Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1887)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.63 MB)

ebook (3.12 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1887)–Carel Vosmaer–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Een suverlic liedeken

Houdende eene versuchtinghe der bedroefde siele over de moderne libertijnsheyt.

 
Toen g' ons aller geest noch vast beheerdet,
 
Waar nu ieder eigen wijsheid balkt,
 
Autrokratiesch 's werelds gang regeerdet,
 
Waar de wilde willekeur nu zwalkt;
 
Toen de leiband zwakke beentjes richtte;
 
Zaalger was toen zoete volgzaamheid,
 
Wijl uw machtspreuk alle monden dichtte,
 
Eerbre Sint Autoriteit!
 
 
 
Toen kon achter u zich elk verschuilen;
 
Die geen beenen had om zelf te gaan,
 
Nam devotelijk, in steê van builen
 
Zich te vallen, uwe beenen aan.
[pagina 15]
[p. 15]
 
Toen, bekransd met domlig' affodillen,
 
Wist gij door het vuur en waterpas
 
Ook 't weerbarstigst langs uw baan te drillen,
 
Erentfest' Auctoritas!
 
 
 
Ai, waar zijt gij? - Stoute heiligschenners,
 
Vaan en leus der hoovaardij ter hand,
 
Blinde pochers met den naam van kenners,
 
Doemden u naar 't mistig fabelland!
 
D' oude heiligdommen staan verlaten,
 
Tucht en orde wijken, 't blind geloof
 
Staat noch wel te veedlen langs de straten,
 
Maar zijn deun vindt d' ooren doof!
 
 
 
Ach Traditie! - bakervrouw die dichtend
 
't Menschdom opvoedt, 't onverklaarbre elk
 
Zeer verstaanbaar maakt, het duistre lichtend!
 
Door uw voedzame traditiemelk
 
Wist men al vóor 't leeren de verklaring.
 
Thans, tot stervens maakt gij 't menschdom ziek
 
Helsche Doctor, met uw' ‘onderzoek’, ‘ervaring’,
 
Empiristische Kritiek!
 
 
 
Eertijds spraken uitverkoren vromen,
 
Wie 't gezag bij gratie eigen was,
 
‘Dit is waarheid’. Twijfel is gekomen
 
En zijn zeisen maaide z' af als 't gras:
 
Pasten vroeger d' aangestelde wijzen
 
Zachten kost, den melktand dienstig, af,
 
Ieder kiest en maalt nu zelf zijn spijzen;
 
Wijsheidskies keurt melkkost laf.
 
 
 
Waar men welbedacht de waarheid plooide
 
In een toovrig symboliek gewaad,
[pagina 16]
[p. 16]
 
Doet nu elk, verscheurend wat haar tooide,
 
Naakt haar loopen, zelfs in 't ruwst klimaat.
 
D' eerbre ganzenveder der historie
 
Wordt vergooid, de pennespits van staal
 
Schrapt, wat altijd vast stond a priori;
 
Scherpe bek voert scherpe taal.
 
 
 
Ach, niet langer wordt Natuur gedreven,
 
Stille werkkracht in des Meesters hand:
 
Eigen wetten heeft men haar gaan geven,
 
Alles stort uit 't echt aloud verband.
 
Stakend, tusschen haar en 't geestlijk streven,
 
't Oude dualistische duel,
 
Paait monistiesch hen met 't nieuw ‘alleven’,
 
D' oude Slang in 't nieuwe vel.
 
 
 
Heilge kunst, den vromen zin verleerend,
 
Werd ontwrongen aan de kerktucht - zie
 
Haar met realisme coquetteerend,
 
't Bloed vol Renaissance-hysterie.
 
D' oude kunstnaar had alleen te weten
 
D' echt-geijkte kunstrecepten-leer,
 
Veilig mocht hij spier en been vergeten,
 
Zalf had boven verf de eer,
 
 
 
Zij verdwenen, ach! de zoete beelden
 
Voor natuur en zinlijkheid vervaard,
 
Die zich vol onredzaamheid verveelden
 
Op een hun zoo vreemd gebleven aard;
 
Die, in fijn gekreukelde japonnen,
 
Zeegnend met het vierkant vingrenpaar,
 
't Hangend hoofd geleund op gouden zonnen,
 
Stichtten ons met vreemd gebaar.
[pagina 17]
[p. 17]
 
Vraagt g', onnoozle, wie vermocht te drijven
 
Dus ten afgrond 't wereldwijs geslacht?
 
 
 
Satan, die van 't lezen, cijfren, schrijven,
 
't Giftig lokaas eens op aarde bracht;
 
Renaissance's god, die Revolutie,
 
Fysica en vrije pers u biedt,
 
Twijfel leert en apen-evolutie,
 
Alle taal, ook wartaal - zelfs Sanskriet!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken