Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Londinias (1873)

Informatie terzijde

Titelpagina van Londinias
Afbeelding van LondiniasToon afbeelding van titelpagina van Londinias

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.63 MB)

ebook (3.36 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

epos


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Londinias

(1873)–Carel Vosmaer–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 10]
[p. 10]

V.

 
Nauw daagt Eoos - vaak ook was het wat later in d'ochtend -
 
Of weer tijgen ze voort met moed aan den verderen arbeid;
 
Arbeid, want het is alles zoo groot, reusachtig en ver, hier,
 
Dat zelfs 't eten en drinken, het zien en het slapen is arbeid.
 
Plotsling echter verstomt het gedruisch, - met geslotene oogleen
 
Staan na de huizen te droomen in ledige straten; de briefpost
 
Meent, het is zonde des Zondags schriftelijk saam te verkeeren;
 
Handel en nering slaapt, ook 't zielloos starende stoomtuig.
 
Heilig heet zoo'n dag, - vol rust en genoegen den werkman,
 
Maar in de hoogere kringen gewijd aan deftigen vormdienst.
 
Wereldsche boeken, muziek en theater verbiedt hunne godheid.
 
Deze bewoont ook eenzaam en eenig een ledigen hemel;
 
Eenmaal schiep hij het alles en rustte van verderen arbeid;
 
Wekelijks wijdt men aan hem dus heilge verveling en nietsdoen,
 
Arbeid stakend, op zóo'n wijs, ook al om hooger belooning.
 
Doch, 't is waar, hier bloeit het geloof in ontelbare veelheid:
 
Sommigen eeren de goden van Sion, anderen Baäl,
 
Dezen de goden van 't oude of het nieuwere Rome; den wijngod,
 
Venus, Hermes, 't al der natuur; ja men vindt filosofen,
 
Ongodisten, dewijl hun een richtige keuze te zwaar valt.
 
Tusschen het aantal goon, die elk voor anderen valsch zijn.
 
Eéne toch dienen zij allen, de trotsche Brittannia, de ega
[pagina 11]
[p. 11]
 
Lief aan Poseidoon's hart; hun zoon is de stevige John Bull.
 
Zondags echter is allen vergund, na 't eind van den kerkdienst,
 
Weeldriger maal te gebruiken en kleurig gedost op zijn Zondags
 
Vreugd te genieten op 't land; zoo deed ook 't reizende viertal,
 
Oïlmos, donkergelokte, Neaules, ijlende snelvoet,
 
Porthmos, de oudheidsvriend, en de kunstdoorvorschende Aloopex.
 
Zij nu den walm van de stad ontvlucht, naar zuiveren luchtstroom
 
Snakkend, kiezen den weg naar Hampton en 't heuvelig Richmond,
 
Bloemige beemden, beschauwd door reuzigen eik en kastanje.
 
Frisch is de Theems hier, jong, uitlokkend tot lustige speelvaart;
 
Vlug in zijn wenden vervolgt hij de nimfen verscholen in de oevers,
 
Kronkelend waait om het hoofd zijn haarband, blinkend als zilver.
 
't Grasfluweel is bebloemd met groepen in bonte schakeering:
 
Rustende ouderen hier, daar stoeiende kinderen; meisjes
 
Jagend d'elastischen bal, tot de jongling 't meisje en den bal vangt
 
Beide, en ze kust; ginds, liggende in 't gras om de landlijke luncheon,
 
't Vroolijk gezelschap. - Zóo ook rustte in den lommer het viertal;
 
Murray's Gids doorbladert de wijsheidkweekende Porthmos,
 
Sina's sappige vrucht ontbolstert de vlugge Neaules,
 
Bloemtjes verzamelt Aloopex, de kunstdoorvorscher, ter heugnis;
 
Middelerwijl staart somber Oïlmos; donkeren haarbos
 
Schuddend, zucht hij en spreekt de gevleugelde woorden: ‘O vrienden!
 
Bitter wordt soms 't hart als 't rondom vreugd en geluk ziet,
 
Daar we ons vreemden gevoelen in 't land van de rossenbedwingers.
 
Nooit toch schenkt ons 't vreemde gewest wat het eigene huis biedt.
 
Spijzen en drank zijn naar, rauw vleesch, ach! soep van een koestaart, -
[pagina 12]
[p. 12]
 
't Schijnt ook 't beest spoelde even den staart maar af in den ketel -
 
Wijnen vervalscht, en de koffie,... helaas! mij foltert het heimwee
 
De eigene huisgoon weder te zien en de zorgende huisvrouw!’
 
Aldus sprak hij. Het hoofd in den mantel, verborg hij den traanvloed.
 
Vroolijk en lachend gaf hem de vlugge Neaules ten antwoord:
 
‘Weg dien somberen toon, vriend, weeg onze nooden zoo zwaar niet,
 
Richten we naar 's lands wijs ons, het goede genietend in volheid;
 
Snel is het heden en kwistig in weldaan, mits ge ze vastgrijpt.’
 
‘Mannen, gedenkt ook, sprak dan Aloopex, 't schoone dat pas ons
 
Boeide in Hampton-court, Mantegna's prachtige schildring,
 
Caesar's praaltocht, dát is een wonder, alleen wel de reis waard;
 
Welk een verbazende kracht, elegantie en klassische hoogheid;
 
Schoon is 't onder het schoonst wat ge ooit in 't leven te zien krijgt.’
 
Zoo nu bespraken ze saam wat de kunst en de schoone natuur bood;
 
Bacchos offren ze dan van het rundvee 't beste, en het druifnat.
 
Doch als Nacht op de aarde de vochtige vleugelen uitspreidt,
 
Keeren ze moe naar huis, zacht kust hen Slaap op het rustbed.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken