Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaap en Gerdientje. Deel 6. De wijde wereld (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 6. De wijde wereld
Afbeelding van Jaap en Gerdientje. Deel 6. De wijde wereldToon afbeelding van titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 6. De wijde wereld

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.34 MB)

Scans (5.87 MB)

ebook (6.14 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Illustrator

Tjeerd Bottema



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaap en Gerdientje. Deel 6. De wijde wereld

(1953)–Anne de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 79]
[p. 79]

15. Thuiskomst.

De volgende morgen werden de koffers gepakt. Maartje sjouwde er twee naar de tram, maar zij moest ze telkens even neerzetten om haar tranen af te wissen. Zij was zoveel van de familie gaan houden in die paar weken. En allen hielden veel van Maartje.

'En nou gaat u al gauw weg naar dat vreemde land!' snikte ze bij de tram. 'En als u dan maar levend terug komt!'

'Maak je maar niet bang, hoor Maartje,' lachte Mevrouw. 'Menseneters zijn er niet meer!'

'De groeten aan Jan-Pieter!' riep Meneer.

Toen lachte Maartje door haar tranen heen en haar wangen werden nog een beetje roder.

'Als u terug komt, zijn wij misschien al getrouwd,' zei ze.

'Dan komen wij je opzoeken,' beloofde Mevrouw.

Toen zette de tram met een schok aan. Jaap en Meneer bleven met de hond op het achterbalcon. Tot de bocht zagen ze Maartje staan wuiven.

Ze hadden weinig tijd aan het station, want de trein stond al te wachten. Maar gelukkig was er

[pagina 80]
[p. 80]

weer een witkiel. Die nam twee koffers in zijn handen en een pak onder zijn arm. En toen Puk niet mee wou, omdat er een trein zo vreselijk pufte, nam hij de hond nog onder de andere arm. Net, of die ook een pakje was. Jaap liep er een beetje dwaas achteraan, met de riem nog in zijn hand.

En Gerdientje lachte: 'O Jaap, nou heb jij een witkiel aan een touwtje!'



illustratie

Ze gingen nu in een Dieseltrein en het ging nog harder dan op de heenreis, maar naar Jaaps zin nog lang niet hard genoeg. Hij verlangde nu zo erg! Maar hij liet het niet merken en babbelde vrolijk mee, over alles wat ze beleefd hadden. Over Sapoeri spraken ze ook nog.

'Nog een paar maanden, dan gaan we weer naar Indonesië terug,' zei Meneer. 'Maar dan naar een andere plaats, waar ook een goede school is voor jou, Gerdientje!....'

Ja, Gerdientje mocht met haar ouders mee. Ze was nu sterk genoeg. Nou, dat zou toch raar

[pagina 81]
[p. 81]

zijn, hoor, als Gerdientje hier niet meer was!.... Maar Jaap kon daar nu niet veel over denken. Hij verlangde te veel naar huis.

Hij was de eerste, die het perron afliep, toen de trein was aangekomen. Hij zag zijn vader al staan met paard en wagen op het stationsplein en zijn hart begon er van te bonzen. Met een kleur van blijdschap holde hij op hem af.

'Jongen, Jaap!' riep Vader. 'Wat ben jij bruin geworden!....'

Hij pakte Jaaps hoofd even in zijn grote handen.

'Ik ben blij, dat je weer terug bent,' zei hij. 'Zo Puk, ben jij daar ook, kleine rakker?....'

En toen mocht Jaap het paard vast houden, terwijl Vader de anderen begroette en de koffers in de wagen tilde. Puk mocht er nu ook bij in.

Daarna reden ze vlug naar het huis van de boswachter. Daar zetten ze Gerdientje en Wim en hun ouders af en nu was het maar even meer, dan zou Jaap bij zijn moeder zijn.

Kijk, daar was weer het lieve, oude huis!.... En dáár liepen de koeien en een postduif zat boven op de schoorsteen en Gijs en Moeder en Zus en Janneman stonden al te wachten op het erf.

Puk was al blaffend vooruit gerend en sprong als een dolle om ze heen.

Moeder trok Jaap bijna van de wagen af om hem maar gauw in haar armen te kunnen sluiten.

[pagina 82]
[p. 82]

En Gijs gaf hem zó'n stijve hand, dat hij bijna 'au' moest roepen. Zus en Jan hadden Jaaps andere hand al vastgegrepen.

Toen merkte Jaap, hoe ze hier óók naar hèm verlangd hadden en hij moest even op zijn tanden bijten van grote blijdschap.

'En waar is nou mijn pekelharing?' riep Gijs. 'Of een walvis, wat heb je meegebracht?'

'Kom maar mee,' zei Jaap. En in de kamer ging hij uitpakken. Daar kwam warempel een leuk, klein tonnetje voor de dag met een paar zoute haringen voor oude Gijs. En een pijp voor Vader. En een speldekussen voor Moeder, met schelpjes langs de rand. Toen kwam de pop voor Zus en haar ogen straalden, toen ze die zag. En toen kwam er voor Jan nog een toeter. Jaap had aan allen gedacht en al zijn zakgeld voor hen besteed.

Wat had hij veel te vertellen!...... De hele avond ging er mee heen.

En toen hij weer in zijn eigen bed lag en Moeder hem kwam toedekken, sloeg hij beide armen stijf om haar hals.

'Het was fijn aan het strand,' zei hij. 'Maar ik ben toch blij, dat ik weer thuis ben, Moeder!'

[pagina 83]
[p. 83]


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken