Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaap en Gerdientje. Deel 6. De wijde wereld (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 6. De wijde wereld
Afbeelding van Jaap en Gerdientje. Deel 6. De wijde wereldToon afbeelding van titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 6. De wijde wereld

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.34 MB)

Scans (5.87 MB)

ebook (6.14 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Illustrator

Tjeerd Bottema



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaap en Gerdientje. Deel 6. De wijde wereld

(1953)–Anne de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 84]
[p. 84]

16. Besluit.

Gerdientje bleef nog twee maanden op school. Toen nam ze afscheid van de meester en van de kinderen. Maar van Jaap nog niet. Want het duurde nog een paar dagen, voor ze op reis zou gaan en in die dagen zagen ze elkaar nog wel.

Het was toch zo'n beste meid! De avond vóór het vertrek kwam ze opeens bij Jaap binnenstormen.

'O Jaap,' riep ze, 'je mag mee naar Amsterdam, om ons op de boot te brengen! Ik heb het voor je gevraagd. Màg hij, Meneer?.... Ja Juffrouw?.... O ja, Jaap, je màg, hoor, ik zie het al!.... Ga maar gauw naar de meester; die zal het ook wel goed vinden, dat je morgen niet op school komt....'

Ze gingen samen. De meester vond het best. En toen wandelden ze terug naar huis, de oude bekende weg langs, nu voor het laatst....

'Zul je me vaak schrijven?' vroeg Gerdientje. 'En alles vertellen van school en van Rie en Toos en van alle anderen?

Dat beloofde Jaap.

'Ik zal jou ook schrijven,' zei Gerdientje. 'Ik doe telkens een briefje bij de brief voor Opa in. En over zes jaar, als we terug komen, dan kom ik weer bij je spelen....'

[pagina 85]
[p. 85]

'Spelen?' zei Jaap. 'Dan ben ik al haast zeventien. Dan werk ik al op de boerderij!....'

'O mensen!' schrok Gerdientje. 'En ik dan?.. Dan ben ik al haast een juffrouw! Dan draag ik lange rokken en nylonkousen, net als Moeder! O jô, wat zal dat gek zijn, hè?'

Ze moesten er beiden om lachen.

'Maar we blijven vrienden,' zei Gerdientje.

'Natuurlijk!' zei Jaap.

 

De volgende dag stonden ze in Amsterdam aan de haven: Opa en Grootmoe en Jaap. En over het blinkende water gleed het grote schip langzaam weg naar de zee....

Jaap keek maar strak naar één plekje bovenop de boot. Daar was een rood vlekje tussen een zwart en een grijs. En een heldere stem riep over het water: 'Dag Ja-ap!.... Dag lieve O-pa en Grootmoe!'....

Daar stond Gerdientje in haar rode manteltje tussen haar vader en moeder. Daar ging ze nu, naar Indonesië, naar de bruine mensen.... Om ook een lichtje te zijn in de duistere heidenwereld....

Jaap was ook even op het grote schip geweest en had het helemaal mogen bekijken. Het was zo prachtig. Net een kasteel was het, een zeekasteel. Net een groot hotel! Je geloofde in 't laatst niet meer, dat je heus op een schip was.

Hij had ook de hut gezien, waar Gerdientje met

[pagina 86]
[p. 86]


illustratie

haar ouders en kleine Wim zou slapen. Het was helemaal geen hut, vond Jaap. Het was een prachtig kamertje. Maar ze noemden het allemaal: hut.

Daar ging Gerdientje nou, de wijde wereld in.... Het rode vlekje was niet meer te zien. Gerdientje was weg. Voor altijd?.... Nee, niet voor altijd, maar wel voor heel lang.... Jaap kreeg zo'n vreemd zwaar gevoel in zijn borst.. En toen hij Grootmoeder naast zich hoorde snikken, veegde hij ook gauw een paar tranen weg.

Stil reisden ze terug met de trein. Rikketik, rikketik, rikketik,.... bonsden de wielen.

'Nou zijn ze weg,' zei Opa nog eens en hij zuchtte.

'Ja,' zei Grootmoeder, 'en wij zien ze misschien nooit terug. Wij zijn al oude mensen....'

'Wij zien ze wel terug,' zei Opa beslist. 'Is 't hier op aarde niet, dàn hierboven....'

Toen knikte Grootmoeder en ze droogde haar tranen. Ja, dàt was heerlijk, ze zou haar kinderen zeker terugzien! Dàt was een rijke troost.

[pagina 87]
[p. 87]

'Zij hebben dáár hun werk,' zei Opa, 'en wij hier.... Het is God, Die ons allen ons plaatsje wijst in de wereld. Maar Hij ziet ons overal.'

'Ja,' dacht Jaap, 'zo is het....'

Hij moest ineens denken aan die avond, toen Gerdientje's vader verteld had van Sapoeri. Hij luisterde naar het gebons van de wielen. Je kon er een liedje op zingen....

En wèlk liedje kwam toen ineens in Jaaps gedachten? Hij neuriede het zacht....

 
'Jezus zegt, dat Hij hier van ons verwacht,
 
Dat wij zijn als kaarsjes, brandend in de nacht.
 
En Hij wil, dat ieder tot Zijn ere schijn';
 
Gij in uw klein hoekje en ik in 't mijn....'

Wie meer wil weten van Jaap en Gerdientje, leze het zevende deel: De grote reis.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken