Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen
Afbeelding van Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturenToon afbeelding van titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.35 MB)

Scans (7.58 MB)

ebook (7.26 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Illustrator

Tjeerd Bottema



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen

(1951)–Anne de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 83]
[p. 83]


illustratie

16. Verdrietige dagen.

Het was zo'n vreemde, zo'n onrustige middag geworden voor Jaap.

De meeste jongens waren er al, toen hij op de hei kwam. Ze wezen Jaap zijn plaats en het spel begon.

Jaap had de slag al gauw beet en hij deed verschrikkelijk zijn best. Hij rende zo hard hij kon achter de bal, hij wierp zich midden tussen de jongens, hij trapte woest de bal over het veld. En plotseling maakte hij een doelpunt. Het eerste!..

Hij was er zelf verbaasd van, want het was meer geluk dan wijsheid. Maar de jongens juichten hem toe en ze namen Jaap op hun schouders en droegen hem het hele veld over. Jaaps ogen schitterden van trots en van vreugde. Hij vergat er Gerdientje door.

Maar even later moest hij plotseling weer aan haar denken. Er snorde een vliegmachine laag

[pagina 84]
[p. 84]

over het veld. En het stemmetje van binnen zei: 'Weet je nog, Jaap, van die andere vliegmachine?.... Weet je nog, dat Gerdientje het eerst aan jou dacht, toen die man vroeg, of zij er in wou?.... En weet je nog van die middag op het korenveld, toen je aren moest zoeken?.... Toen wilde zij zo graag naar het bos, maar zij liet jou niet in de steek. En nu heb jij háár wel in de steek gelaten!....'

En toen vergat Jaap het spel. Hij liet de bal vlak langs zich heen rollen en hij hoorde niet eens, dat de jongens hem waarschuwden. Een poosje later trapte hij hem precies de verkeerde kant uit. Bijna in het doel van zijn eigen club!....

Toen werden de jongens boos en ze scholden hem uit voor ezel en sufferd.

'Waarom neem je ook zo'n klein jong mee?' schreeuwden ze tegen Bram en Kees. 'Die kan er immers niks van!'

En tegen Jaap zeiden ze: 'Als je niet beter kan, ga dan maar naar huis, hoor!.... Ga dàn maar naar dat meisje toe!'

'Doe het, Jaap,' zei het stemmetje van binnen. 'Ga naar Gerdientje toe!....'

Maar Jaap deed het niet. Hij liet zich niet wegjagen; dat zou een schande zijn, meende hij. Hij kreeg een schop tegen zijn scheen, maar hij speelde er om door. Hij rolde op de natte grond, maar het kon hem niet schelen. Hij trapte zijn schoen kapot, de zool hing er helemaal bij, maar hij

[pagina 85]
[p. 85]

wilde er niet aan denken. En zijn club won. En alle jongens zeiden, dat Jaap een beste partij had gespeeld. Zingend trok de hele troep door het bos naar huis.

Maar toen Jaap aan de kant van de weg Gerdientje had zien staan, toen kon hij niet meer zingen. Hij had het verdriet in haar ogen gezien. Toen dacht hij ook aan de modder op zijn kleren en aan zijn kapotte schoen. En hij sloop als een dief het huis binnen.

Maar Moeder zag al gauw, hoe hij er uitzag, en toen ze hoorde waar hij geweest was, was ze erg boos en verdrietig.

'Jaap, Jaap,' zei ze, 'nu heb je op één middag je moeder en je vriendinnetje bedrogen. Waarom vraag je niet, of je je schoenen aan mag?.... Dan had ik je de oude gegeven. En waarom zeg je het niet tegen Gerdientje, als je graag voetballen

illustratie

wilt?.... Dan had ze het vast wel goed gevonden. Je moet toch altijd eerlijk zijn, jongen, en trouw!'

En van Vader kreeg hij ook nog een standje. Nou, niet zo zuinig!

'Die schoenen worden uit je spaarpot gerepareerd,' zei Vader. 'Dan moet je maar geen postduiven hebben voorlopig.'

Jaap wist, dat hij het verdiend had en hij mopperde

[pagina 86]
[p. 86]

niet. Het was heel erg, wat hij gedaan had. In Moeders ogen zag hij, hoe erg het was.

Maar toen hij 's avonds in bed lag, kwam zij nog even bij hem. Toen werd het tussen Moeder en Jaap wel weer goed.

'Zul je het nu morgen ook met Gerdientje in orde maken?' vroeg ze.

'Ja Moeder,' zei Jaap.

En met dat vaste voornemen sliep hij in.

 

Maar de volgende morgen, toen Jaap naar school ging, zag hij Gerdientje lopen, stijf gearmd met Toosje en Rie. Hij bleef aldoor in haar buurt, maar zij scheen hem niet eens te zien.

In school keek zij ook niet naar hem. Jaap mocht de potloden ronddelen voor de tekenles. Hij bleef lang bij haar bank staan en zocht het potlood met de mooiste punt uit voor háár.

Maar zij keek onverschillig het raam uit en scheen het niet eens te merken.

En toen de school uitging, liep zij dadelijk weer naar haar vriendinnen.

Jaap riep haar. 'Gerdientje, hoor eens....'

Maar zij keerde zich om en zei: 'Ga jij maar naar de grote jongens toe, hoor!.... Gisteren had je mij immers ook niet nodig?'....

En toen bleef Jaap achter, verlegen en beschaamd. En hij durfde haar niets meer vragen.

Maar Moeder vroeg 's avonds: 'Is het al weer in orde met Gerdientje?'

[pagina 87]
[p. 87]

'Nee Moeder,' zuchtte Jaap.

'Als je maar zorgt, dat het weer goed wordt,' zei Moeder. 'Beloof je me dat?....'

'Ja Moeder,' zuchtte Jaap. Maar hoe het moest, dàt wist hij nog niet.

 

Er gingen een paar dagen voorbij. En nòg was het niet in orde. Gerdientje wilde zeker niets meer van Jaap weten. Als hij er aan kwam, liep zij weg. Als hij haar riep, scheen zij het niet te horen.

Nu was het al December. Nog één dag, dan was het Sinterklaas.



illustratie

[pagina 88]
[p. 88]

'Is het met Gerdientje al in orde?' vroeg Moeder.

'Nee Moeder,' zei Jaap verdrietig. 'Ze wil niet naar mij luisteren.'

'Dan ga je maar naar haar huis,' zei Moeder. 'Dan moet ze wel luisteren. Als je maar zorgt, dat het vóór morgenavond in orde is, hoor!'....

En toen wist Jaap geen raad meer. Hij liep de schuur in. Daar was Gijs aan het dorsen.

'Wel kameraad, wat scheelt er aan?' vroeg hij.

Jaap vertelde alles.

'En naar haar huis durf je natuurlijk niet,' zei Gijs.

'Durven,....' zei Jaap. 'Durven wèl. Maar 't is zo moeilijk, 't is zo raar....'

'Is 't anders niet?' vroeg Gijs. 'Daar weet ik wel wat op!.... Ik zal wel zorgen, dat het tussen jullie weer in orde komt, hoor!'

'Hoe wil je dat aanleggen, Gijs?' vroeg Jaap nieuwsgierig.

De oude knecht lachte geheimzinnig.

'Laat dat maar aan mij over,' zei hij. 'Ik zal je bij Gerdientje in huis brengen, zonder dat ze het merkt. En ik zal het tussen jullie weer in orde maken, zonder dat je een woord behoeft te zeggen.'

En na die raadselachtige woorden joeg hij Jaap met de dorsvlegel de schuur uit.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken