl. hiervóór Havenschendery, vs. 23 en Zegezang, vs. 54.
voetnoot33
Gaet weiden: zich gaat verspreiden.
voetnoot34
weit af: brandt geheel uit (Ned. Wdb. I, 1822).
voetnoot37
Vondel stelt het, overdrijvend, voor, alsof geheel Londen verbrand was.
margenoot*
[Randschrift:] Neptunus Britannicus.
voetnoot43
Neptuin: blijkens de kanttekening (Neptunus Britannicus) spottend voor de Engelse koning; zie hiervóór Zegezang, vs. 51.
voetnoot44
spie: spion.
voetnoot46
stoel: troon.
voetnoot47-48
Als onlangs out Byzanssen: zetel van de Turk, vgl. deel 8, blz. 642. Een zinspeling op diens grote nederlaag in 1664? Zie hiervóór blz. 174; tusschen vier elementen: de ‘hoofdstoffen’: vuur, lucht, water en aarde. De bedoeling zal zijn, de algehele vernietiging aan te duiden.
voetnoot50
Verheffe niemant: geve niemand aanleiding tot zelfverheffing; plaegh: ramp.
voetnoot52
groeien in: zich te verheugen over.
voetnoot53
een weerelt op zich zelven: een eilandenrijk.
voetnoot56
Van: door; pest: zie bij het Opschrift.
voetnoot58
Job: als personificatie van het lijdende volk, te verbinden met in duizend zielen (mensen).
voetnoot60-61
met eenen vollen krop uitschudden: met overkropt gemoed uiten.
voetnoot63
pestigh: door pest besmette.
voetnoot65
Vier etmael lang: de duur van de brand.
voetnoot69
noodruft: nooddruft, de noodzakelikste levensbehoeften.
voetnoot70
Braveerder: trotsaard.
voetnoot71
De vork: de drietand van Neptunus, teken van de beheersing der zeeën (vgl. Zegezang, vs. 50-51).
voetnoot74
kil: bedding.
voetnoot75
zijne horens afgebroken: absolute constructie: nu zijn horens afgebroken zijn. In navolging van Latijnse dichters verbeeldt Vondel de verpersoonlikte rivieren met horens (oorspr. arm of tak van de rivier) (Ned. Wdb. VI, 1094).
voetnoot78
lessing: blussing.
voetnoot79
Ironisch: zo moet men maar te werk gaan!
voetnoot80
Schoffeeren: schenden (vgl. hiervóór: Havenschendery).
voetnoot81
tafels: nl. voor uitstallingen. Geen koopstad vertoonde, door de Fortuin begunstigd, schoner uitstalling van waren dan Londen.
voetnoot84
Verslingerd: verzot.
voetnoot85
daken: pakhuizen en magazijnen.
voetnoot89
naer uw bederf gedongen: naar uw ondergang gestreefd.
voetnoot90
nijt: afgunst.
voetnoot91
zeevloek: misdaad ter zee; afgedrongen: afgedwongen, afgeperst. Vondel stelt het dus voor, alsof Karel II meegesleept is, door een verblind volk.
voetnoot92
Daer ... by: waardoor.
voetnoot93
leght: ligt; stapel: stapelplaats voor koopwaren.
voetnoot94
Zo met de grond gelijkgemaakt als eertijds het verwoeste Tyrus.
voetnoot96
Bestulpt: bedolven.
voetnoot97
stroopen: plunderen, beroven.
voetnoot98
leght verzoopen: ligt ondergedompeld.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius