Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaap en Gerdientje. Deel 8. Jaap wordt groter (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 8. Jaap wordt groter
Afbeelding van Jaap en Gerdientje. Deel 8. Jaap wordt groterToon afbeelding van titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 8. Jaap wordt groter

  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.45 MB)

Scans (5.50 MB)

ebook (5.16 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Illustrator

Tjeerd Bottema



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaap en Gerdientje. Deel 8. Jaap wordt groter

(1952)–Anne de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 96]
[p. 96]

14. Een telefoongesprek.

Het bleef die hele week maar kwakkelen met het weer. Maar 's Maandags draaide de wind weer naar het Oosten en Gijs voorspelde, dat Jaap nu gauw op de schaats zou komen. Hij had gelijk. Twee nachten aaneen vroor het geducht en ofschoon Vader het ijs op het diepe water van kanaal en bosvijver nog niet vertrouwde, stond hij Jaap 's Woendagsmorgens toe, om die middag op de sloten tussen de weilanden te gaan rijden.

'Dan moet ik mijn schaatsen eigenlijk nog even laten slijpen,' bedacht Jaap.

'Daar kom je wel wat laat mee aan,' zei vader. 'Neem ze dan meteen mee naar de smid, als je straks naar school gaat.'

'Maar dan kom ik vanmiddag wat later thuis,' waarschuwde Jaap.

Nu, dat mocht voor deze keer. En zo kwam het, dat Jaap die middag door het dorp liep, toen al de andere kinderen reeds lang naar huis waren. Hij liep op een sukkeldrafje, de schaatsen onder de arm geklemd, de handen in de broekzakken, de muts diep over de oren getrokken, want het was nu vinnig koud. Toen reed hem een fietser achterop met een mandje op de bagagedrager. Over dat mandje lag een zak en achter onder die

[pagina 97]
[p. 97]


illustratie

zak uit stak de spitse snuit van een hondje. Twee glinsterende oogjes keken Jaap in het voorbijgaan nieuwsgierig aan.

'Tippie!' had Jaap bijna geroepen, maar hij hield het nog in. Jaap herkende nu ook de man aan zijn dikke korte jas en zijn hoed, die weer schuin op zijn hoofd stond.

'De oom van Polleke!' dacht hij. 'De stroper! Ja, vast de stroper! Gijs dacht het ook... Zou die nu weer het bos ingaan? Natuurlijk, wat moet hij hier anders?... Mollen vangen is niet mogelijk met die hard bevroren grond...'

Hij liep langzaam verder en keek de man na.

'Dàt moest Opa weten,' dacht hij. 'Het is in het middaguur, hij zit nu te eten... Nu heeft die kerel vrij spel. Zal ik hard rennen, om de boswachter gauw te waarschuwen?... Ik kom toch te laat, dan is die man al lang in het bos...'

'Opbellen!' dacht hij ineens. 'De boswachter heeft telefoon! Bij wie kan ik dat doen?... Bij de meester? Neen, die is niet aangesloten. Bij de kruidenier?... Die heeft wel telefoon, maar dan

[pagina 98]
[p. 98]

hoort hij misschien wat ik zeg, en màg dat wel?... De notaris!'

Jaap rende terug. De notaris was nog op kantoor, Jaap zag zijn kale schedel door het raam. Het kantoor had geen bel, je kon zo naar binnen lopen. Eerst kwam je in het bijkantoor, daar zaten een paar klerken te schrijven. Jaap stapte ze haastig voorbij naar de deur, waar 'privé' op stond.

'Hei jochie, wat moet jij?' riep een van de klerken.

Maar Jaap gunde zich geen tijd om te antwoorden. Hij klopte, duwde de deur open en was al binnen. De notaris zat met twee andere heren aan een tafel.

'Wat moet dat, hè?... Kwajongen, hè?...' riep hij, terwijl hij opsprong.

'Meneer, ik moet opbellen,' hijgde Jaap. 'Dadelijk! Mag ik even...'

'Opbellen, opbellen?' snauwde de notaris. 'Hier kun je niet opbellen! Schaam jij je niet? Er uit jij! Brutale rekel, hè?'

Hij greep Jaap ruw bij de arm en duwde hem naar de deur.

'Nee, nee,' riep Jaap. 'Ik moet de boswachter opbellen! Weet u wel, notaris, de stroper, de strikken...'

Het gelaat van de notaris verhelderde plotseling.

'Kom mee,' zei hij.

[pagina 99]
[p. 99]

Hij draaide een nummer op het toestel, dat op zijn schrijfbureau stond, en gaf Jaap de telefoon in handen. Jaap hoorde de wektoon en in gedachten zag hij de gang van het boswachtershuis, waar het toestel hing. Daar was een stem: 'Met boswachter Eggink?'

'Opa,' riep Jaap, 'ik heb die kerel gezien! Weet u wel, met dat hondje... Hallo...'

'Ja, ik hoor je wel,' zei de stem van de boswachter. 'Ben jij het, Jaap? Die kerel met dat hondje, zeg je?... De oom van Polleke?'

'Ja Opa.'

'Waar was die?'

'Die reed door het dorp in de richting van het bos. Ik wou u even waarschuwen!'

'Mooi, dank je wel, Jaap.'

'Hij had zijn hondje in een mandje achterop,' riep Jaap nog. Maar hij kreeg geen antwoord meer. Toen legde Jaap de telefoon maar neer.

'Je hoeft niet zo te schreeuwen, als je opbelt,' zei de notaris. 'Jij bent Van der Heide, niet? Heb jij de stroper ontdekt?'

'Ja meneer,' zei Jaap. 'Hij fietste door het dorp.'

'Hoe weet jij, dat het de stroper was?'

Ja, wat moest Jaap zeggen?...

'Ik heb hem in het bos gezien, notaris... Eh, zijn fiets bedoel ik. En Gijs denkt het ook.'

'O, denkt Gijs het ook?... Dan zal het wel zo wezen, want dat is een ouwe slimmerd. Nou,

[pagina 100]
[p. 100]

Van der Heide, flink gedaan, hoor! Als dat lukt, krijg jij een beloning van me. Denk er maar eens over, wat je graag hebben wilt. Maar eerst het resultaat afwachten. En niet er over praten, hè?'

'Neen meneer. Dag heren,' zei Jaap.

'Wat moest je bij de notaris?' vroeg een van de klerken, toen Jaap ze met een groet voorbijliep.

'Dat is geheim,' zei Jaap gewichtig.

'Voortaan hier wachten, tot je aangediend bent,' zei de man.

Jaap beloofde het maar en maakte, dat hij weg kwam. Wat maakte de boswachter snel een eind aan het gesprek! Zou hij zich meteen het bos in gehaast hebben?... Wie weet!

Het eten was bijna gedaan, toen Jaap thuis kwam. Moeder schepte voor hem op: snert met kluif van het varken. Lekker! Maar Jaap moest eerst vertellen, wat hij gedaan had; eerder kon hij geen hap door de keel krijgen. Ze prezen hem om strijd.

'Je bent een slimmerd!' zei Gijs.

'Jij ook!' lachte Jaap. 'De notaris zei: Gijs is een ouwe slimmerd!'

'Dat zal hij weten!' grijnsde Gijs, maar hij scheen zich toch een beetje vereerd te voelen.

'Ik hoop, dat het nu lukt!' voegde hij er aan toe.

'Rustig afwachten maar,' zei Vader.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken