Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674 (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.06 MB)

XML (2.58 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

(1937)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Voor de Kapel van S. Martha te Tarescon.]Ga naar voetnoot*

 
O Martha zijt gegroet, die Christus spijsde in vrede,Ga naar voetnoot1
 
Hy zy uw Disch-genoot, en d'onse op mijne bede.Ga naar voetnoot1-2Ga naar voetnoot2

voetnoot*
Bij de titel. Voor de grote kerk te Tarascon vermeldt Top. Gall. IV, p. 423 speciaal de kapel met reliquieën van St. Martha: ‘het hooft ende een arm ... zynde beyde ongemeen in een silvere vergulde Kas kostelijck inghemaeckt.’ De verzen staan bij de ingang van genoemde kapel te lezen. In Top. Gall. volgt nog een groter gedicht ter ere van dezelfde heilige, hetwelk ook reeds in Weghwijser (p. 98) is vertaald op dezelfde wijze; voor de tekst ervan zie men het Aanhangsel.
voetnoot1
Vondel heeft precare niet als imperatief begrepen en 't is hem daardoor ontgaan, dat de verzen bepaaldelijk een bede om voorspraak vormen.
voetnoot1-2
Het Latijn luidt: Quae Christum hospitio excepisti Martha, precare, / Hospes sit nabis, Hospes ut ille tuus: ‘Gij, die op aarde Christus gastvrijheid hebt bewezen, Martha, bid voor ons, / dat Hij eenmaal ons een Gastheer zij, gelijk thans reeds Uw Gastheer’, of ook: ‘...., gelijk Hij Uw Gast-van-weleer is’; hospes heeft nl. 2 betekenissen; voor het retrospectieve ‘Gast’ zou men kunnen vergelijken de analoge betiteling van Martha als ‘Hospita Christi’ in het bovenschrift van het tweede gedicht ter plaatse. Dergelijke zinrijke-dubbelzinnigheden waren in vroeger eeuwen zeer geliefd; men meende, dat ook de bijbel er vol van was.
voetnoot2
Het is niet wel te begrijpen, waarom Vondel niet heeft geschreven: ons Dischgenoot, als d'uwe (vooral waar ons bij hem voor onze zeer frequent is). - Voor Martha's liefderijke zorgen als gastvrouw van Jezus zie Lucas X, vs. 38-42.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius