Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1887)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.63 MB)

ebook (3.12 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1887)–Carel Vosmaer–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 81]
[p. 81]

Niet ongedeerd.

 
Een Oostersch herderstamhoofd voert zijn heir
 
Naar 't land der vaadren, 't hem beloofde.
 
Donkerblauw is de nachtlijke hemel,
 
En de vreemde sterrebeelden
 
Vonkelen, gouden
 
Als de Terafim,
 
Die een van zijn vrouwen
 
Wegstal uit vaders huis,
 
Die zij in 't kemelszaal verstak
 
En soms ter sluiks beschouwt.
 
De trein van vee en kemels
 
Hoog belaan met vrouwen, kindren, tenten,
 
Bewaakt door ruiters,
 
Verliest zich in het duister;
 
Den laatsten ezelshoef
 
Druipt zilverglanzend
 
't Nat der pas doorwade rotsbeek af.
 
Eenzaam wijlt aan deze zijde noch
 
De herdervorst.
 
Daar trad een godsman in zijn weg
 
En worstelde dien nacht met hem.
 
Onverslagen houdt hij stand,
 
Tot de Engel met een vleugelslag hem raakt
 
't Gewricht der heup.
 
 
 
En de Engel gebood:
 
Laat los, laat mij nu gaan,
 
Straks rijst de dageraad.
[pagina 82]
[p. 82]
 
Maar de andere sprak:
 
Niet eerder laat ik u
 
Voor dat gij mij gezegend hebt.
 
Toen zei de godsman:
 
Vorstelijk gedroegt gij u,
 
Hoe is uw naam?
 
En de herdervorst noemde zich Jakob,
 
Doch drong hem ook zijn naam te noemen.
 
Maar de Engel zeide:
 
Wat is 't, dat gij een naam mij vraagt?
 
Alleen u zeegnen kan ik.
 
En hij zegende Jakob.
 
 
 
Toen rees de dag,
 
Maar Jakobs heupe was ontwricht.
 
 
 
Sage van Israël,
 
Ouden, ideeënverbeeldenden tijden
 
Ontsproten,
 
Onzen, den beeldzin ontsluîrenden tijden
 
Ontvouwt zich eerst
 
Uw zin.
 
Zóo waakt en arbeidt noch altijd,
 
En strijdt de koninklijke geest
 
Om 't Ideale te bemachtigen.
 
Maar 't Ideale zendt
 
Den vurig strevende
 
Wreed zijn dienstman te gemoet,
 
Versperrend hem den weg.
 
In den somberen nacht
 
Worstelt met den machtige
 
Onder 't ontzettende vleugelgedruisch
 
De denkende mensch.
 
Beurtlings vermeesterd of vermeesterend,
[pagina 83]
[p. 83]
 
Dwingt hij des Engels
 
Zegening af,
 
Maar als de dag verrijst,
 
Is hem de heup ontwricht.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken