Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Toneelwerken (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Toneelwerken
Afbeelding van ToneelwerkenToon afbeelding van titelpagina van Toneelwerken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.34 MB)

Scans (29.91 MB)

XML (1.70 MB)

tekstbestand






Editeur

W.J.C. Buitendijk



Genre

drama

Subgenre

klucht
lofdicht(en)
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Toneelwerken

(1975)–Jan Vos–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 487]
[p. 487]

F. Esthetische en ethische opvattingen van Jan Vos.

(over het toneel)
Alle de Gedichten, 1671, blz. 90; 1726, dl. I, blz. 527.

Aan de LASTER, &c.
 
De Godtsdienst roept de ziel: het lyf de zorg voor 't leeven.Ga naar voetnoot1
 
Elk heeft zijn eigen tijdt; wee die hier tegenstreeven.
 
Wie tijdt in tijden vindt wordt geen tooneel ontzeidt:Ga naar voetnoot3
 
Zoo leert men, door het spel, noch deugdt in leedigheidt.Ga naar voetnoot4

(over de Ars Poëtica van Horatius Flaccus)
Alle de Gedichten, 1662, Puntdicht 208; 1726, II, puntd. 208.

Aan H.F.Ga naar voetnoot*
 
Gy zyt een lierpoëet en schryft het treurspel wetten.
 
Zoo tergt een harders fluit de klank der hoftrompetten.
 
Uw les is overlast. de Kunst gedoogt geen pyn.
 
Het spel wil wel bepaalt, maar niet gedwongen zyn.

(over het Amsterdams toneel)
Alle de Gedichten, 1662, blz. 527; 1726, I, blz. 322.

Voor het Tooneel van de Schouwburg t' Amsterdam.
 
De Duitsche Schouburg wijkt geen Roomsch, noch Griex toneel.Ga naar voetnoot1
 
Zy waakt voor 't Y, tot schrik van al die 't Raadthuis wraaken.Ga naar voetnoot2
 
Nu toontze 't vreêverbondt, dan bitter Staatkrakkeel.
 
De troonen zijn van goudt, maar slibbrigh in 't genaaken.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Haar rollen druipen meest van traanen, bloedt en gal:Ga naar voetnoot5
 
Deez' worden hoog en droef, die laag en bly gezongen.Ga naar voetnoot6
 
Zoo ziet men hier, door spel, het weifflen van 't Geval.Ga naar voetnoot7
 
De speelkunst bindt zich niet aan klank van vreemde tongen.Ga naar voetnoot8
[pagina 488]
[p. 488]

(voorkeur voor barok naturalisme)
Alle de Gedichten, 1662, blz. 525; 1726, I, blz. 320.

Aan H.S. toen hy Christus aan 't Kruis geschildert hadt &c.Ga naar voetnoot*
 
Dit lichaam is geheel mismaakt,Ga naar voetnoot1
 
Om dat het niet geheel mismaakt is.
 
Gy schildert dat het helder blaakt,Ga naar voetnoot3
 
En toont niet waar de roe geraakt is.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
't Gelijkt naar Christus niet: o neen,
 
Om dat gy 't Christus doet gelijken.
 
Wilt gy hem toonen als voorheen?
 
Zoo zoek in alle woeste wijkenGa naar voetnoot8
 
De diere bloedt- en traanenplas,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Van die men om zijn naam deedt sterven,Ga naar voetnoot10
 
En mengze met hun heilig asch.Ga naar voetnoot11
 
Gy kunt hem zonder zulke verven
 
Niet schildren als hy is geweest.Ga naar voetnoot13
 
Niet schent 'er meer dan geesselzweepen.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Dit lichaam is te gaaf van leest.
 
Bekleê het vel met roodestreepen.Ga naar voetnoot16
 
Zoo heeft de Joodt u voor gemaalt.Ga naar voetnoot17
 
De Staatzucht durft de deugdt bestrijden.
 
De Boosheidt toont zich onbepaalt.Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Wie hoort dit zonder meedelijden?
 
Vertoon hem met een doornehoedt,Ga naar voetnoot21
 
En blus zijn oogkool, hel van straalen,Ga naar voetnoot22
 
In eeuwigh zaaligmaakendt bloedt.
 
De kunst mag niet van 't voorbeeldt dwaalen.
25[regelnummer]
De roê heeft d'aadren afgesneên.
 
Geweldt heeft zin in wreê schildryen.
[pagina 489]
[p. 489]
 
't Penseel, beroemt door geestigheên,Ga naar voetnoot27
 
Moet nimmer teegens 't leeven stryen.
 
Wie Christus beeldt het meest mismaakt,
30[regelnummer]
Die heeft het leeven 't meest geraakt.

(voorbeeld van barokke emfase)
Alle de Gedichten, 1662, blz. 757; 1726, I, blz. 423.

(Uit Goede Vrydagh of Christus Lyden: met eenige Byvoegsels (1650)).

HET KRUISDRAAGEN
 
Wat galm vervult de lucht? 't is moordtgeschreeuw der Jooden.
 
Men leit het Offerlam, naa dat het duizent dooden
 
Geleeden heeft, ter doodt. de Waarheidt wordt bestreên.Ga naar voetnoot3
 
De Priester, 't offervuur en d'offerhandt is een.
5[regelnummer]
Het waare Paaslam moet zijn eigen outer draagen.
 
Op menschen, helpt, 't is tijdt, op, helpt het kruishout schraagen:
 
De sleutel daar hy 't slot des hemels meê ontsluit.
 
De Nijdt, 't Geweldt, de Moordt en Wreedtheit gaan voor uit;
 
Zy torsen 't marteltuig, en sleepen hem gebonden:
10[regelnummer]
Maar met de ketenen, die gy (ô mensch!) van zonden
 
Aan een geschakelt hebt. d'een steekt hem met zijn hart,Ga naar voetnoot11
 
De moordtspeer in de zy, een ander, als getart,Ga naar voetnoot12
 
Begint hem met zijn wil, de nagels deur zijn handen,Ga naar voetnoot13
 
En voeten heen te slaan. zulk een, om d'ingewanden
15[regelnummer]
Van Godt te pijnen, biedt, met zijn vervloekt gemoedt,Ga naar voetnoot15
 
De galspons aan zijn Heer, hy schijnt in zweetrigh bloedtGa naar voetnoot16
 
Te smooren: maar de zon moet duistren om te blinken.Ga naar voetnoot17
 
Men kan in deeze zee zich godlijk dronken drinken.
 
Men vischt hier parlemoer, ja bloedtkraal en kristal,
20[regelnummer]
Daar zich de ziel, hier naa, by Godt meê pronken zal.Ga naar voetnoot20
 
Zijn hairen rijzen nu dat hy Kalvaar ziet rijzen,Ga naar voetnoot21
 
En 't hart ontzinkt de moedt. de Zwakheidt doet hem yzen.
 
De Liefde maakt hem heet. in zulk een bangigheidt,Ga naar voetnoot23
 
Zoo wordt het kruis op d'aardt, en hy op 't kruis geleidt.
[pagina 490]
[p. 490]

(ethische beschouwingen)
Alle de Gedichten, 1671, blz. 241-242; 1726, l, blz. 569-570.

BRIEF

aan den Eed. Heer

JOAN HUIDEKOOPER,Ga naar voetnoot*

Jonker van Maarseveen, Heer van Neerdijk &c.

 

MUN HEER,

 

1 Terwijl gy binnen Leiden, het Neederduitsche Atheenen, in den daageraadt van uw 2 leeven, de gevaarelijke doolhooven van de slibberige jeugdt deurwandelt, zoo zetGa naar voetnoot2 3 uw voeten onverwrikkelijk op het spoor van de deugdt, zoo zult gy ten lesten de 4 steile trappen der achtbaarste kunsten en nutste weetenschappen, loffelijk beklim- 5 men. Sluit uw oogen voor alle ydelheidt. Men moet het behaagelijk om 't hinderlijkGa naar voetnoot5 6 verstooten: een kleene genuchte, om een groote ramp te mijden, verwerpen. Het 7 aantrekkelijk heeft veeltijdt schaadelijk geweest: dit getuigen de onberispelijkste 8 eeuwen. De dartele wellust, een binnenshuische beul, loont met pijnelijke gebreeken. 9 De moedige rijkdom is bedriegelijk; d'aanminnige schoonheit vergankelijk; deGa naar voetnoot9 10 vruchtbaare jaaren snel; en d'aangename gezondtheidt onzeeker: want het hobbe- 11 lende schip van ons leeven, tot zinkens toe overlaaden, en geen oogenblik voor 't 12 gijben veiligh, wordt in de woeste zee van de werreldt, door d'ongebreidelde golven,Ga naar voetnoot12 13 en d'yslijke bulderende buien van 't gevaar, herwaarts en derwaarts gesmeeten. Elk 14 een dagh dat wy 't leeven behouden, om dat wy niet machtigh zijn de stormen der 15 doodt te ontworstelen, hebben wy op woeker. Dies begeef u niet te diep in zulk een 16 gruwzaam een zee. Men is minder gevaar in de luwte van de strandt, daar men deurGa naar voetnoot16 17 de gebrooke baaren kan roeien, onderwurpen, dan met het zeil in het top te zetten, 18 op genaade der weifelende winden, deur 't zwalpen der golven heen te bruizen. MenGa naar voetnoot18 19 moet de groene moedigheit met een rijpe veurzichtigheidt mengen. Laat u niet doorGa naar voetnoot19 20 't vleiende geluk op de troon der trotse hovaardigheidt zetten: want haar zetel is 21 wankelbaar. Belg u niet zoo gy de toeleg van een die 't niet waardigh is, wel zietGa naar voetnoot21 22 gedyën. Het geluk maakt de quaade menschen, door overmaat van gaaven sluimer-Ga naar voetnoot22 23 valligh dronken, om hen op het onverzienste, met al haar rampen t'evens te over-Ga naar voetnoot23 24 rompelen. Zet uw zinnen schrap, om met een taaje lijdtzaamheidt, in Themis kerkGa naar voetnoot24 25 te slooven; op dat gy, of het de tijdt vereiste, rijker van jaaren, uw leeven op hetGa naar voetnoot25 26 Raadthuis, gelijk uw Vaader en Grootvaader, met de doodt op de lippen, ten dienstGa naar voetnoot26

[pagina 491]
[p. 491]

27 der gemeente, moest uitslijten. Ik beken dat het spannen de boog bederft: maar hetGa naar voetnoot27 28 ontspannen het verstant. Hoe men de kruiden meer wrijft hoe datze krachtiger geurGa naar voetnoot28 29 van zich geeven. Als het yzer stil leit wordt het van roest deurknaagt. Zijt in al uw 30 handelingen veurzichtigh. Wacht u meer voor vleiende vrienden, dan bittere vyan- 31 den. De doornen schuilen onder de roozen. Schuw de menschen, die de boekstaavenGa naar voetnoot31 32 van hun zinnen met een stilzwijgen in hun boezem drukken; op dat het intoomenGa naar voetnoot32 33 van hun inborst, die u onkunbaar is, u niet tot ramp gedy. Bestier uw tong met deGa naar voetnoot33 34 teugel van 't verstandt. De woorden hebben vleugelen, de wanden en welfsels ooren. 35 Wreek u meer door vergeeten, schoon dat gy getergt wordt, dan met den deegen in 36 klem van uwe vuist. Het gevecht is haatelijk; daar by onzeeker. Een wijs man zalGa naar voetnoot36 37 meer gedulden, dan straffen. De wraakzucht is een gruwelijk raadtsman. Weeg yders 38 woorden met het nauluisterende teegenwicht van een scherp oordeel, in de schaalGa naar voetnoot38 39 van uw gemoedt, &c. Mijn Heer, indien ik water in zee gegooten, en hout in 'tGa naar voetnoot39 40 bosch gedraagen heb, zoo hebt gy uw vaader, den Heer van Maarseveen, &c. zoo 41 veel stof, om over u te verblijden, gegeeven, als ik u om over my te vergrammen. 42 Vergeef de oopenhartigheeden van

 

Uw Eed.

verplichtste vriendt

den 7 Octob. 1645.

JAN VOS.

voetnoot1
Chiastisch gebouwde versregel: de zorg voor 't leven roept het lijf; roept, vgl. mijn plicht roept mij.
voetnoot3
tijdt in tijden: vrije tijd temidden van de in vss. 1-2 genoemde tijden.
voetnoot4
noch: nog; in leedigheidt: in zijn vrije tijd (niet ongunstig bedoeld).

voetnoot*
Aan H.F.
Zie de aantekeningen in het voorbericht bij de Medea, r. 207-211.

voetnoot1
Duitsche: Nederlandse; Roomsch: Romeins.
voetnoot2
't Raadthuis: de stadsregering; wraaken: smaden.
voetnoot4
slibbrigh: glibberig.
voetnoot5
gal: bitter venijn, gif.
voetnoot6
hoog: verheven; laag: eenvoudig. De beide woorden duiden in de eerste plaats op het hoge en lage tonen produceren bij de zang; in de tweede plaats op tragische en komische rollen; gezongen, h.l. voorgedragen.
voetnoot7
Geval: Fortuin.
voetnoot8
tongen: talen. De ‘speelkunst’ blijft dus niet beperkt tot het gebruik van Grieks en Latijn.
voetnoot*
Aan H.S., etc.
H.S.: vermoedelijk Nicolaes van Heldt Stokade, geb. te Nijmegen, 1615, gest. te Amsterdam 1666; stichtte met Bartholomeus van der Helst de Broederschap der Schilderkunst te Amsterdam, 1654; vooral decoratief schilder, versierde o.a. het Stadhuis en het Trippenhuis; Vos prijst hem vaak in zijn werk; hij heeft o.a. de gewelfschilderingen in het Trippenhuis vereeuwigd in zijn poëzie.
voetnoot1
mismaakt: verkeerd geschilderd; in vs. 2: misvormd, geschonden.
voetnoot3
dat: zodat; blaakt: glanst.
voetnoot4
geraakt is: neergekomen is (is om het dubbelrijm in plaats van heeft).
voetnoot8
woeste wijken: verlaten oorden.
voetnoot9
diere: kostbare.
voetnoot10
die: diegenen die, nl. de martelaren.
voetnoot11
asch: stoffelijk overschot, maar ook, voorzover de martelaren de vuurdood ondergingen, letterlijk op te vatten.
voetnoot13
als: zoals.
voetnoot14
Niet: Niets.
voetnoot16
Bekleê: Bedek.
voetnoot17
de Joodt: de joden; gemaalt: geschilderd.
voetnoot19
onbepaalt: onbegrensd, buitengewoon groot.
voetnoot21
doornehoedt: krans van doornen.
voetnoot22
oogkool: gloeiend oog.
voetnoot27
't penseel, nl. van Heldt Stokade; geestigheên: bevalligheden. Vos bedoelt: bevalligheid (waar H.S. in uitmunt), alles goed en wel, maar ... wie het werkelijke leven uitbeeldt, moet er rekening mee houden dat geweld door middel van wrede schilderijen moet worden uitgebeeld.

voetnoot3
de Waarheidt: Christus als de Waarheid.
voetnoot11
met: door de gezindheid van ...
voetnoot12
als getart: als het ware ertoe uitgedaagd.
voetnoot13
met: door de gezindheid van ...
nagels: spijkers.
voetnoot15
met: door de gezindheid van ...
Godt: Christus.
voetnoot16
galspons, vgl. Mattheus 27: 34.
voetnoot17
zon: Christus, met toespeling op de algehele verduistering tijdens het sterven van Christus
voetnoot20
Daar: Waar.
voetnoot21
Kalvaar: Golgotha.
voetnoot23
bangigheidt: benauwdheid.
Dit gedicht is ook opgenomen in Verscheyde Nederduytsche Gedichten, Het Tvvede Deel. Amsterdam 1653, blz. 243-244.
voetnoot*
Joan Huidekooper, vermoedelijk de tweede van die naam (zie de aant. bij bijlage A, voorr. 1662). De brief, geschreven ca. 1645, zal door de geadresseerde in 1671 aan Lescaille afgestaan zijn voor diens uitgave van Alle de Gedichten.
voetnoot2
slibberige: die het gevaar in zich bergt dat men gemakkelijk uitglijdt.
voetnoot5
't hinderlijk: het schadelijke, het nadelige.
voetnoot9
moedige: trotse, hovaardige.
voetnoot12
gijben: gijpen: omslaan (van de bezaan).
voetnoot16
daar: waar.
voetnoot18
weifelende: wispelturige.
voetnoot19
groene moedigheit: jeugdige hartstochtelijkheid.
voetnoot21
Belg u: Maak u boos; toeleg: voornemen; die 't ... waardig is: die 't ... verdient.
voetnoot22
sluimervalligh: slaperig.
voetnoot23
t'evens: tegelijk.
voetnoot24
zinnen: geest; Themis kerk: tempel van Themis, godin van het recht; de faculteit der rechten.
voetnoot25
of: indien.
voetnoot26
met de doodt op de lippen: een bepaling bij uw Vaader en Grootvaader: tot de laatste snik.
voetnoot27
uitslijten: (tot het einde toe) doorbrengen, verslijten.
voetnoot28
verstant: geest.
voetnoot31
boekstaaven: letters (hier fig.).
voetnoot32
zinnen: geest, gemoed. Passage, gericht tegen geveinsden, stiekemerds, die hun ‘gemoedsuitingen’ voor zich houden; intoomen: onderdrukken.
voetnoot33
inborst: gemoedsgesteldheid; onkunbaar: onbekend.
voetnoot36
haatelijk: afkeurenswaardig, verwerpelijk.
voetnoot38
nauluisterende: nauwkeurig achtgevend, kritisch (eigenlijk een bepaling bij oordeel).
voetnoot39
&c.: (......) voor een weggelaten te persoonlijke mededeling?

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken