Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674 (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.06 MB)

XML (2.58 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

(1937)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Eerstelingen des Priesterdoms,
van den E. Heere, Joannes Akerboom Doedensz.aant.Ga naar voetnoot*

Longa cum veste sacerdos.

 
Joannes, die de maeght, Godts moeder,
 
Een zoon en troost strekte onder 't kruis,
 
En op de borst van elx behoederGa naar voetnoot3
 
Hem aen het hart laeght stil en kuisch,
5[regelnummer]
Om hemelsche geheimenissen
 
Te leeren, wijze Euangelist,
 
En kruisgezant, laet d'offerdisschenGa naar voetnoot7
 
Van uw genan, in 's weerelts mist,Ga naar voetnoot8
 
Een' strael genieten van uw klaerheit,
10[regelnummer]
  Nu hy zijne Eerstelingen wijdt
 
En Gode heilight naer de waerheit,
 
En niet gelijk, in Arons tijt,
 
Zijn priesters bloedige offers slaghten;
 
Maer 't zuiverste offer, lang gespelt,Ga naar voetnoot14
[pagina 677]
[p. 677]
15[regelnummer]
Dat niet gebonden aen geslaghten,
 
Noch tijt, noch plaets, wert ingestelt
 
Van Godts gezalfden, uitgekorenGa naar voetnoot17
 
Gelijk Melchisedech voorheen.Ga naar voetnoot18
 
Dat priesterampt, hem toegezworen,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
  Wenscht Doedens afkomst te bekleênGa naar voetnoot20
 
Door uwe voorbê naer 't behaegen
 
Van Jesus, die u heeft bemint,
 
Gelijk d'onfaelbre blaên gewaegen,Ga naar voetnoot23
 
Getekent met uw hant en int.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
O ooghgetuigh van 's Heilants lijden,
 
Veele eeuwen nu voorby gegleên,
 
Breng dezen zoendienst onder 't wijden
 
Met d'eerste instellinge overeen,Ga naar voetnoot27-28
 
Op datwe onbloedigh klaer vertoonen
30[regelnummer]
  Het bloedigh offer van Godts zoon,
 
Zoo heilrijk, boven alle troonen,
 
Gekroont met d'allerhooghste kroon.
 
Verwerf den offerenden hedenGa naar voetnoot33
 
Genade, dat de hemel dael',
35[regelnummer]
Op 't geurigh wierook der gebeden.Ga naar voetnoot35
 
Laet 's hemels reien met hun schael
 
En wierookvat het Paeschlam eeren,
 
Daer Zacharias zoon op wees.Ga naar voetnoot38
 
Hier is de heerlijkheit des Heeren.
40[regelnummer]
  Gy Cherubijns, bedekt uit vrees
 
Eerbiedigh aengezicht en voeten,
 
Met dubble vleugelen: valt neêr:
 
De hooghste komt de laeghste ontmoeten.
 
Roept: drymael heiligh, u zy d'eer.
45[regelnummer]
De godtheit, in een wolk beslooten,
 
Vertoont zich, als een regenboogh,
 
't Verlichaemt Woort wil dischgenooten
 
Met manna spijzen van om hoogh
[pagina 678]
[p. 678]
 
Doch niet gelijk weleer Hebreeuwen,Ga naar voetnoot49-vlg.
50[regelnummer]
  Die heenestorven in verdriet;
 
Maer met een zielspijs die geene eeuwen
 
Noch dreigement des doots ontziet.
 
Joannes, gy getuight byzonder
 
Van 't broot, waerop de waerheit wijst,
55[regelnummer]
Een hemelsch broot, een broot van wonder,
 
Godts lichaem, dat de zielen spijst,
 
Om 't welk uwe arenden vergaêren,Ga naar voetnoot57
 
Die hooger zweven dan 't vernuft,
 
Alleen vernoeght met korenaeren.Ga naar voetnoot58-59
60[regelnummer]
  Dit wonder, 't welk natuur verbluft,Ga naar voetnoot60
 
Wort van 't betrouwen aengebeden,
 
Dat op het alvermogen bout,Ga naar voetnoot61-62
 
Veel hooger zweeft dan 's menschen reden,
 
En Godt, het Woort, in 't vleesch aenschout.
65[regelnummer]
Men blijve aen 't uiterlijk niet hangen.
 
Melchisedech schaft broot en wijn,Ga naar voetnoot66
 
Zijn vleesch en bloet met dank t'ontfangen,
 
Al is het graen en druif in schijn.Ga naar voetnoot68
 
Hy dwaelt van 't spoor, die anders oordeelt.
70[regelnummer]
  Wijk manna, bontkist, offersmet:Ga naar voetnoot70
 
't Waerachtigh wezen volght het voorbeelt.Ga naar voetnoot71
 
Hier is het engelebanket.
 
Een wolk van geesten schijnt te hangenGa naar voetnoot73
 
Recht boven 't outer in de lucht,
75[regelnummer]
Om dit zoenoffer met gezangen
 
Te kroonen uit een dankbre zucht.Ga naar voetnoot76
 
De Burgemeesters, lang aen SparenGa naar voetnoot77
 
En Aemstel eertijts zoo befaemt,
 
Zien hunnen neef den dienst bewaeren,Ga naar voetnoot79
80[regelnummer]
  Gelijk dien waertsten staet betaemt;Ga naar voetnoot80
 
En d'outste wil nu hooger draven,Ga naar voetnoot81
[pagina 679]
[p. 679]
 
Een, die door last van Gijsbreghts stam,Ga naar voetnoot82
 
Den Keizer, d'eer der oude Graven,
 
Op 't raethuis zelf den eedt af nam.
85[regelnummer]
Volhardt in 't offren al uw leven
 
Eerwaerdige, bewaer het lot
 
U uit Godts rijken schoot gegeven.
 
Zoo gaet, zoo streeft men recht naer Godt.Ga naar voetnoot88

voetnoot*
Van ? - Volgens de tekst in Vondels Poëzy 1682 I, blz. 511. Dit diepzinnige gelegenheidsgedicht op de Eerste Mis(sen) van een pasgewijd Priester herinnert sterk aan enige passages in Boek I van de Altaergeheimenissen, vooral aan de vss. 409-796 met de rede van Joannes de evangelist (dl. IV, blz. 666-vlg.) en de vss. 75-91 over Melchisedech (dl. IV, blz. 654).
Opschrift: Eerstelingen: Bij de Israëlitiese tempeldienst waren eerstelingen offergaven in natura; eerste vruchten, jonge dieren enz.; Vondel gebruikt hier het woord in geestelijke zin voor de eerste keren dat een Priester het Misoffer opdraagt. Joannes Akerboom Doedensz, geb. te Amsterdam, overleed in 1707 op hoge ouderdom als pastoor te Opdam bij Leiden.
't Motto, ontleend aan Aeneïs VI, 645, betekent: De Priester in zijn lang gewaad.
voetnoot3
elx behoeder: de Verlosser, Christus.
voetnoot7
offerdisschen: altaartafels.
voetnoot8
genan: naamgenoot; 's weerelts mist: deze duistere wereld.
voetnoot14
gespelt: voorspeld.
voetnoot17
Van Godts gezalfden: door Christus; het Gr. woord Christos betekent gezalfde.
voetnoot18
Gelijk Melchisedech: Christus is de tweede Melchisedech, de goddelijke Hogepriester van het Nieuwe Verbond, gelijk de messiaanse psalm CX, 4 over Hem getuigt: ‘De Heere heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij [Christus] zijt Priester in eeuwigheid volgens de orde [ritus met “brood en wijn”] van Melchisedech’.
voetnoot19
De tekst in de vorige noot aangehaald is volgens de kath. leer rechtstreeks van toepassing op de priester; het priesterschap is een sacrament, ‘dat een eeuwigdurend merkteken in de ziel indrukt’; hem: de genan van vs. 8.
voetnoot20
afkomst: nakomeling, zoon.
voetnoot23
d'onfaelbre blaân: de onfeilbare Schriftuurbladen.
voetnoot24
door uw eigen hand geschreven; int: inkt.
voetnoot27-28
dezen zoendienst: deze plechtigheid, die als offer een herhaling is van het eerste offer, aan het kruis.
voetnoot33
offerenden: de gelovigen die de Mis bijwonen; deze worden geacht mede te offeren.
voetnoot35
Wanneer de gebeden, als geurige wierook, ten hemel stijgen.
voetnoot38
Zacharias zoon: Johannes de Doper (zie Joh. I, 29).
voetnoot49-vlg.
Zie voor deze Sacramentsbeschouwingen Joh. VI 48-slot, waarin de evangelist inderdaad biezonder getuigt (Vondel vs. 53) over de Eucharistie.
voetnoot57
uwe arenden: de arend is het symbool van Johannes de evangelist.
voetnoot58-59
't vernuft: het beperkte menselike verstand, dat in de hostie slechts brood vermag te zien.
voetnoot60
't welk natuur verbluft: dat het natuurlike verstand verstomd doet staan.
voetnoot61-62
van 't betrouwen: door hen die vertrouwen stellen in het goddelik alvermogen.
voetnoot66
Zie bij vs. 49. Hier is de tweede Melchisedech, Christus, bedoeld.
voetnoot68
graen en druif: brood en wijn.
voetnoot70
offersmet: de minder waardige bloedige offers van het Oude Testament.
voetnoot71
't Waerachtigh wezen: God; volght het voorbeelt: nl. door een offer, maar nu van geheel andere aard, in te stellen, een engelebanket, waaraan engelen te gast gaan.
voetnoot73
geesten: van engelen en heiligen.
voetnoot76
zucht: gezindheid.
voetnoot77
Claes Doedesz, korenkoper in de Kalverstraat, was in 1536 Burgemeester van Amsterdam.
voetnoot79
neef: nakomeling; bewaeren: vervullen.
voetnoot80
dien waertsten staet: die dierbaarste waardigheid.
voetnoot81
hooger draven: een hogere vlucht nemen.
voetnoot82
door last van Gijsbreghts stam: in opdracht van de stad Amsterdam. Op wie vs. 82-84 slaan is mij niet duidelik.
voetnoot88
Vgl. het slotvers van de Maria Stuart: zoo ga men recht naer Godt (deel 5, blz. 238).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius