Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lucifer. Adam in ballingschap, of Aller treurspelen treurspel. Noah, of Ondergang der eerste wereld (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lucifer. Adam in ballingschap, of Aller treurspelen treurspel. Noah, of Ondergang der eerste wereld
Afbeelding van Lucifer. Adam in ballingschap, of Aller treurspelen treurspel. Noah, of Ondergang der eerste wereldToon afbeelding van titelpagina van Lucifer. Adam in ballingschap, of Aller treurspelen treurspel. Noah, of Ondergang der eerste wereld

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.68 MB)

Scans (15.47 MB)

ebook (4.42 MB)

XML (0.76 MB)

tekstbestand






Editeur

M.A. Schenkeveld-van der Dussen



Genre

drama

Subgenre

tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lucifer. Adam in ballingschap, of Aller treurspelen treurspel. Noah, of Ondergang der eerste wereld

(2004)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 168]
[p. 168]

Vierde bedrijf

eva, Adam
 
eva
 
Waar staan we, in 't paradijs of waar de starren blaken?
 
Wat trek verrukt mijn geest omhoog? Mijn voeten raken
 
geen aarde. D' aarde ontzinkt den voeten in 't verschiet.
935[regelnummer]
De goddelijke galm van 't heilig bruiloftslied
 
ontknoopt den band, die ziel en lichaam hiel gebonden.
 
De ziel, op hemelsheid verslingerd en verslonden,Ga naar voetnoot937
 
gevoelt geen aardsheid en, verkeerd in zuivre vlam,
 
zoekt d' eerste bron, waaruit zij haren oorsprong nam.
 
adam
940[regelnummer]
Mijn lief, waarhene? Toef: gij most me niet ontzweven.
 
eva
 
Ik worde krachtig naar de bron des heils gedreven,
 
die mijnen brand alleen kan koelen. Laat me gaan.
 
adam
 
Uw element is hier, uw liefste spreekt u aan.Ga naar voetnoot943
 
eva
 
Nu kome ik weder tot mijzelf en bij mijn zinnen.
 
adam
945[regelnummer]
Het voegt de Cherubijns en gloênde Serafinnen
 
zo hoog te zweven, waar zij, met gebogen kniên
[pagina 169]
[p. 169]
 
op 't aanschijn vallende, de Majesteit ontzienGa naar voetnoot947
 
te naderen en haar met wierookschalen eren.
 
eva
 
Gelukkig zijn ze, die met engelen verkeren.
950[regelnummer]
De milde bruiloftsdis vereerde ons hemelspijs,
 
en manne en druif, gegroeid in 't aardse paradijs,
 
die al het ander ooft door lekkernij verdoven:
 
Maar 's engels rede ging al 't bruidsbanket te boven.Ga naar voetnoot953
 
Hij schoof de nevels van het menselijk gezichtGa naar voetnoot954
955[regelnummer]
en toonde ons welk een stad de Godheid in het lichtGa naar voetnoot955
 
hierboven bouwde, waar, de balling uitgesloten,Ga naar voetnoot956
 
de redelijke ziel, den lichame ingegoten,
 
haar burgerrecht verwacht, indien ze zonder smet
 
den Allerhoogsten eert, naar d' ingestelde wet.
 
adam
960[regelnummer]
Die stad is van den grond tot in den top voltogen.Ga naar voetnoot960
 
eva
 
Zo alle leden eens veranderden in ogenGa naar voetnoot961
 
van hemelse adelaars, uit liefde tot deez' stad,
 
nog zagen d' ogen zich aan dit gezicht niet zat.
 
adam
 
Van welke zijde zou het oog 't gezicht ontginnen?Ga naar voetnoot964
[pagina 170]
[p. 170]
 
eva
965[regelnummer]
D' Aartsengel most zich op die rede eerst zelf bezinnen.
 
adam
 
Men kan niet bouwen eer de grondslag is geleid.
 
eva
 
't Gesteente geeft den grond een groter heerlijkheid.
 
De jaspis, de saffier, smaragden en berillen,Ga naar voetnoot968
 
sardonyx, sardius en amethisten willen
970[regelnummer]
chalcedon, chrysoliet noch genen chryzofraas
 
noch hyacinten noch den moedigen topaas
 
in 't pralen wijken, elk is moediger in 't pronken.
 
adam
 
De muren steigren hoog en dicht aaneengeklonken
 
uit louter jaspis, net op een vierkante maat.
 
eva
975[regelnummer]
De poorten, elk een perle, en elke schone straat
 
met klinkklaar goud gevloerd, gewillig doorgang geven
 
aan alle geesten, die hier heen en weder zweven.
 
adam
 
Hier rijst geen tempel, noch gewellefd tempelwerk:
 
want d' onbepaaldheid van Gods wezen is de kerkGa naar voetnoot979
980[regelnummer]
waarin hij wordt gediend van nimmer telbre geesten,
 
die hem alleluia op endeloze feesten
 
toezwaaien en den lof voortwentelen zo lang
 
de juichende englengalm beantwoordt het gezang.
 
eva
 
Hier rolt geen zonnekloot ten ende van haar bane,
985[regelnummer]
noch 't ongestadig licht der wisselbare mane
 
verlicht deez' grote stad, waar 't eeuwig schijnend licht
 
van 't alvernoegende en verzadende aangezicht
[pagina 171]
[p. 171]
 
den schoonsten dag verleent, een dag, waarnaar wij mensen
 
(och of die dag verscheen) uit al ons harte wensen.
 
adam
990[regelnummer]
Hoe lieflijk ruist me in 't oor de verse waterval,Ga naar voetnoot990
 
die uit den hoogsten troon, nog klaarder dan kristal,
 
in 't midden door de straat, zo helder henevloeide,
 
en 't hout des levens, dat in 't midden wast, besproeide!Ga naar voetnoot993
 
Wat gaf deez' boom al 't jaar, in een gezonder lucht,
995[regelnummer]
van d' ene in d' andere maand, een kostelijke vrucht.
 
eva
 
D' Aartsengel onderhiel ons met die bruiloftswijzen
 
en hoopte 't mensdom eens in 's hemels paradijzen
 
te wellekomen, op een blijder bruiloftsfeest.Ga naar voetnoot998
 
adam
 
Terwijl we hier beneên van enen zelven geest
1000[regelnummer]
gedreven, onderling elkandere beminnen,
 
laat ons, van dag tot dag, een trap ten hemel winnen,
 
en steigeren van 't laagste in 't opperste geluk.
 
eva
 
Gebie me wat u lust, ik reken het geen juk
 
mijn lusten onder uw geboôn vanzelf te buigen.
 
adam
1005[regelnummer]
Laat onz' afzetsels jaar op jaar ons trouw getuigen.Ga naar voetnoot1005
 
De liefde wordt door liefde ontvonkt en opgewekt.
 
Gij ziet hoe minzaam duif en doffer trekkebekt.
 
De zwaan bekoort de zwaan, die bruisend aan komt zwemmen,
 
de sterke leeuw laat zich van zijn leeuwinne temmen,
1010[regelnummer]
het veil omhelst den olm, men ent de plant op plant,Ga naar voetnoot1010
 
één trek van liefde zet het al naar zijne hand.
[pagina 172]
[p. 172]
 
Wat leven voelt, wil zich met ene weergâ mengen.
 
Natuur schept lust in haars gelijken voort te brengen.
 
D' aanstaande wereld wordt uit uwen schoot verwacht.
1015[regelnummer]
Gij zult, als moeder van het menselijk geslacht,
 
aartsvaders, koningen, wetgevers, helden baren,
 
heldinnen, dochters en schoondochters eerlijk paren
 
met uwe neven. 'k Zie uw naam alree geëerd,Ga naar voetnoot1018
 
waar gij de ledigheid der aarde alom stoffeertGa naar voetnoot1019
1020[regelnummer]
met zoveel zielen als de velden bloemen dragen.
 
Ai laat, op zulk een hoop, mijn wens uw ziel behagen.
 
eva
 
Zo lang het aardrijk in den arm des hemels hangt,
 
en d' aarde, zijne bruid, haar vruchtbaarheid ontvangt
 
van zulk een bruidegom, die haar met duizend ogen
1025[regelnummer]
van starren aanlonkt en bestraalt uit 's hemels bogen,
 
zo lang zal mijne min met d' uwe gaan gepaard,
 
en elke dienst en kus blijft mij een weerkus waard.
 
adam
 
Het zij met uw verlof, dat ik in deze streke,
 
aan d' ene zijde, een poos met God den schepper spreke,
1030[regelnummer]
en in mijn eenzaamheid bedank' voor uw genot.
 
Verschoon me een ogenblik.
 
eva
 
Mijn liefste, ga met God.
belial, Eva
 
belial
 
Geluk, o bruid, aanstaande moeder
 
der eeuwen: heil in d' echte staat.
 
De hemel zij en blijve uw hoeder,
1035[regelnummer]
de bruidegom uw toeverlaat.
 
De roos en lelie luiken onder
 
uw voeten schoner op. O bloem
 
der schoonste bloemen, wereldswonder
 
van alle schoonheên, die haar roem
[pagina 173]
[p. 173]
1040[regelnummer]
en vlag voor uwe schoonheid strijken,
 
nog schoner moet ge namaals prijken.
 
eva
 
Wat stem genaakt me uit dichte bladeren
 
en schaduwen? Wie komt me hier
 
met zulk een gloed van liefde naderen?
1045[regelnummer]
Zo gij een geest zijt of een dier,
 
ontmom, vertoon u. Laat me kennen
 
wie mij dus minnelijk begroet.
 
Hetzij gij zweeft op lucht en pennen,
 
of d' aarde treedt met uwen voet;
1050[regelnummer]
ontwolk u, dat de zon hier doorschijn.
 
Of zijt ge mens, kom vrij te voorschijn.
 
belial
 
Ik ben een schepsel, schone jonge,Ga naar voetnoot1052
 
genootschapt van uw bruidegom,Ga naar voetnoot1053
 
begaafd met ene mensentonge
1055[regelnummer]
en sprake. Alle andere staan stom,Ga naar voetnoot1055
 
misdeeld van uwe heldre reden.
 
'k Beken mijn kleenheid onder u.
 
Al zit ge hoger, ik benedenGa naar voetnoot1058
 
aan uwe voeten, blijf niet schu:Ga naar voetnoot1059
1060[regelnummer]
misgun geen slang u heil te wensen.
 
'k Bemin den ommegang der mensen.
 
Zo nestlen minzame ooievaren
 
rondom u in geboomte en lucht.
 
De dolfijn steekt uit zoute baren
1065[regelnummer]
het hoofd, door een verborgen zucht
 
en heimelijken trek gedreven
 
naar mensen en het vrouwenbeeld.
 
Gij ziet deez' vogels om u zweven
 
en hoe de dolfijn d' oevers streeltGa naar voetnoot1069
[pagina 174]
[p. 174]
1070[regelnummer]
en strijkt met zijnen staart en vinnen,
 
uit liefde om 's mensen hart te winnen.
 
Het zou den wild' eenhoren lustenGa naar voetnoot1072
 
in uwen zuivren maagdenschoot,
 
nog van geen hand gerept, te rusten,
1075[regelnummer]
gaaft gij uw aanschijn voor hem bloot.Ga naar voetnoot1075
 
Die snelvoet geeft zich niet gevangen
 
dan aan een maagd en smilt en schreit,
 
als hij u ziet, van groot verlangen,
 
om zulk een schone, hem ontzeit.Ga naar voetnoot1079
1080[regelnummer]
Zo prikkelt min zijn maagdendriften.
 
Zijn horen kan venijnen schiften.Ga naar voetnoot1081
 
eva
 
Waartoe de dieren dus geprezen?
 
belial
 
Opdat ge niet, dus bijster schu,
 
van mensbeminners hoeft te vrezen.Ga naar voetnoot1084
1085[regelnummer]
Ik zoeke geen genot bij u,Ga naar voetnoot1085
 
maar loutre gunst. Gij zijt het waardig,
 
gezegende overschone bruid.
 
Mijn macht is kleen, mijn hart dienstvaardig
 
voor u ten beste. Ik node u uit
1090[regelnummer]
op dezen boom, waarin de prijs leit
 
van alle wetenschap en wijsheid.
 
eva
 
Zwijg stil en wacht u mij te noden
 
op ooft dat wetenschap belooft.
 
deez' appel werd mijn mond verboden,
1095[regelnummer]
dies nood me op geen verboden ooft.
[pagina 175]
[p. 175]
 
De Godheid sprak: gij moogt wel eten
 
van alle bomen in den hof,
 
maar schuw de kennisvrucht vermeten
 
te plukken. Schuw deez' misdaad, of
1100[regelnummer]
gij zult de dood onfaalbaar sterven,
 
en u en al uw zaad bederven.Ga naar voetnoot1101
 
belial
 
Is 't waar? Zou God, zo hoog gezeten,
 
almachtig, goed, oneindig wijs,
 
wel spreken: gij zult geenszins eten
1105[regelnummer]
al wat er groeit in 't paradijs?
 
eva
 
Wij plukken allerhande vruchten
 
en eten ze ook; maar God gebood
 
dien boom in 't middenperk te vluchten
 
gelijk de pest en bare dood.Ga naar voetnoot1109
1110[regelnummer]
Wat zou me lusten uit te spatten,Ga naar voetnoot1110
 
de dood met hand en tand te vatten!
 
belial
 
O simple duif, deez' wet is strijdig
 
met recht en reden. Geef gehoor.
 
Hoe, toont de Godheid zich zo nijdig?Ga naar voetnoot1114
1115[regelnummer]
Ik bid, o simple, keer uw oor
 
zo schuw niet af van nutte raden
 
en dezen eedlen feniksboom.Ga naar voetnoot1117
 
De wijsheid schuilt in deze bladen.
 
Men moet een jonge vrouw den toom
1120[regelnummer]
niet korten. Laat ze welig weiden.
 
Haar lust en God zijn niet gescheiden.Ga naar voetnoot1121
 
Deze appels kennen geen venijnen.
 
Zij smilten lieflijk op de tong,
[pagina 176]
[p. 176]
 
verheugen 't hart, als hemelwijnen.
1125[regelnummer]
Zij houden 't mensdom eeuwig jong.Ga naar voetnoot1125
 
En 't is nu bruiloft, waar Gods reien,
 
uit lust om u te prijk te zien,Ga naar voetnoot1127
 
in uwe schoonheid zich vermeien.
 
Wat wellust zou men u verbiên!
1130[regelnummer]
Wat zou menu zo nauw bestippen!Ga naar voetnoot1130
 
Dit ooft verlieft op uwe lippen.
 
eva
 
Men mag zich aan geen kwaad vergapen.
 
't Verboôn te smaken is een smet.Ga naar voetnoot1133
 
belial
 
De Schepper heeft niet kwaads geschapen.
1135[regelnummer]
Hoe zijt ge alree zo nauwgezet?Ga naar voetnoot1135
 
Dit 's bijgeloof. Waar wil dit henen!
 
Geen spijs noch drank besmetten 't lijfGa naar voetnoot1137
 
en minst de ziel. Hou op van stenen.Ga naar voetnoot1138
 
Pluk stout en nuttig uw gerijf.Ga naar voetnoot1139
 
eva
1140[regelnummer]
Ai zeg me eerst, die mij dus durft noden,
 
waarom is mij dien boom verboden?
 
Waarom is aan deez' vrucht te smaken
 
de dood gehecht? Waarom verbiedt
 
de hovenier haar aan te raken,Ga naar voetnoot1144
1145[regelnummer]
op lijf- en zielstraf, schuilt er nietGa naar voetnoot1145
 
venijnigs onder schone verven?
[pagina 177]
[p. 177]
 
belial
 
Ai simple duif, betrouw mijn woord,
 
ik zweer het u, gij zult niet sterven.
 
Gebruik wat oog en mond bekoort:
1150[regelnummer]
en wilt ge u op mijn eed betrouwen,
 
'k zal d' oorzaak van 't verbod ontvouwen.
 
eva
 
Het zou me lusten dit te horen.
 
Ontvouw me Gods geheimenis.
 
belial
 
Verkeerden al deez' blaên in orenGa naar voetnoot1154
1155[regelnummer]
zij mochten 't melden: want het is
 
verboden Gods geheim te melden.
 
'k Zal 't evenwel op mijn gevaar,Ga naar voetnoot1157
 
al zou 't me zelf het leven gelden,
 
u openbaren, mag het maarGa naar voetnoot1159
1160[regelnummer]
bij u berusten. Schut mijn schadeGa naar voetnoot1160
 
en hou me buiten ongenade.
 
De nijdigheid wil niet gedogenGa naar voetnoot1162
 
deez' lekkre vrucht uw mond te biên,
 
opdat ge niet, uit andre ogen,
1165[regelnummer]
met ogen des verstands, zoudt zien,
 
haarzelve in wetenschap gelijken,Ga naar voetnoot1166
 
veranderen in een godin,
 
en Gode in gene wijsheid wijken.
 
Die rijke schatten schuilen in
1170[regelnummer]
deze appels, die ter kennis leiden,
 
om goed en kwaad vaneen te scheiden.
 
Dit 's d' oorzaak van het streng verbieden.
 
Deze appelschel beschaduwt God.Ga naar voetnoot1173
[pagina 178]
[p. 178]
 
Tast toe, eer 't iemand koom' bespieden.
1175[regelnummer]
Ik schud den boom, om zulk een lot,Ga naar voetnoot1175
 
een godheid, in uw mond te storten.Ga naar voetnoot1176
 
Ai zucht niet. Staak dit droef gezucht.
 
Wat wilt ge uw lust alree verkorten?
 
Bespiegel deze hemelvrucht,
1180[regelnummer]
dien gouden appel, mild van sappen,
 
hij schenkt u hemelse eigenschappen.
 
eva
 
Och eedle boom, hoe durf ik wagen
 
uw ooft te plukken! Eedle boom,
 
gezaligd door het appeldragen,
1185[regelnummer]
hoe klopt mijn hart, uit schrik en schroom?
 
O blozende appel, 'k zie u schieten
 
een straal van goud en levend rood.
 
Die zonder smet u mocht genieten!Ga naar voetnoot1188
 
'k Genaak u bevend. Zou de dood,
1190[regelnummer]
een worm zich in dien boezem bergen?
 
Hou op, hou op mijn lust te tergen.Ga naar voetnoot1191
 
Waarom mijn lust van ooft onthouden?
 
Wat schaadt een beet? Onnoozle schuld,
 
een snoeplust wordt licht kwijtgeschouden.
1195[regelnummer]
Ik pluk. Gedoog het met geduld,
 
o Schepper, zo 'k mijn hand bederve.Ga naar voetnoot1196
 
De halve misdaad is begaan.
 
O blozendheid! O schone verve!
 
belial
 
Nu schone, zet den mond hier aan.
1200[regelnummer]
Ai proef eens. Staat ge nog verlegen?Ga naar voetnoot1200
 
Nu eet, dat u de hemel zegen'.
 
Uw bruigom komt hier aangetreden,
 
en schijnt in zijnen geest verrukt.
 
Wordt hij op dit banket gebeden,
1205[regelnummer]
dien roden appel, vers geplukt,
[pagina 179]
[p. 179]
 
hoe kan zijn mond de bruid ontzeggenGa naar voetnoot1206
 
deez' vrucht te proeven op haar woord?
 
Ik help uw rede zo beleggen,Ga naar voetnoot1208
 
dat, schoon het ooft hem niet bekoort,
1210[regelnummer]
hij zal, om niet uw gunst te grieven,
 
u innevolgen en believen.Ga naar voetnoot1211
adam, Eva
 
adam
 
Hoe wel bekomt het mij, gerust in eenzaamheid
 
en opgetogen, met de hoogste majesteitGa naar voetnoot1213
 
te spreken mond aan mond en een genadetekenGa naar voetnoot1214
1215[regelnummer]
van haren uitstraal op het voorhoofd, onder 't spreken,Ga naar voetnoot1215
 
t' ontvangen, dat mijn ziel, in enen andren staat
 
herschapen, uitroept: Heer, hou op: ik ben verzaad
 
van uwe goedheid, al te machtig en milddadig
 
en uitgestort! Hou op en zijt uw knecht genadig.
1220[regelnummer]
Nu keer ik weder naar mijn bruid, mijn halve ziel.
 
Waar mag ze steken? Wat bespiegling onderhiel
 
haar midlerwijl? Ik zie ze in schaduwe gezeten
 
bij dien verboden boom. Wat 's dit? Wie brocht haar eten?
 
Dit voorspook spelt niets goeds. Ik zie mij doof en stom.Ga naar voetnoot1224
 
eva
1225[regelnummer]
Genaak, mijn liefste. Hoe? Is nu de bruidegom
 
afkerig van zijn bruid? Ik wacht u met verlangen.
 
adam
 
Hoe staat het hier? Hoe dus? Wat lust heeft u bevangen?
 
Mijn lief, wie nodigde u ter feest op deze wijs?
 
eva
 
Gods appelboom verleent mij schaduwen en spijs.
[pagina 180]
[p. 180]
 
adam
1230[regelnummer]
Wat spijs? Een spijs zo hoog van God geboôn te schuwen?Ga naar voetnoot1230
 
eva
 
En hierom lustte 't mij te min daarvan te gruwen.
 
't Verbod ontstak de lust. Mijn bruidegom, mijn troost,Ga naar voetnoot1232
 
bezie dien appel eens. Ai zie hoe schoon hij bloost.
 
Indien de schel het oog uitwendig kan vermaken,
1235[regelnummer]
gedenk hoe liefelijk het binnenste moet smaken.
 
adam
 
Och smaak! Een koude koorts rijdt over al mijn leên.Ga naar voetnoot1236
 
Mijn haar rijst overend. Och lief, waar wil dit heen!
 
Wat wordt mijn hart beklemd! Dat God dien appel schende,Ga naar voetnoot1238
 
den boom uit d' aarde rukke, o jammer, o ellende!
1240[regelnummer]
Is dit alree de vrucht, de vreugd van 't bruiloftsbed?Ga naar voetnoot1240
 
Ontheiligt ge zo snood des Allerhoogsten wet?
 
eva
 
Nu bruigom, zijt gerust. 'k Versta wel wat de wet zeit
 
en beter dan gij meent. Wat steurt uw nauwgezetheidGa naar voetnoot1243
 
zich om een appelbeet? Dit 's louter bijgeloof.
 
adam
1245[regelnummer]
Helaas, wat hoor ik nu! Och waar' ik stom en doof
 
en blind, ontbrak het mij aan ogen en aan oren,
 
zo zou ik in dien staat, 't is droef, u zien noch horen.
 
eva
 
Niet hoger, bruidegom. Hier is geen kwaad begaan.Ga naar voetnoot1248
 
Ontvang mijn eerste gave en tast dien appel aan.Ga naar voetnoot1249
1250[regelnummer]
Geloof en volg uw bruid en proef en na het smaken
 
zo oordeel met verstand en kennisse van zaken.
[pagina 181]
[p. 181]
 
adam
 
Zou ik, u volgende, den Oppersten versmaên?
 
De hemel hoede mij voor zulk een stout bestaan.Ga naar voetnoot1253
 
Men kan niet straffeloos deez' hofwet overtreden.
 
eva
1255[regelnummer]
Wat hofwet? Deze wet is strijdig tegen reden.
 
adam
 
Gods reden overtreft al 't menselijk vernuft.
 
eva
 
Een die rechtschapen is wordt niet zo licht verbluftGa naar voetnoot1257
 
van ijdle vreze. Ik smaak wat kennis in deez' spijs leit.
 
adam
 
God vrezen is 't begin van kennisse en van wijsheid.Ga naar voetnoot1259
1260[regelnummer]
Wie Hem gehoorzaamt en zich onder zijne wet
 
gewillig buigt, is vrij van zulk een lastersmet.
 
Ik merk alrede hoe zich d' engelen dit belgen.Ga naar voetnoot1262
 
eva
 
'k Geloof een engel schudde een appel van deez' telgen.
 
Ik ving dit boombanket in 't vallen met mijn hand,
1265[regelnummer]
niet als een gruwel, maar een heilgenadepand.Ga naar voetnoot1265
 
Wat laat ge tranen langs uw kaken nedervloeien?
 
Wilt gij de lust van uw beluste bruid besnoeien,
 
haar fors bejegenen met enen wederzin?Ga naar voetnoot1268
 
Dat 's zeker nog te vroeg, dat brengt geen vriendschap in,Ga naar voetnoot1269
1270[regelnummer]
dat hebt ge ook niet beloofd, toen gij mij eerst aanschouwde,
 
de huwlijksgod mijn hand in d' uwe vlocht en trouwdeGa naar voetnoot1271
 
en 't huwlijk zegende. Ben ik uw vlees en been,Ga naar voetnoot1272
 
zo draag u als een man en laat ons lotgemeen
[pagina 182]
[p. 182]
 
te gader leven. 'k Nood u op Gods eigen gaven.
1275[regelnummer]
Zo zal uw kennis trots tot aan de starren draven.
 
Zo wordt ge in wetenschap en wijsheid God gelijk.
 
Gebruik uw vrijen wil en toon mij d' eerste blijkGa naar voetnoot1277
 
van liefde, in 't volgen van mijn allereerste bede.
 
Zij lijdt geen weigeren. Gevolgzaamheid baart vrede.Ga naar voetnoot1279
 
adam
1280[regelnummer]
O welk een strijd? Wat 's dit een wichtig hoofdgeschil:Ga naar voetnoot1280
 
in wetenschap God zelf gelijken, eigen wilGa naar voetnoot1281
 
te volgen, zonder op het ooftverbod te letten,
 
of onder God staan en het juk van zijne wetten
 
te dragen als een slaaf uit vreze voor de straf?
 
eva
1285[regelnummer]
Wat sammelt ge? Gebruik wat ons de hemel gaf,Ga naar voetnoot1285
 
uw vrijen wil en 't goed, u heden aangeboden.
 
De Godheid heerst omhoog: hier heersen aardse goden.
 
adam
 
O welk een strijd! Hier staat het vrouwenbeeld, daar God.
 
Hier vleit me hare beê, daar dreigt me een streng verbod.
1290[regelnummer]
Zal ik de liefde en gunst van mijne vrouw ontberen,
 
of d' opperste genade in ongenâ verkeren?
 
Een onweer barnt er in mijn geest. Wat baart de keurGa naar voetnoot1292
 
in zulk een onderscheid al angst! Wat stelle ik veur,Ga naar voetnoot1293
 
de vriendschap van mijn vrouw of 's hemels gunst te derven?
1295[regelnummer]
Durf ik in mij het beeld, dat God gelijkt, misverven,Ga naar voetnoot1295
 
mijn ziel ontluisteren om zulk een snood genot?Ga naar voetnoot1296
[pagina 183]
[p. 183]
 
Neen, neen, van mijne vrouw gescheiden, rustig God,Ga naar voetnoot1297
 
den oorsprong van mijn heil omhelsd en aangehangen.
 
'k Heb van zijn milde hand alree te veel ontvangen,
1300[regelnummer]
en wacht oneindig meer uit zijnen vollen schoot.
 
Ik kies het leven voor de barelijke dood.
 
Mevrouw, wat vergt ge mij! Ik laat me niet misleiden.
 
'k Getroost me niet van God, maar eer van u te scheiden,
 
indien ik een van bei moet kiezen. Dit sta vast.
 
eva
1305[regelnummer]
Zo breekt ge alree den band des huwlijks, zonder last,Ga naar voetnoot1305
 
ja tegen 's hemels wil en durft het huwlijk schennen
 
om enen appelbeet en geeft uw aard te kennen,
 
dien trouwelozen aard, gelijk een jonge wulp.Ga naar voetnoot1308
 
Nu Adam, dat gaat wel. Ga heen: gij hoeft geen hulpGa naar voetnoot1309
1310[regelnummer]
noch vrouwentroost: gij kunt genoeg met dieren leven
 
en kent ze, hoofd voor hoofd, en kunt ze namen geven.
 
Gij keert u aan geen vrouw en acht ze uw vlees en beenGa naar voetnoot1312
 
niet langer, want uw hart verkeert in ijs en steen.
 
Welaan, ik ben 't getroost, maar komt ge uw vrouw te zoeken
1315[regelnummer]
en vindt ze niet, dan moogt gij huilen, schreien, vloeken,
 
maar 'k zwere 't zal u niet gebeuren haar te zien,
 
noch Eva acht u waard voortaan den mond te biên.
 
Ik neem den hof en al de dieren tot getuigen
 
van uwen wreevlen aard. De wreedste leeuwen buigenGa naar voetnoot1319
1320[regelnummer]
zich onder hun leeuwin. De tiger brandt van min,
 
en ziet niet lievers dan zijn lieve tigerin
 
naar d' ogen en den mond. Zij drinken uit een aderGa naar voetnoot1322
 
en eten ene spijs en wandelen te gader.
 
Maar Adam acht zijn bruid, zijn jonge weergâ, niet.
1325[regelnummer]
Leef lang. Gedenk dat gij uw vrouw nu 't leste ziet.Ga naar voetnoot1325
[pagina 184]
[p. 184]
 
adam
 
Och och, waar gaat ze heen? Och, woudt ge een luttel beiden!Ga naar voetnoot1326
 
Mijn liefste, hou nog stand.Ga naar voetnoot1327
 
eva
 
Wij zijn alree gescheiden.
 
Wat houdt ge mij? Laat los. Zo leeft ge vrank en vrij.
 
Bemin een andre, die gij meer bemint dan mij.
1330[regelnummer]
Gij kwaamt al slapende aan een bedgenote en vrouwe,
 
en naamt ze zonder liefde en scheidt nu zonder rouwe.
 
Wie zonder min vergaart, kan scheiden zonder smart.
 
Een andre ribbe legt u nader aan het hart.
 
Dat d'Opperste u een vrouw, naar uwen zin, boetsere.
1335[regelnummer]
Gebeurt dit, als ik 't wens, bemin ze en hou ze in ere,
 
belief ze meer dan mij, of zo u dat bezwaart,Ga naar voetnoot1336
 
blijf liever eenzaam als voorheen en ongepaard:
 
zo zult ge een vrouwenhart niet kwetsen en bedroeven.
 
adam
 
Och zwijg, mijn liefste, zwijg, gij nijpt mijn hart met schroeven.
1340[regelnummer]
Hoe kan ik God en u behagen in deez' zaak!
 
De hoogste wijsheid vindt in trouwbreuk genen smaak.
 
Zij voegde ons samen. Laat ons dan tezamen leven.
 
O Vader, kunt ge uw zoon een struikeling vergeven,
 
dat ik een ogenblik mijn wedergâ behaag',
1345[regelnummer]
zo zie dit over. Dit 's een overgaande vlaag.Ga naar voetnoot1345
 
Men moet een zwakke zacht en minnelijk bejegenen
 
met alle eerbiedigheid. Gij kunt den appel zegenen,
 
en scheiden het vergift, gesproten van 't verbod.Ga naar voetnoot1348
 
Nu geef den appel hier, zo delen wij een lot.
 
eva
1350[regelnummer]
Zo leert men goed en kwaad met kennis onderscheien.
 
Wel, waarom schudt ge 't hoofd?
[pagina 185]
[p. 185]
 
adam
 
Ik hoor de bruiloftsreien
 
een klacht aanheffen, die den bruiloftsgalm verdooft.
 
eva
 
Mijn lief, hoe ziet ge dus bestorven om uw hoofd?Ga naar voetnoot1353
 
Schep moed, mijn lief; gij hoeft te schrikken noch te schromen.
1355[regelnummer]
Ik heb alleen dien last op mijne ziel genomen.
 
rei van wachtengelen
Eerste Zang
 
Helaas, wat baat een englenwacht,
 
zo 't alziend oog van boven
 
den mens niet gâslaat naar zijn macht!Ga naar voetnoot1358
 
Hoe legt de stamheer van 't geslacht
1360[regelnummer]
met al zijn zaad verschovenGa naar voetnoot1360
 
en in der eeuwigheid beroofd
 
van zulk een heilkroon, hem beloofd!
 
O feest van weinig uren!
 
De hemel zelf gevoelt dien krak.
1365[regelnummer]
De staat van deez' naturenGa naar voetnoot1365
 
had eeuwig kunnen duren.
 
Maar och, zij droegen zich te zwak
 
in Gode te behagen.
 
O tijd van bitter klagen!
Eerste Tegenzang
1370[regelnummer]
Had Adam zich aan 't engelsdom
 
gespiegeld, dat hovaardig,
 
terwijl 't in volle weelde zwom,
 
nog hoger dan zijn staatpeil klom,Ga naar voetnoot1373
 
en, wrijtende en kwaadaardig,
1375[regelnummer]
den milden leenheer trotsen wou,Ga naar voetnoot1375
[pagina 186]
[p. 186]
 
hij leefde vrij van naberouw.
 
Tenzij nu Gods genade
 
de hand reike aan 't gevallen paar,
 
dat, bij de slang te rade,
1380[regelnummer]
aan 't omzien kwam te spade;Ga naar voetnoot1380
 
wie rukt het uit zijn jammer, waar
 
het legt in schande en schennis!
 
Hoe dier staat lust naar kennis!
Tweede Zang
 
Men mag nochtans naar kennis staan.
1385[regelnummer]
Wij hemelgeesten dringen.
 
uit kenniszucht al hoger aan,
 
en volgen Gods verborgen baan
 
in onz' bespiegelingen.
 
Want in den ronden spiegelkloot.Ga naar voetnoot1389
1390[regelnummer]
der Godheid legt de wereld bloot,
 
wil d' Opperste openbaren
 
aanstaande zaken, in dien schijn
 
alsof ze alrede waren,
 
in wezen, voor het baren.
1395[regelnummer]
Kon Adam dan een hels venijn
 
uit zucht ter kennis trekken?
 
Dit staat u naakt t' ontdekken.Ga naar voetnoot1397
Tweede Tegenzang
 
De Godheid kent zichzelve en eerst.Ga naar voetnoot1398
 
De kennis is dan heerlijkGa naar voetnoot1399
1400[regelnummer]
en van de schuldvlek allerveerst.Ga naar voetnoot1400
[pagina 187]
[p. 187]
 
De Godheid, die het al beheerst,
 
zal niemand hierom deerlijk
 
van zijn genâ verstoten, want
 
Hij heeft den kennisboom geplant.
1405[regelnummer]
Maar die ze uit trotsheid zoeken
 
door middelen, van Hem verboôn,
 
dat zijn verkeerde kloeken.Ga naar voetnoot1407
 
Hoort Adam nu vast vloeken.Ga naar voetnoot1408
 
Nu spant vorst Lucifer de kroon.
1410[regelnummer]
Och Adam, hoge ceder,
 
hoe ploft ge dus terneder!
voetnoot937
verslonden: opgegaan in (nl. hemelsheid)
voetnoot943
Uw... hier: uw natuurlijk element is de aarde, hier
voetnoot947
ontzien: vrezen
voetnoot953
's engels rede: de woorden van de engel
voetnoot954
gezicht: ogen
voetnoot955
stad: het hemelse Jeruzalem zoals beschreven in Openb. 21 en 22:1-3
voetnoot956
waar... verwacht: waar (nl. in het hemelse Jeruzalem) de ziel, die in het aardse lichaam is ingestort, haar wettig burgerschap verwacht, terwijl het lichaam daar als verbannene is buitengesloten. Eva is in haar interpretatie van deze woorden van Gabriël geheel geëxalteerd. Ze is de aarde bijna kwijtgeraakt en zou wel een engel willen wezen. Dat stemt niet overeen met haar ware roeping, namelijk mens te zijn, zoals ook haar afstand nemen van de lichamelijkheid te ver gaat. Eva laat met deze gedachtevlucht een kwetsbare kant zien
voetnoot960
voltogen: volmaakt
voetnoot961
alle leden: al mijn ledematen, dus: als ik een en al oog werd
voetnoot964
Van... ontginnen: aan welke kant moet het oog beginnen om alles wat er te zien is te gaan bekijken?
voetnoot968
jaspis... topaas: opsomming van allerlei edelstenen zoals die ook voorkomen in Openb. 21:18-20, waar de fundamenten van de stad beschreven worden
voetnoot979
onbepaaldheid: onbegrensdheid
voetnoot990
verse: frisse
voetnoot993
wast: groeit
voetnoot998
blijder bruiloftsfeest: in Openb. 19:7-9 wordt gesproken over de bruiloft van het Lam Gods, de vereniging van Christus met zijn kerk
voetnoot1005
afzetsels: kinderen; Adam legt een accent op de lichamelijke kant van het menszijn
voetnoot1010
veil: klimop
voetnoot1018
neven: nakomelingen
voetnoot1019
stoffeert: vult
voetnoot1052
jonge: jonge vrouw
voetnoot1053
genootschapt van: als medeschepsel geaccepteerd door
voetnoot1055
Alle andere: nl. schepsels
voetnoot1058
Al zit... voeten: men moet zich voorstellen dat de slang met zijn kop naar beneden in de boom gekronkeld zit
voetnoot1059
schu: schuw, afkerig
voetnoot1069
dolfijn: staat bekend om zijn mensvriendelijkheid; dat die speciaal vrouwen zou gelden, heb ik nergens aangetroffen dan hier. Het lijkt een vleiende aandikking van Belial
voetnoot1072
eenhoren: van dit (fabel)dier wordt verteld dat het zich alleen door een maagd laat vangen; vaak afgebeeld met de kop gebogen in de schoot van de vrouw
voetnoot1075
gaaft... bloot: als ge u aan hem liet zien
voetnoot1079
ontzeit: niet gegund
voetnoot1081
venijnen schiften: gif afscheiden van de drank, dus: gif van zijn werking ontdoen
voetnoot1084
mensbeminners... vrezen: bang hoeft te zijn van dieren (die immers van mensen houden)
voetnoot1085
Ik... gunst: ik probeer niet enig genot van u te verkrijgen maar u juist een gunst te bewijzen
voetnoot1101
bederven: in 't verderf storten
voetnoot1109
bare dood: de dood zoals hij werkelijk is, onvermomd
voetnoot1110
Wat... spatten: waarom zou ik ongehoorzaam willen zijn
voetnoot1114
nijdig: afgunstig
voetnoot1117
feniksboom: geweldige en unieke boom, te vergelijken met de prachtige en uiterst zeldzame vogel feniks
voetnoot1121
Haar lust... gescheiden: wat zij wil staat niet los van God
voetnoot1125
Zij... jong: de vruchten schenken de mensheid het eeuwige leven. Een verkeerde voorstelling van zaken door Belial: de boom der kennis is een andere dan de boom des levens
voetnoot1127
te prijk: het was een gewoonte om een bruid te pronk te zetten voor de bewonderende gasten
voetnoot1130
bestippen: nauwkeurig de wet voorschrijven
voetnoot1133
smet: zonde
voetnoot1135
alree: nu
voetnoot1137
Geen... 't lijf: Belial weet zelfs een bijbels argument te verwerken, vgl. Matth. 15:11
voetnoot1138
stenen: zuchten
voetnoot1139
gerijf: waar je zin in hebt
voetnoot1144
hovenier: nl. God
voetnoot1145
niet: soms iets
voetnoot1154
Verkeerden... melden: als al deze bladeren in oren zouden veranderen, dan zouden ze wat ik nu ga zeggen doorgeven (een argument om te laten zien wat hij voor Eva over heeft; in feite nonsens want God heeft dit soort informatie niet nodig)
voetnoot1157
op mijn gevaar: met gevaar voor mijn leven
voetnoot1159
mag... berusten: als u het maar voor u houdt
voetnoot1160
Schut: voorkom
voetnoot1162
De nijdigheid: nl. God. Zelfs deze blasfemische aanduiding heeft een bijbelse grond: Ex. 20:5
voetnoot1166
haarzelve: nl. de nijdigheid
voetnoot1173
Deze... God: onder de schil van deze appel gaat de godheid schuil
voetnoot1175
lot: geluk
voetnoot1176
godheid: het godgelijk zijn
voetnoot1188
Die: gelukzalig degene die
voetnoot1191
tergen: prikkelen
voetnoot1196
bederve: misbruik
voetnoot1200
verlegen: bezwaard
voetnoot1206
ontzeggen: weigeren
voetnoot1208
beleggen: in te richten
voetnoot1211
u innevolgen: uw voorbeeld volgen
voetnoot1213
opgetogen: in hemelse verrukking
voetnoot1214
een genadeteken... voorhoofd: vgl. Ex. 34:29, waar van Mozes verteld wordt dat zijn gezicht glinsterde toen hij met God gesproken had
voetnoot1215
haren: nl. van de hoogste majesteit
voetnoot1224
voorspook: voorteken
voetnoot1230
hoog: ernstig
voetnoot1232
Verbod... lust: vgl. vs. 664. Eva neemt dit soort wijsheden graag over
voetnoot1236
smaak: Adam herneemt vol schrik het woord ‘smaken’
voetnoot1238
Dat... schende: laat... bederven
voetnoot1240
alree: nu
voetnoot1243
nauwgezetheid: angstvalligheid
voetnoot1248
hoger: verder
voetnoot1249
eerste gave: nl. de morgengave, de eerste gave van een bruid aan haar bruidegom
voetnoot1253
stout bestaan: brutale onderneming
voetnoot1257
verbluft: van slag gebracht
voetnoot1259
God... wijsheid: vgl. Spreuken 1:17
voetnoot1262
dit belgen: hierover vertoornd zijn
voetnoot1265
heilgenadepand: onderpand van komend geluk
voetnoot1268
fors: onheus
voetnoot1269
dat... in: dat zorgt bepaald niet voor een liefdevolle verstandhouding
voetnoot1271
de huwlijksgod: God die ons huwelijk heeft ingesteld (maar Eva gebruikt hier een term die eigenlijk in de klassieke godenleer thuishoort)
voetnoot1272
Ben... been: verwijzing naar Adams uitspraak in Gen. 2:23
voetnoot1277
vrijen wil: God heeft de mens een vrije wil geschonken, die hem voor de zondeval uit vrije wil tot het volbrengen van Gods bedoelingen bracht (vgl. ook vs. 157)
voetnoot1279
Gevolgzaamheid... vrede: vgl. Asmodés opmerking in vs. 764
voetnoot1280
wichtig hoofdgeschil: principieel en belangrijk strijdpunt
voetnoot1281
eigen wil: Adam vertaalt nu vrije wil als ‘eigen wil’ - doen waar je maar zin in hebt - en zet daartegenover slaafse onderwerping ‘uit vreze voor straf’. In 1286 maakt Eva dankbaar van deze betekenis gebruik. Vergelijk ook vs. 1472. Dat is duivels denken
voetnoot1285
sammelt: aarzelt
voetnoot1292
barnt: woedt; keur... onderscheid: keuze tussen zulke verschillende mogelijkheden
voetnoot1293
stelle... veur: waaraan geef ik de voorkeur
voetnoot1295
misverven: bezoedelen, ontsieren
voetnoot1296
ontluisteren: van haar luister beroven; snood: waardeloos
voetnoot1297
rustig: standvastig
voetnoot1305
last: opdracht (van God)
voetnoot1308
wulp: loszinnig persoon
voetnoot1309
dat gaat wel: dat is een mooie boel
voetnoot1312
keert: stoort
voetnoot1319
wreevlen aard: boosaardigheid
voetnoot1322
ader: bron (vgl. voor de dieren vs. 396 en Belials enthousiaste beschrijving van dierenliefde (vs. 765-767)
voetnoot1325
Leef lang: vaarwel
voetnoot1326
beiden: wachten
voetnoot1327
hou... stand: blijf staan
voetnoot1336
belief ze: wees haar ter wille
voetnoot1345
zo... over: zie dat dan door de vingers
voetnoot1348
scheiden: eruit afscheiden, verwijderen
voetnoot1353
bestorven: dodelijk wit
voetnoot1358
naar zijn macht: met de macht die God alleen heeft
voetnoot1360
verschoven: verworpen
voetnoot1365
De staat van deez' naturen: de positie van deze soort, deze mensen
voetnoot1373
staatpeil: de grenzen aan hun positie gesteld
voetnoot1375
leenheer: zo werd het ook in Lucifer voorgesteld, bijv. vs. 1542-1547
voetnoot1380
aan... spade: er te laat toe kwam zich te bezinnen
voetnoot1389
Want... baren: want in de Godheid, gezien als een bolvormige spiegel, is de hele kosmos te zien, en in die spiegel zal God de dingen die nog komen gaan openbaren alsof ze al bestonden, zelfs nog voor ze ontstaan zijn. Hetzelfde beeld gebruikt Vondel ook in zijn Bespiegelingen van Godt en Godtsdienst (ii, vs. 1080). De wb-commentaar verwijst daar naar Thomas van Aquino (wb ix, p. 498)
voetnoot1397
Dit... ontdekken: dat moet u ons duidelijk maken
voetnoot1398
De... eerst: de eerste kennis die er bestaat, is de kennis die God van zichzelf heeft
voetnoot1399
De kennis... allerveerst: kennis die daarmee in verband staat, dus het streven van de mens God en Zijn wereld steeds beter te leren kennen, is voortreffelijk en heeft niets met zonde en schuld te maken
voetnoot1400
en... allerveerst: en in de verste verte niet schuldig
voetnoot1407
verkeerde kloeken: schuldige zoekers naar kennis
voetnoot1408
nu vast vloeken: nu al voortdurend razen en zichzelf en Eva vervloeken (zie ook vs. 1439-1440)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Adam in ballingschap, of aller treurspelen treurspel