Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1887)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.63 MB)

ebook (3.12 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1887)–Carel Vosmaer–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 115]
[p. 115]


illustratie

Verscheiden gedichten.

Toewijding.

 
Aan 't zeestrand staat de zoekende, wiens geest
 
Den kus des lichts ontving;
 
En langs hem woelt onmetelijk,
 
Onpeilbaar, rusteloos, de zee.
 
Het schijnt of 's denkers, dichters Ideaal
 
Er zweeft voorbij,
 
En in de golvenplooien
 
De zoomen van zijn kleed
 
Zachtkens ritslen langs het zand.
 
 
 
Heerlijk! af te schudden 't stof der aarde,
 
Stortend in koelenden, sterkenden golfslag;
 
Heerlijk! te wieglen op parelschelpkleurige deining,
 
Schittrend bezaaid met vonken, als edele steenen,
 
Spattend en spranklend in zonglans.
 
Verkwiklijk rust 't vermoeide hoofd
 
Gedragen op den blanken arm
[pagina 116]
[p. 116]
 
Der schoone Zee,
 
Die met de lokken speelt, en zachtkens streelt
 
De slapen langs, en murmelt aan het oor
 
't In nieuwe werelden inwijdend lied,
 
Dat fluistert over al
 
Wat verder reikt
 
Dan de einder van 't gezicht.
 
 
 
Want gij zijt d' aloude scheppingsgetuige,
 
O zee!
 
Gij waart, toen het vormlooze worstlend
 
Zich een eigen gestalte bootseerde;
 
Gij zaagt ontstaan, wat als bestaan
 
Maar ziet de jongstgeborene
 
De mensch,
 
Vergeefs verklaring afbiddend,
 
Of vorschend met des geestes stalen kracht.
 
Den Demioergos zaagt gij aan het werk,
 
Doch hij, naijvrig,
 
Sloeg met stomheid u, zijn getuige,
 
Dat de rusteloos babblende golven
 
't Geheim niet verklapten.
 
Van toen, eene wereld vol raadsels verbergend
 
In uwen schoot,
 
Lispt g' in omsluierde beelden en teekens,
 
Menschengenegen en menschenverdelgend,
 
Toch wat hen beurtelings pijnigt en aantrekt.
 
 
 
In het rythmische golvengewiegel van eb
 
En van vloed ruischt bedwelmend, in zang
 
En in tegenzang, 't lokkende lied:
 
 
 
Drijf meê, met ons,
 
O zoekende
[pagina 117]
[p. 117]
 
Naar 't schoone, 't ware;
 
Verheven geest,
 
Die onvoldaan
 
Van d' enklen schijn,
 
Het wezen eischt;
 
Gij die, beklemd door het enge, 't gewone,
 
Walgt van 't gemeene, naar 't hoogste versmacht.
 
Drijf voort, op ons!
 
Wij wijzen 't land,
 
Ginds verre daar ligt het, het onbekende,
 
Waar de geur u al lokkend van aanwaait!
 
 
 
Vooruit!
 
Op de breedgeschofte kiel,
 
Die steigert en rukt aan de touwen,
 
Een kettinghond gelijk,
 
Om los te schieten.
 
Het anker gewonden!
 
't Gespierd gespannen want
 
Trilt van ongeduld;
 
En bevend van drift
 
Wijst de plapprende wimpel: vooruit!
 
Het breed ontplooide zeil dringt forsch: vooruit!
 
Trotsch richt de scherpe boeg zich omhoog,
 
En vóor hem uit wijken van een
 
Opschuimend de golven.
 
 
 
't Oneindige ontsluit zijn hal en openbaart
 
Zich half in 't alleskleurend, al-omgloeiend waas
 
Der schoonheid, half versluierd in 't verblindend licht
 
Der waarheid. Juichend bonst het hart haar te gemoet,
 
Als vond het weer waarvan de heugnis duister school
 
Van ouds in 't binnenst.
 
Wie, die, schoonheid, u omvat?
[pagina 118]
[p. 118]
 
Die û doorgrondt, o waarheid? Toch verstout de hand
 
Zich aan te raken 't glansgewaad, om na te scheppen
 
In kunstverbeelding; worstelt 't denkend vorschen trouw
 
Het sfinxenwezen af te dwingen 's raadsels woord.
 
Zoo schijnt de zee de draagster van uw beider beeld:
 
Alvormig schoon, in fijn- en teerheid, forsch en grootsch,
 
Als 't schoone zonder ander doel dan schoon te zijn;
 
Als waarheid peilloos, somtijds sluimrend, stormend vaak,
 
't Bestaande brijzlend met de wreedste spotternij,
 
Met hoogheid zich verheffend boven het vernielde,
 
En dan weer kwistig gaven schenkend en geluk.
 
 
 
De rij der duinen zinkt en zwijmt in valer tint;
 
Onmeetlijkheid grijpt huivringwekkend om zich heen,
 
En vóór ontplooit in wijder boog zich steeds de kim.
 
De lange baren, steigrend tot haar spanning eindt
 
En z' overkantlen, werpen dus de een op d' ander
 
Des zoekers bodem over, zingend voortgelokt
 
Door golfjes, stoeiend om den boeg in zonneglans.
 
 
 
Maar aan den oever daar jam'ren geliefden.
 
Over de koppen der golven,
 
Die tuimlen en razen als wilde Bachanten,
 
Reiken hun stemmen tot 't oor van den zoeker,
 
Peinzend gebogen bij de verschansing:
 
‘Terug! terug! om al wat u lief is!
 
Dierder een hart dan de schatten van kennis,
 
Vaster toch binden de rechten van ons!’
 
 
 
Maar onverteederd rukt de schoone heerscheres hem voort.
 
 
 
Zuchtend galmen weer stemmen van ginder:
 
‘Keer! Vermeetle!
 
Tart de godheid
[pagina 119]
[p. 119]
 
Niet met af te rukken
 
Sluiers die haar wijsheid weefde,
 
Iedre drop des kennisbekers
 
Geeft u voor laafnis
 
Felleren dorst!’
 
 
 
En spottend kaatst de zee de leege galmen voort.
 
 
 
Wijze, bezadigde stemmen betoogen:
 
‘Staak het matelooze streven,
 
Maat alleen geeft vrij genot,
 
Slechts begrenzing geeft voldoening;
 
Leef, geniet in zoete rust!’
 
 
 
Een doode zeehond drijft voorbij - in zoete rust;
 
Maar 't stoute zeegevogelt klapwiekt van de ra.
 
 
 
Geestig vermanen de kenners der wereld:
 
‘O arme dwaze! Tracht
 
Geen zon den hemel
 
Geen roos den Alpentop
 
T' ontplukken.
 
Werk
 
Uw daagsche taak;
 
Van idealen hongert men.
 
Den vogels late uw ziel de vleugels.
 
Het ideaal is nevelspel,
 
Een spookerij van 't onbereikbare beetre
 
't Goede verlammend;
 
Een koorts, voor kracht;
 
't Waanzinnige gedicht der kranke ziel;
 
En tooverbeeldjes der lantaarne
 
Kindren ten spel op den muur.
 
U geeft de wereld spot en lach,....
 
... Als z' eerst zich 't greintje goud,
[pagina 120]
[p. 120]
 
Dat in uw zandhoop schuilt,
 
Roofde ten buit!’
 
 
 
Vergeefs is 't al,
 
Vergeefs is 't al
 
Wat gebeden, gespot en berekend.
 
Wien éens het licht
 
Den geest bevruchtte,
 
Is geroepen, gewijd in zijn dienste.
 
 
 
De zonvorst hult zich scheidend in zijn purpren kleed
 
En sleept van lucht en aarde kleur en lichtgloed meê,
 
Als slippen van zijn mantel. Grootscher, ernstig streng
 
Verschijnt, daar zich het schoone thans aan 't oog onttrekt,
 
Het groote Leven, 't Al.
 
 
 
Op steken de stormen
 
Den wilden kop,
 
Schuddend de woeste haren.
 
Hol zinken de golven
 
En steigren weer,
 
Kampend wie meester blijve.
 
Schril krijschen de meeuwen
 
Het doodenlied;
 
Zwarter omfloersen wolken
 
't Spoor nauw door den zeeman
 
Bespied; in één
 
Vloeien de lucht en 't water
 
Voort! immer toch voorwaarts!
 
Omhoog ontglimt
 
Tintlend een nieuwe wereld.
 
En moet hij vergaan,
 
De zoeker streeft voort,
 
Het spoor achterna
[pagina 121]
[p. 121]
 
Van den lichtgod die scheidde
 
En hem wenkt
 
Als van achter de kimme.
 
 
 
Angstig doolt met haar knape de vrouw langs 't gloeiende zeezand,
 
Hopende vreest zij of ooit weer de deining den zoeker te huis voert,
 
Grommelend prevelt de grijze, terwijl zich zijn hand op haar arm steunt:
 
‘Dwazen! die jagen naar meer dan den mensch handtastelijk voorligt.’
 
Zorgloos laat hen het knaapje ter zij en verzamelt op zijn beurt
 
Gretig de kleurige schelpen, de zeldzame, welke er uitstrooit
 
't Grootsche gewaad welks rand er geheimvol ruischt in den zeezoom.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken