Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaap en Gerdientje. Deel 3. De wonderslee (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 3. De wonderslee
Afbeelding van Jaap en Gerdientje. Deel 3. De wondersleeToon afbeelding van titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 3. De wonderslee

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.80 MB)

Scans (6.41 MB)

ebook (5.61 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Illustrator

Tjeerd Bottema



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaap en Gerdientje. Deel 3. De wonderslee

(1951)–Anne de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 42]
[p. 42]

11. In het bos.

Het is stil in het bos, héél stil....

Er zingt geen vogeltje. Er kraakt geen takje. Want de meeste vogels zijn weg naar het warme Zuiden. En de eekhoorntjes en de andere bosdieren zitten weggedoken in hun warme nestjes.

De struiken zijn bedekt met sneeuw. De takken van de grote bomen dragen een zware vracht. En op de grond is een witte deken uitgespreid. Onder die sneeuwdeken slapen de zaadjes en de planten, tot de voorjaarszon ze wekken zal.

De hele wereld is wit. En door die stille witte wereld gaan twee kinderen met een slee. Het zijn Jaap en Gerdientje. Ze gaan de kerstboom halen. Met de grote slee van Opa.

Opa heeft gezegd: 'Je moet eerst de grote laan aflopen, de plas voorbij. Dan moet je het eerste laantje links ingaan. En dàn het eerste laantje rechts.... Aan het eind van dàt laantje, dáár ben ik aan het werk. En dáár groeien ook de mooiste kerstbomen.

En nu lopen ze hier. Ze zijn al een heel eind van huis. De grote plas zien ze al. En aan hun rechterhand zien ze een zijlaantje. Gerdientje wil de slee er in draaien. Maar Jaap houdt haar tegen.

[pagina 43]
[p. 43]


illustratie

[pagina 44]
[p. 44]

'Dáár moeten we niet heen!' zegt Jaap.

'Jawel,' zegt Gerdientje. 'Het eerste laantje rechts.'

'Neen hoor, het eerste laantje links,' zegt Jaap.

Gerdientje steekt haar vinger op.

'Hóór dan,' zegt ze, 'ik hoor Opa, heel in de verte!'

Ze luisteren. Ja heus, ze horen kloppen in het bos.

'Opa hakt zeker een boom om,' zegt Gerdientje. 'Kom maar.'

En dan lopen ze samen het laantje in.

Het laantje is smal en krom. En heel erg lang. De kinderen lopen ver, maar ze zien Opa niet. En het kloppen horen ze nu ook niet meer. Gerdientje heeft zich vast vergist. Het eerste laantje links hadden ze moeten hebben.

'Zullen we teruggaan?' vraagt Jaap.

'Nog één bocht om,' zegt Gerdientje.

Ze lopen nog een eindje verder. En dan schrikken ze. Want door de bomen schemert licht. Ze zijn bijna aan het eind van het bos. En nòg hebben ze Opa niet gezien.

Aan de rand van het bos staat wèl een huisje. Het is oud en klein en scheef gezakt. En bij dat huisje staat een grote bruine hond. Die kijkt naar de kinderen met zijn kop omhoog. En dan komt hij blaffend aanrennen.

Gerdientje wordt bang. Jaap niet. Jaap zegt: 'Honden, die blaffen, bijten niet, hoor!'....

[pagina 45]
[p. 45]

Maar opeens komt er nòg een hond uit het bos springen. Al weer zo'n grote! Maar deze is zwart.

Nu staat de een voor de slee te blaffen. En de ander staat er achter. De kinderen kunnen nergens meer heen.

'Ga weg!' roept Jaap. 'Koest Bello!.... Stil Sultan!.... Vooruit Bruno, gauw naar de baas! Vooruit, schiet op!'

En Jaap wijst streng met zijn vinger naar het huisje.

Maar de honden luisteren niet. Ze grommen en blaffen. En ze doen geen stap opzij. Hoe zal dat nog aflopen met die twee boze dieren?

Gerdientje begint te huilen.

Maar Jaap gaat vóór haar staan. Hij trekt zijn klomp uit. Hij zegt dapper: 'Stil maar hoor!.... Als ze je bijten willen, dan zàl ik ze wel!'

Maar Jaap is toch ook wel erg wit om zijn neus.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken