Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Evert in turfland (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Evert in turfland
Afbeelding van Evert in turflandToon afbeelding van titelpagina van Evert in turfland

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.02 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Evert in turfland

(1930)–Anne de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 65]
[p. 65]


illustratie

9. Een groot plan.

De avond daalde reeds.

Als een groote, gouden kogel stond de zon nog een handbreedte boven den horizon. Nu brandden haar stralen niet meer; nu koesterden ze.

‘Kom, moeder,’ zei va. ‘We gaan er buiten nog eens van genieten. Morgen kunnen we uitslapen. Dan is het Zondag.’

Wat klonk dat mooi, vond Evert: Zondag.... Zoo rustig, zoo blij! 't Was een heel ander woord dan Maandag of Woensdag. Het maakte je vroolijk, dat woord.

Hij droeg stoelen naar buiten. Voor vader en moeder elk een. En voor grootmoe sjouwde hij haar kraakstoel voor 't huis, want die kwam er ook bij. Toen ging hij zelf weer naar binnen en zat voor 't open

[pagina 66]
[p. 66]

raam ijverig te teekenen met zijn nieuwe potlood.

Wat was 't toch stil nu. Regelmatig tikten moeders breipennen.

Daar hoorde hij vader zeggen: ‘Ik geloof, dat we nu al dieven bij de turf gehad hebben. Eén van de laatste drie hoopen op no. 32 was heelemaal ingevallen.’

En toen moeder: ‘Dat kan toch haast niet; wel? Zoo midden in den zomer? Nu is er nog geen armoede.’

‘'t Is mogelijk,’ kwam vaders stem weer. ‘Maar de andere hoopen staan nog allemaal goed.... Nou, we zullen 't beste maar gelooven.’

Evert schrok op. Dat was valsch, vond hij. Hùn turf, waar vader zoo hard voor gewerkt had! En die zóó maar weghalen? Die leelijke dieven!

Hij keek nadenkend naar buiten, naar de blauwe rookwolkjes, die uit vaders pijp voorbij het raam dreven.

Vader praatte al weer over wat anders. Die deed er maar niets aan. Die was altijd zoo goedig!

Evert twijfelde al niet meer: Er waren dieven geweest! Dat stond vast. Stil zat hij te peinzen, een diepe rimpel in zijn voorhoofd.

Er rijpte een groot plan in hem.

Hij liet zich van zijn stoel glijden, klapte zijn teekenschrift dicht en legde het met het potlood op zijn plaats. Toen liep hij de deur uit, naar Arend.

[pagina 67]
[p. 67]

Die was aan 't stoeien met een paar van zijn broertjes. Hij had er vier, maar de kleinsten sliepen al.

‘Arend, kom eens mee. Ik weet wat,’ zei Evert.

Hij keek heel ernstig.

Hij sloeg zijn arm om Arends hals en samen liepen ze achter 't huis. Daar vertelde Evert, wat hij gehoord had.

‘En dat doen ze vast 's Zondagsmorgens,’ zei hij. ‘Dan durven ze, jo! Die gemeenerds! Als er niemand op 't veen is.’

‘Natuurlijk,’ knikte Arend. ‘Wis en zeker!’

‘En nou gaan wij morgen vroeg opstaan, om te kijken, wie 't zijn. Jij en ik. Zoo vroeg als 't maar kan. We kunnen toch maar zoo onze turf niet laten stelen, hè?’

Arend vond het dadelijk goed.

‘Misschien is 't wilde Toon wel,’ zei hij, ‘de bezembinder. Dat is zoo'n slechte. Die stroopt ook! Maar.... zeg, moet je eerst je vader niet vragen, of 't mag?’

Even werd Evert minder zeker. Vader! Ja, die zou het zeker niét goedvinden.

Maar was het dan wat verkeerds, wat ze wilden?

En als ze nou eens terugkwamen morgen en ze konden zeggen: ‘Vader, die en die heeft de turf gestolen!’ Dan zou vader toch blij zijn?

‘Neen, dat doen we niet,’ zei hij beslist. ‘Dat doen

[pagina 68]
[p. 68]

we niet. 't Moet een verrassing blijven, hè? Zooiets, daar praat je niet over.’



illustratie

‘Dus.... ik mag ook niks zeggen?’

‘Bèn je nou....? Natúúrlijk niet!

‘Maar hoe moeten we dan wakker worden.’

‘Ik zal wel wacht houden,’ was 't antwoord. ‘En dan roep ik jou.’

‘Dan roep je ze allemaal wakker. Dat gaat niet....’

‘O, wacht...., ik weet het!’ Even keek Arend om zich heen. Er was niemand in de buurt. Toen vervolgde hij zacht:

‘Ik bind een touw aan mijn arm en hang dat uit het dakraampje. Boven ligt net zoo'n mooi stuk! Ja, dat doe ik!’

Arend sprong in 't rond van pret.

‘Dat kan mooi, hè? riep hij. Dat heb ik nou eens uitgevonden!’

‘Stil, zacht nou! Bind er een steen aan, anders zakt het niet. En dan trek ik morgenvroeg aan die schel. Maar.... niks zeggen, hoor!’

‘Natuurlijk niet,’ kwam Arend verontwaardigd. ‘O, wat een reuzenplan. Flink hard trekken, hoor! Ik ben zoo'n slaapkop!’

‘Ik trek je door 't dakraampje naar buiten. Kom,

[pagina 69]
[p. 69]

nou gaan we nog eventjes bij de anderen zitten. En dan vroeg naar bed.’

't Was zoo heerlijk buiten. De zon was nog niet ondergegaan en ze blonk in de ruiten van de verre huisjes op 't veen, alsof ze in brand stonden.

Frisch geurden de bloemen in het tuintje. Een late hommel snorde zoemend voorbij. Grijze nevels kwamen over de velden aankruipen.

Een groote rust was neergedaald over Turfland. De rust van den Zondag.

Verlaten lag nu het grauwe veen. Het rustte ook. Tot Maandagmorgen. Dan, nog voor de zon opkwam, zouden weer vlugge, nijvere handen de veenkluiten bewerken.

Maar nu was er rust. De koele avond bracht verademing voor de moede werkers, die zes lange dagen de hitte hadden moeten verdragen.

Overal zaten de menschen in groepjes voor de huizen. Hun lachen en praten klonk vroolijk op in de klare avondlucht.

In de verte, op den straatweg, ronkte een motor. En van den anderen kant, uit het veen, kwamen zacht de tonen van een fluit.

‘Dat doet Toon, de bezembinder,’ zei Arends vader.

Evert kon niet begrijpen, dat zoo'n slechte man zoo mooi spelen kon.

Nog een poosje zaten ze. Toen ging Evert naar huis. ‘Tot morgen,’ zei hij tegen Arend.

[pagina 70]
[p. 70]

‘Tot morgen,’ zei ook die. In zijn hart kwam een heerlijk, gewichtig gevoel. Morgen! Dan gingen ze dieven vangen....



illustratie

Moeder keek wel wat vreemd, dat Evert nu al naar bed wou. Andere avonden was hij er met geen stok heen te krijgen.

‘Je bent toch niet ziek?’ vroeg ze bezorgd.

‘Neen, moeder, maar 'k ga tòch maar,’ zei Evert. Meteen liep hij al weg. Moeder moest maar niet verder vragen. Dat vond hij niets prettig.

[pagina 71]
[p. 71]

‘Laat hem maar,’ zei vader. ‘Wij gaan ook dadelijk. Dag, mijn jongen.’

‘Dáàg! Wel te rusten!’ zei Evert. Een poosje later lag hij al in de groote bedstee. Maar 't duurde nog een poosje voor hij sliep.

't Was zoo warm en ook was hij bang, dat hij zich verslapen zou.

Arend wachtte, tot zijn oudere broer ook naar boven ging. Die sliep naast hem.

Dat duurde niet lang meer. 't Werd donker buiten en allen gingen naar binnen.

Willem sliep al gauw. Het werken had hem moe gemaakt.

Toen haalde Arend het touw onder zijn kussen vandaan. Hij had het al klaar gelegd en een steen aan 't eind gebonden. Anders bleef het haken achter de uitstekende rietpunten.

Hij bond het eene eind aan zijn arm en liet toen het andere door 't raampje zakken. Hij voelde, dat de steen op den grond kwam.

Toen ging hij liggen, maar even later bedacht hij zich, maakte het touw van zijn arm los en bond het aan zijn grooten teen.

‘'k Ben toch zoo'n slaapkop,’ fluisterde hij.

Na een paar minuten sliep hij ook.

En over het veen daalde de stille, zoele zomernacht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken